De Europese Commissie heeft een groots plan gepresenteerd om een Europees hogesnelheidsnetwerk te creëren dat de belangrijkste hoofdsteden met elkaar moet verbinden. Een van de opvallendste voorstellen is een treinverbinding tussen Madrid en Parijs die de reis in slechts zes uur mogelijk maakt.
Het plan maakt deel uit van de Europese strategie om het reizen per trein aantrekkelijker te maken dan vliegen, vooral op korte en middellange afstanden. Brussel wil hiermee de CO₂-uitstoot flink verminderen en duurzame mobiliteit in Europa stimuleren. De nieuwe infrastructuur zou moeten zorgen voor snellere, comfortabelere en goedkopere verbindingen tussen landen.
De Commissie benadrukt dat grensoverschrijdende knelpunten uiterlijk in 2027 opgelost moeten zijn. Daarnaast komt er een uitbreiding van bestaande corridors waar treinen met snelheden boven de 250 kilometer per uur kunnen rijden. Het doel is om tegen 2040 alle Europese hoofdsteden via hogesnelheidslijnen met elkaar te verbinden.
Voor Spanje is dit plan bijzonder gunstig. Het land beschikt al over het grootste netwerk voor hogesnelheidstreinen in Europa en geldt in Brussel als voorbeeld vanwege de efficiënte aanleg en het goed georganiseerde onderhoud. Madrid zou daardoor een van de centrale knooppunten van het nieuwe netwerk kunnen worden.
De totale investering voor het Europese hogesnelheidsnetwerk wordt geraamd op ongeveer 550 miljard euro. Dit bedrag omvat de aanleg van nieuwe lijnen, modernisering van bestaande trajecten en verbeteringen aan stations en grensovergangen. Brussel wil een deel van de kosten via Europese fondsen dekken, maar verwacht ook dat lidstaten en private partijen bijdragen.
Toch zijn er nog veel onzekerheden. Er is nog geen concreet tijdschema of vast financieringsplan opgesteld. Succes zal afhangen van de samenwerking tussen de landen, de spoorbedrijven en de Europese instellingen. Ondanks de uitdagingen spreekt Brussel van een “realistisch en noodzakelijk project” om het reizen in Europa sneller, groener en eenvoudiger te maken.
