SpanjeVerhaal: Zinloos geweld

SpanjeVerhaal: Zinloos geweld
Beeld: Freepik

SpanjeVerhaal: Zinloos geweld

Dit artikel is 4 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

Ons nieuwe SpanjeVerhaal komt uit de autonome regio Castilla-La Mancha. Een regio die niet zo bekend is bij de buitenlandse toeristen maar waar ontzettend veel te zien is, te denken valt aan de prachtige steden Cuenca en Toledo maar er is nog veel meer te doen en zien in Castilla-La Mancha. Vandaag wordt het SpanjeVerhaal geschreven door Crista Pearson die woont in Minateda, provincie Albacete.

Buurmans land grenst aan het onze, zelf woont hij met zijn vrouw in het dorp. Op zijn perceel staan prachtige oude olijfbomen en sinds een paar jaar ook enkele jonge appelboompjes. Iedere zomer brengt hij ons een kuip vol groene appeltjes. Teveel om op te eten. We maakten al appelmoes, en nog steeds eten we de gedroogde schijfjes appel in de yoghurt. Nu bracht hij mij vier stekken van zijn bomen, het waren enkel dunne takjes. ‘Ze zullen wel aangroeien’, zei hij. Dit was inderdaad het geval.

Na een jaar kregen ze bloesem en zag ik kleine appeltjes in wording. De oogst bestond uit vijf vruchten. De boompjes zagen er leuk uit, het oog wil tenslotte ook wat. We hoopten dat ze in de loop der tijd ook schaduw zouden brengen. Het daaropvolgend jaar, de bomen begonnen al dikke stammen te ontwikkelen, zoemde het van de bijen in de bloesem, de bestuiving was begonnen. Het zou een goede oogst worden dit keer. 

Wat een domper was het toen ik bladluis ontdekte, drie bomen waren reeds besmet. Het was wachten tot de vierde ook grijs zag van de beestjes. Ze zuigen de sappen uit de boom en de bladeren krullen op. Al mijn ecologisch tuinieren zou teniet gedaan worden als ik vergif moest gaan spuiten. Eerder hadden we al wolluis in een olijfboom. Met huismiddeltjes als zeepsop, azijn, spiritus kreeg ik het onder controle. Hier en daar knipte besmette takken af, dat hielp even. Nu was het een groter probleem, we wilden de appeltjes toch graag nog veilig kunnen eten. Een goede tip kreeg ik van een professionele ecologische tomaten en komkommerteler. ‘Bij bladluis, lieveheersbeestjes erin’, kort maar krachtig was zijn antwoord.

Goed plan, lekker kort, ware het niet dat we hier heel weinig lieveheersbeestjes signaleren. Op het web bestellen vond ik weer wat overdreven, en ik had mijn vraagtekens hierbij of de larven de reis wel zouden overleven. Ik moest zelf op jacht! Tijdens een geplande beestjes wandeling, speurde ik diverse bomen in de omtrek af. Warempel, ik vond er twee. Ze werden door mij ter plekke gekidnapt en uitgezet in een van onze aangedane bomen.

Volgens opgezocht internet info zouden ze wel paren. Twee beestjes zou echt niet genoeg zijn, er waren teveel luizen. Het duurde allemaal te lang, ten einde raad vroeg ik mijn man om de kettingzaag te hanteren en alle vier de bomen op een halve meter om te zagen.

Buurman nam een kijkje, in zijn bomen zaten ze ook. ‘Wat heb je nu gedaan?’ Hij kwam alsnog met een potje vergif poeder, aanlengen met water, voor een eventuele volgende keer. Volgens het etiket op natuurlijke basis. Nu was het niet meer nodig, wat overbleef was een slagveld van takken.

We hoopten er het beste van, als de afgekorte stammen de zomerzon maar zouden overleven, dat was nu onze zorg. Na een week zag ik kleine nieuwe scheuten aan de stammen. En al gauw kregen de takken nieuwe bladeren. We hadden onverwacht mooie bonsai boompjes gekweekt!

De twee ontvoerde mariquitas, een mooie spaanse benaming voor lieveheersbeestjes hebben waarschijnlijk toch voor nageslacht gezorgd. Iedere dag zie ik er meer, ze landen in het zwembad en bevinden zich in de moestuin. Om ze een verdrinkingsdood te besparen en uit eigenbelang schep ik ze met een netje uit het water en transporteer ik ze heel voorzichtig op een blad van een boom. Op dit moment heb ik nog geen luizen gespot, maar de ecologische methode is stand-by.

‘Do it natural’. Crista Pearson

Ga naar de inhoud