Spanje heeft volgens een rapport van de Amerikaanse denktank Tax Foundation de hoogste vermogensbelasting van Europa. Terwijl veel Europese landen deze belasting hebben afgeschaft of sterk hebben beperkt, blijft Spanje vasthouden aan een stelsel dat steeds meer welgestelde inwoners richting Portugal of Andorra drijft.
In Spanje betalen ongeveer 200.000 mensen jaarlijks de Impuesto sobre el Patrimonio, de belasting op vermogen. Deze belasting, die afhankelijk van de regio kan oplopen tot meer dan 3 procent, zorgt ervoor dat Spanje een uitzondering vormt binnen Europa. Landen als Frankrijk, Duitsland en Zweden hebben deze belasting al jaren geleden afgeschaft vanwege de negatieve effecten op hun economie.
Econome Cristina Enache van de Tax Foundation legt uit dat de opbrengst van de Spaanse vermogensbelasting relatief laag is, terwijl de economische schade groot kan zijn. Volgens haar weegt het verlies aan investeringen, werkgelegenheid en ondernemerschap niet op tegen de beperkte inkomsten die de belasting oplevert.
Steeds meer rijke Spanjaarden verhuizen daarom naar buurlanden met gunstigere belastingregels. Portugal biedt bijvoorbeeld een aantrekkelijk belastingstelsel voor nieuwe inwoners, terwijl Andorra al langer een magneet is voor wie lagere belastingen wil betalen en dicht bij Spanje wil blijven wonen.
De gevolgen van deze ‘vermogensvlucht’ worden inmiddels duidelijk. Bedrijven investeren minder in Spanje, en verschillende regio’s, vooral Madrid en Catalonië, merken dat vermogende inwoners hun bezittingen verplaatsen. Critici waarschuwen dat dit op termijn de groei van de Spaanse economie kan afremmen.
Toch blijft de Spaanse regering vasthouden aan het huidige beleid. Ze stelt dat de belasting nodig is om de ongelijkheid te verkleinen en sociale programma’s te financieren. De vraag is echter hoe lang dat standpunt houdbaar blijft nu steeds meer kapitaal het land verlaat.
