Tijdperk oude Spaanse muntsoort peseta’s definitief voorbij op 1 juli 2021

Tijdperk oude Spaanse muntsoort peseta’s definitief voorbij op 1 juli 2021
Beeld: 123rf

Tijdperk oude Spaanse muntsoort peseta’s definitief voorbij op 1 juli 2021

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Op 1 juli 2021 is het tijdperk van de oude Spaanse muntsoort peseta’s definitief voorbij. De inwoners van Spanje hadden nog tot en met 30 juni 2021 de tijd om hun oude munt- en papiergeld bij de Centrale Spaanse Bank om te wisselen voor euro’s maar dat kan vanaf 1 juli 2021 niet meer. Daarmee is een einde gekomen aan de Spaanse muntsoort die al 152 jaar sinds 1869 heeft bestaan als geldig betaalmiddel in Spanje en Andorra.

Oorspronkelijk had men in Spanje nog tot 31 december 2020 de tijd om de oude peseta’s om te wisselen maar dat werd vanwege de corona-pandemie met 6 maanden verlengt tot 30 juni 2021. 

De laatste dagen stonden er rijen met mensen die nog op het allerlaatste moment hun oude kleingeld om wilden ruilen voor euro’s maar die tijd is nu voorbij. Iedereen die nu nog peseta’s heeft kan daar, als ze bijzonder genoeg zijn, alleen nog geld voor krijgen van de verzamelaars.

Van peseta naar euro

22 jaar geleden werd de euro als muntsoort in Maastricht geboren en 19 jaar geleden op 1 januari 2002 werd de euro als betaalmiddel gelanceerd waarbij de oude Spaanse muntsoort de peseta kwam te vervallen. De peseta kan sindsdien niet meer als betaalmiddel gebruikt worden maar veel Spanjaarden hebben volgens de Bank van Spanje nog steeds peseta’s in huis.

De Banco de España heeft recent nog aangegeven dat de Spanjaarden nog voor een bedrag van 1,6 miljard euro aan peseta’s munten en biljetten thuis hebben liggen. De meer dan 1,6 miljard euro staat gelijk aan 270,4 miljard peseta’s. De Spaanse Bank zei echter ook dat zo’n 45% van de oude Spaanse muntsoort nooit meer ingeleverd zou worden omdat deze in handen is van verzamelaars en door veel mensen voor de nostalgie worden bewaard.

Pesseta en peseta

De euro verving in in 2002 in Spanje (en Andorra) de nationale muntsoort peseta die in 1869 werd ingevoerd. Het woord ‘peseta’ stamt af van het Catalaanse ‘pesseta’ en betekent ‘deeltje’ of ‘stukje’.

De peseta had munten van de volgende waardes: 1, 5, 10, 25 (met en zonder gat in het midden), 50, 100, 200, 500 en 200. De 5, 25, 50, 100 en 500 peseta munten werden het meest gebruikt.

Daarnaast waren er 1.000, 2.000, 5.000 en 10.000 biljetten. Deze hadden na de invoering de waarden in euro’s van respectievelijk 6,01 euro, 12,02 euro, 30,05 euro en 60,10 euro.

Het was voor de Spanjaarden een lastige omschakeling omdat men van duizenden en tienduizenden peseta’s om moest schakelen naar de wat cijfers betreft minder euro’s.

Weliswaar kon men tot 27 januari 2002 nog gebruik maken van de peseta’s waarna de euro als enige betaalmiddel werd gezien in de landen van de eurogroep, de bedragen bleven nog lange tijd in winkels, supermarkten en op de prijskaartjes van auto’s en woningen naast de euro’s ook in peseta’s staan (zelf nu 19 jaar later nog steeds).

Ga naar de inhoud