Meer dan de helft van de Spanjaarden gebruikt wel eens een andere taal dan de moedertaal Spaans

Oeps ... foto ontbreekt!

Meer dan de helft van de Spanjaarden gebruikt wel eens een andere taal dan de moedertaal Spaans

Dit artikel is 6 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Uit een enquête van het Spaanse Bureau voor de Statistieken (INE) die elke vijf jaar gehouden wordt is gebleken dat 56,3% van de Spanjaarden wel eens een andere taal dan de moedertaal gebruikt. Het engels is daarbij met 40,3% de meest gebruikte taal gevolgd door het frans met 14%, het duits met 2,8%, het italiaans met 2,6% en het portugees met 1,7%.

Gekeken naar de talen die in Spanje gesproken worden geeft 98,9% aan dat ze het castiliaans of spaans spreekt, een 17,5% het catalaans, 6,2% het galicisch (gallego), 5,8% valenciaans (valenciano) en 3% baskisch (euskera).

Als er gekeken wordt naar de verschillende autonome deelstaten dan valt het volgende op: in Catalonië spreekt 85% van de bevolking het catalaans en op de Balearen is dat 63,1% van de bevolking die catalaans spreekt. In Galicië spreekt 89% het galicisch en 51,8% van de inwoners in de Comunidad Valenciana spreekt het valenciaans. In het Baskenland spreekt 55,1% baskisch terwijl dat 21,7% is in de deelstaat Navarra.

Deze gegevens zijn over het jaar 2016 waarin staat dat 47,7% van de Spanjaarden tussen de 18 en 64 jaar een of meerdere studies heeft gedaan om een andere taal te leren. Dat houdt dus in dat er 14 miljoen inwoners van Spanje waren die een of andere opleiding, buiten de normale school om, hebben gedaan om een andere taal te leren. Dat de Spanjaarden andere talen leren houdt echter niet in dat ze deze taal ook gebruiken en beheersen.

Ga naar de inhoud