De woningmarkt in Spanje heeft een groot tekort aan sociale huurwoningen, waardoor veel gezinnen het moeilijk hebben om betaalbare huizen te vinden. Volgens een recent rapport van het Observatorium voor Woning en Grond, dat is opgesteld door het Spaanse Ministerie van Huisvesting, investeert Spanje slechts 34 euro per inwoner in sociale woningbescherming. Dit is veel minder dan het Europese gemiddelde van 160 euro per inwoner. Landen zoals Duitsland, Frankrijk en Zweden besteden vijf tot acht keer zo veel aan deze steun.
Om het Europese gemiddelde te bereiken, zou Spanje zijn sociale woningvoorraad met 4,7% moeten verhogen. Dit komt neer op de bouw van ongeveer 850.000 extra sociale huurwoningen. Echter, het huidige tempo van investeringen en de promotie van beschermde woningen in het land wijzen niet op een snelle verbetering in deze richting.
In andere Europese landen met een groter aanbod aan sociale huurwoningen speelt overheidsinterventie een cruciale rol in de woningmarkt. In Nederland is 29% van de woningen bestemd voor sociale huur, in Oostenrijk 24%, in Denemarken 20% en in Frankrijk 17%. Deze percentages steken schril af tegen de 3,3% in Spanje, waar het aanbod van sociale huurwoningen onvoldoende is om aan de vraag te voldoen.
Het rapport van het ministerie analyseert ook de investeringen in woningpromotie en bouwstimulansen. Tussen 2007 en 2022 bedroegen deze investeringen in Spanje 2,2 miljard euro, wat neerkomt op een gemiddelde van 46,90 euro per inwoner. Opnieuw blijft Spanje achter bij de meeste Europese buurlanden; landen als Luxemburg en Ierland investeren jaarlijks ongeveer 160 euro per inwoner in woningbouw.
Het tekort aan sociale huurwoningen heeft directe gevolgen voor huishoudens met een lager inkomen. Terwijl de EU gemiddeld 3,2 sociale huurwoningen per 100 inwoners heeft, ligt dit aantal in Spanje op slechts 1,3. Dit tekort benadrukt een woningmarkt waarin de private sector domineert en overheidsinterventie onvoldoende is om betaalbare huisvesting te garanderen.
De totale sociale woningvoorraad in Spanje wordt geschat op ongeveer 318.000 eenheden. Hiervan zijn er ongeveer 197.000 in handen van autonome regio’s en aanverwante entiteiten, terwijl 121.000 eigendom zijn van gemeenten. Dit aantal dekt slechts 1,72% van de 18,5 miljoen huishoudens in het land, wat de kloof met andere Europese landen bevestigt.
Naast de beperkte beschikbaarheid wijst het rapport op de verouderde staat van veel sociale huurwoningen, die vaak toe zijn aan renovatie. Het gebrek aan investeringen in onderhoud en verbetering heeft de capaciteit van deze woningen om aan de vraag te voldoen verder verminderd, waardoor het probleem van toegang tot betaalbare huisvesting verergert.
De bouw van beschermde woningen heeft in Spanje de afgelopen decennia een drastische daling gekend. In 1985 bereikte het land een record met 114.067 voltooide beschermde woningen. Sindsdien is het aantal geleidelijk afgenomen, met een dieptepunt in 2017, toen slechts 4938 beschermde woningen werden gebouwd.
Hoewel er in de afgelopen jaren een lichte opleving is geweest in de bouw van beschermde woningen, blijft het tempo onvoldoende om te voldoen aan de groeiende vraag en de stijgende huurprijzen. Het rapport benadrukt de noodzaak van een herziening van het nationale huisvestingsbeleid, met een grotere focus op de ontwikkeling en promotie van sociale huurwoningen om de huidige crisis aan te pakken en te zorgen voor betaalbare huisvesting voor alle burgers.