SEVILLA – Vorige week publiceerde de krant El País een ontroerende brief van een 57-jarige vrouw die er voor koos euthanasie te plegen. Estrella López Álvarez stierf op haar 57e. In de brief vertelt ze over de administratieve nachtmerrie waar ze door moest doordat de in Spanje recente euthanasiewet nog niet goed wordt toegepast. Wij vertaalden haar woorden integraal.
Mijn naam is Estrella López Álvarez. Sinds 34 jaar leid ik aan Multiple Sclerosis. Na vier maanden van een ware kwelling doorheen de administratieve wereld, zal ik mijn recht opnemen om op te houden te lijden. Vandaag brengt men mij euthanasie toe.
Ik heb 57 jaar lang geleefd. Ik ben gelukkig geweest en hou van het leven. Ik hou van mijn man en ben dol op mijn zoon. Ik ben omringd door goede mensen. Het leven weegt niet op mij, maar sinds een jaar is mijn leven geen waardig leven meer. Mijn liefde voor dit leven past niet meer bij het leven dat me rest.
Vele jaren lang leefde ik samen met mijn ziekte, met betere en minder goede episodes. Maar sinds iets meer dan een jaar kan ik niet meer voor mezelf zorgen, sleep ik me van het bed naar de zetel, heb ik hulp nodig bij de dagelijkse taken en kan ik van geen enkele activiteit ten volle genieten. Wandelen, schilderen, lezen, naar de radio luisteren of televisie kijken. Ik kan zelfs geen telefoongesprek volhouden met mijn geliefden. Mijn leven is veranderd in een constante en ondraaglijke lijdensweg.
Ik wachtte al meer dan een jaar op de goedkeuring van de wet van euthanasie. Wanneer die vorig jaar in juni in werking trad, had ik al de intentie hulp te vragen om te kunnen sterven. Ik moest een paar maanden wachten omdat de overheid van Andalucia de legale stappen niet nam om de wet finaal in werking te doen treden, ook al was hij legaal al erkend. In november kon ik eindelijk mijn aanvraag indienen, ook al wist niemand in de administratie hoe die precies te verwerken. Het proces begon min of meer normaal, maar al snel verschenen een reeks ongenomen beslissingen en uitstellingen, die enkel kunnen worden verklaard door middel van de onkunde van de administratie. Dat heeft waarschijnlijk iets te maken met hun politieke onwil. Het zou me te ver brengen in detail te treden, maar het resultaat is dat een procedure die een maand zou moeten duren in mijn geval vier maanden aansleepte.
En het gaat niet enkel om het uitstel. De beslissing om te willen sterven is niet eenvoudig geweest, noch voor mij, noch voor mijn familie. Maar eens genomen en aanvaard, was het moeten nemen van een waar hindernisparcours vol teleurstellingen, of de inbreuk op de intimiteit van mijn verdriet en mijn geliefden, enkel een toevoeging van lijden aan het lijden. Tijdens die vier maanden heb ik me meermaals veroordeeld gevoeld, heb ik moeten verdragen dat men mijn lijden in twijfel trok, heb ik me moeten onderwerpen aan een onterechte psychologische test, en heb ik verschillende administratieve klachten moeten indienen voor wanbeheer. Kort samengevat zijn mijn laatste weken het tegendeel geweest van de vredevolle ervaring, rust en de affectie die ik mij had ingebeeld na het maken van mijn beslissing.
Afgelopen 22 Maart werd eindelijk de laatste stap genomen en vertelde men mij dat mijn wens om te sterven aanvaard was. Eindelijk zou mijn wil om een waardige dood te sterven worden gerespecteerd. Ik organiseerde het afscheid en koos een datum. Mijn zoon zou komen, die in het buitenland woont, we zouden een hele week samen zijn en op 7 of 8 april naar het ziekenhuis gaan. Maar de laatste absurditeit moest nog komen. Op 28 Maart laat het bestuur van het ziekenhuis ons weten dat 1) Euthanasie op een zaterdag moet gebeuren (¿!!?), 2) het niet de week voor Pasen of de week van Pasen kan zijn (?!!?), 3) dat het of 2 april of pas 23 april zou moeten zijn. Ik stelde voor om thuis te sterven op een vroegere datum, maar in dat geval kon ik niet op medische hulp rekenen. Zonder commentaar.
Om te besluiten, wil ik nota maken van mijn tevredenheid in een land te leven dat bij wet vaststelt dat ik over mijn eigen leven mag beslissen wanneer ik in extreem lijden verkeer. Zonder die wet had ik waarschijnlijk een erg foute beslissing moeten nemen, zoals veel anderen hebben moeten doen in het nabije verleden. Maar de wet heeft wil en middelen nodig om te worden uitgevoerd. In deze zaak heeft men bovendien nog iets anders nodig: een bijzondere, menselijke gevoeligheid die in mijn geval jammer genoeg afwezig is geweest, met uitzondering dan voor het geval van mijn dokters, zowel de hoofdarts als de palliatieve arts. Tegenstrijdig genoeg heeft een wet die de wreedheid van het einde van mijn leven therapeutisch moest verzachten tot een andere wreedheid geleid, die van de administratieve gruwel.
Ik hoop dat mijn getuigenis hen helpt die na mij komen. Veel geluk. Estrella López Álvarez