MADRID – Honderd jaar geleden in 1918 werden de Picos de Europa (Asturië) en Ordesa y Monte Perdido (Aragón) tot nationaal park of Parque Nacional verklaard. Dit waren toen de eerste beschermde natuurgebieden van Spanje en van de wereld. Nu zijn er vijftien te vinden in Spanje.

In 1916 nam Koning Alfonso XIII de wet Ley de Parques Nacionales aan voor een tijdsduur van 24 maanden. Twee jaar later in 1918 werden de berg van Covadonga, wat nu het Parque Nacional de los Picos de Europa heet en de Ordesa vallei, wat nu het Parque Nacional de Ordesa y Monte Perdido heet uitgeroepen tot beschermd natuurgebied. Dat was een wereldprimeur volgens de krant EcoDiario.

Sindsdien is het netwerk van beschermde natuurparken uitgegroeid tot 15 natuurparken op het Spaanse vasteland, de Balearen en Canarische Eilanden. Het laatste natuurpark wat zich bij de Red de Parques Nacionales voegde was sierra de Guadarrama (Madrid en Castilla y León) in 2013.

De 15 natuurparken zijn verspreid over 19 provincies in 12 autonome deelstaten en hebben een totale oppervlakte van ongeveer 400.000 hectare, een 0,76% van de totale oppervlakte van Spanje.

Alle 15 natuurparken zijn verschillend waarbij het grootste de Sierra Nevada in Andalusië is met 86.300 hectare en de kleinste de Tablas de Daimiel in Castilla-La Mancha met slechts 3.000 hectare.

Natuurparken

Er zijn 15 natuurparken (Parques Nacionales) te vinden in Spanje, te weten Islas Atlánticas (Galicië); Aigüestortes i Estani de Sant Maurici (Catalonië); Cabañeros en Tablas de Daimiel (Castilla-La Mancha); Monfragüe (Extremadura); Doñana, Sierra Nevada (Andalusië), Sierra de Guadarrama (Madrid en Castilla y León), Picos de Europa (Asturië), Ordesa y Monte Perdido(Aragón).

Bij de eilanden bestaan de natuurparken Archipiélago de Cabrera (Mallorca), Caldera de Taburiente (La Palma), Timanfaya (Lanzarote), Teide (Tenerife) en Garajonay (La Gomera).