MADRID – Een rechter in Madrid heeft de politieke partij Partido Popular (PP) niet schuldig verklaard voor het verwijderen en wissen van de harde schijven van computers die men nodig had voor een fraude en corruptie onderzoek wat betreft de voormalige penningmeester Luis Barcenas. Volgens de rechter is duidelijk dat de computers vroegtijdig zijn gewist maar kan niet bewezen worden om welk materiaal het gaat en wie het gedaan heeft.

Deze zaak speelt al sinds 2013 toen er een onderzoek gestart werd naar de voormalige PP penningmeester Luis Barcenas die voor fraude, corruptie en witwassen terecht staat. Ook zijn politieke partij Partido Popular (PP) moest voor de rechter verschijnen vanwege de betrokkenheid bij het ontvangen van ‘zwart’ geld, fraude en in dit geval voor het wissen en verwijderen van harde schijven uit computers die door de politie in beslag waren genomen als bewijsmateriaal.

In 2017 besliste een rechter al dat de PP partij samen met de huidige penningmeester en twee andere medewerkers voor de rechter moest verschijnen voor het wissen van de harde schijven van de computers die van de van fraude en corruptie beschuldigde Bárcenas waren. Het was toen de eerste keer dat een politieke partij strafrechtelijk vervolgd werd. 

De rechter heeft nu beslist dat de PP als partij en daarnaast de drie verdachte medewerkers Carmen Navarro (voormalig penningmeester), Alberto Duran (advocaat) en José Manuel Moreno (IT specialist) niet schuldig zijn omdat niet genoeg bewezen kan worden dat zij iets met het wissen van de harde schijven te maken hebben. Ook vindt de rechter dat de getuigenis van de voormalige penningmeester Luis Barcenas niet helemaal te vertrouwen is.

Feiten

Ondanks dat de verdachten in juli 2016 gevraagd hadden om niet voor de rechter te hoeven verschijnen meende het Provinciaal Hof in Madrid dat er genoeg bewijs was dat er een strafbaar feit heeft plaatsgevonden. De PP als vennootschap en de medewerkers van die partij konden niet in hoger beroep gaan tegen deze beslissing aangezien deze bindend was. 

Volgens het Hof waren er bewijzen genoeg dat de PP medewerker en IT specialist José Manuel Moreno zich strafbaar heeft gemaakt door maar liefst 35 keer de harde schijven van verschillende computers te wissen en daarna te bekrassen om er zeker van te zijn dat er geen informatie meer op zou staan. Daarna gooide hij deze harde schijven op aangeven van juridisch adviseur Alberto Durán in het afval. Deze twee medewerkers moesten dan ook als verdachten voor de rechter verschijnen.

De zaak van de gewiste harde schijven van de computers van de PP gaat terug naar het jaar 2013 toen bekend werd dat er vermeende enveloppen met zwart geld rondgingen binnen de politieke partij Partido Popular. Daar werd de PP ook voor veroordeeld waarna een motie van wantrouwen volgde en de voormalige premier Mariano Rajoy moest opstappen.

Als hoofdverdachte werd al snel de toenmalige penningmeester Luis Bárcenas naar voren geschoven die dan ook miljoenen euro’s op bankrekeningen in het buitenland had staan. In een onderzoek naar die zaak gaf rechter Ruz opdracht om de computers in het partijgebouw van de PP in beslag te nemen omdat deze belangrijke informatie zouden kunnen bevatten.

De PP had deze computers echter in beslag genomen om, zoals de toenmalige partijsecretaris María Dolores de Cospedal bekend maakte, zelf onderzoek te doen. Rechter Ruz wilde echter de computers toch hebben waarop een rechterlijk bevel werd afgegeven en de computers in beslag werden genomen. 

Op dat moment waren de harde schijven echter al vervangen en waren de oude harde schijven gewist en kapot gemaakt. Volgens de PP was dat een routinekwestie vanwege de veiligheid maar dat geloofde toen bijna niemand.