MADRID – Over het algemeen gaan de meeste vakantiegangers tegenwoordig met het vliegtuig naar Spanje op vakantie, mede vanwege het feit dat de vluchten steeds goedkoper lijken te worden, de afstand voor velen net iets te groot is en de tolwegen in Frankrijk (en Spanje) steeds duurder worden. Ga je toch met de eigen auto op vakantie naar Spanje dan is het onderstaande wel eens makkelijk om te weten.

Over het algemeen is het rondrijden in Spanje een aangename maar soms ook gevaarlijke situatie. Op de wegen is op de meeste plaatsen niets aan te merken maar het weggebruik en andere manieren van het autorijden van de Spanjaarden kunnen weleens voor gevaarlijke situaties zorgen. Jaarlijks overlijden er nog steeds meer dan 1.160 mensen in het verkeer en in 2016 stierven er gedurende de zomermaanden 253 weggebruikers in Spanje. Daarom is het wel makkelijk om het volgende eens te lezen (ook voor diegene die in Spanje wonen).

Tolwegen

In Spanje heeft men geen vignet zoals in bijvoorbeeld Zwitserland maar ze kennen wel de tolwegen waar voor het gebruik van bepaalde stukken weg betaald moet worden. Zo beginnen de tolwegen al meteen na het passeren van de Spaanse grens in de provincie Girona, bekend van de Costa Brava. De meeste autorijders hebben deze regio als eindbestemming of men rijdt nog een stuk verder naar Barcelona, de Costa Dorada, Costa Blanca of zelfs de Costa del Sol, helemaal in het zuiden.

De tolwegen zijn niet de goedkoopste van Europa en het gebruik hiervan kan flink oplopen. Het betalen van de tolwegen kan met credit card gebeuren of met gepast geld. Spanjaarden hebben een systeem wat Teletac heet en niet meer is dan een apparaatje wat je op de vooruit plakt en waarmee je zo kunt doorrijden. De Teletac gebruikers zijn de enigen die gebruik mogen maken van de ingangen van de tolpoorten waar de weg blauw (of groen) is geverfd. Betaal je met een credit card dan mag je daar wel inrijden maar kun je niet betalen aangezien de slagboom niet open zal gaan. Dit zal voor veel ergernis zorgen bij de Teletac gebruikers want die kunnen zo niet doorrijden.

De laatste jaren zijn de alternatieve wegen naast de tolwegen steeds beter geworden en liggen ze daarnaast vaak letterlijk naast de tolweg. Heb je geen zin om tol te betalen dan kun je altijd gratis gebruik maken van de nationale wegen. Let echter wel op dat het hier vaak drukker is, er minder snel gereden wordt en er meer opstoppingen zullen zijn. Op veel plaatsen kan het in de zomermaanden heel erg druk zijn (ook met vrachtverkeer) waardoor er files kunnen ontstaan, met name langs de badplaatsen waar iedereen in de auto stapt om naar het strand te gaan, net zoals in Nederland en België.

Files en verkeersdrukte

Spanje is een erg groot land waar het soms wel lijkt of je in een niemandsland bent want er rijdt verder helemaal niemand. Wegen zijn soms aangelegd in woestijnachtige gebieden of in bergachtige streken. Aan asfalt heeft men in Spanje geen gebrek en eigenlijk liggen overal wel meerdere wegen, sommigen heel oud en onverzorgd en anderen weer extreem modern. Het kan dus voorkomen als je bijvoorbeeld in de deelstaat Aragon rijdt dat je niemand tegen komt en dat kan heel prettig zijn.

Aan de andere kant, rijdt je langs de middellandse zeekust, bij de steden Girona, Barcelona, Tarragona, Valencia en Alicante dan kan het erg druk zijn, zeker in de maand augustus wanneer heel Spanje in de auto stapt op weg naar de verkoelende kust. Houdt hier dus rekening met eventuele vertragingen en files met daarnaast moeilijk te vinden parkeerplaatsen. Met name bij de Costa Brava, Costa Dorada, Costa Blanca en Costa del Sol kan het gedurende de zomer erg druk zijn op de wegen.

Boetes

Houdt je van te hard rijden, let dan op in Spanje. Overal in het land staan flitspalen die weliswaar aan worden gegeven met borden maar die echter niet altijd opvallen. Er zijn flitskasten langs de kant van de weg, palen met daarop camera’s en camera’s die verstopt hangen achter de bewegwijzeringsborden boven de wegen. Daarnaast zijn er diverse tunnels waarbij gekeken wordt naar de snelheden door middel van het aantal minuten dat je in een tunnel rijd. Ook heeft men mobiele flitskasten die men soms erg opvallend langs de wegen zet, wordt je dan toch geflitst dan moet je misschien een bril hebben want ze vallen heel erg op. Op sommige plaatsen staan politieauto’s met een camera erin langs de kant van de weg, meestal Renaults, Seats of Opels, waarna er een stuk verder politieagenten staan die je aanhouden mocht je gepakt zijn voor te hard rijden.

Over het algemeen mag je overal op de snelwegen 120 km per uur rijden tenzij er borden staan van 100 km, 80 km of zelfs 60 km per uur. Op sommige wegen hebben ze digitale borden waarop de snelheden veranderen naar gelang de verkeersdrukte. Op de regionale wegen mag je overal 100 km, 80 km of 60 km per uur rijden terwijl die snelheden binnen de bebouwde kom verlaagd zijn naar 50 km of 30 km per uur. Let echter wel op want het zijn meestal de regionale en lokale wegen waar de meeste verkeersongevallen plaatsvinden in Spanje, met name die hele lange, rechte en ogenschijnlijk overzichtelijke wegen die uiteindelijk erg gevaarlijk kunnen zijn. Daarnaast moet je er rekening mee houden dat men op de regionale wegen of autowegen met een fiets mag rijden, dit kan gevaarlijke situaties opleveren. Ook ontbreken er op veel plaatsen speciale fietspaden waardoor fietsers op de wegen moeten rijden. Ook rijden er overal meer scooters rond die overal tussen door schieten.

Heb je een boete gekregen, dan kun je die meteen betalen of later via de bank of met een credit card. Doe je dit binnen 20 dagen dan betaal je maar 50% van de boete, dit kan ook eventueel via internet gebeuren maar dan moet je een credit card hebben. Boetes van de Spaanse politie komen sinds enkele jaren ook aan in Nederland aangezien de politie uit beide landen (ook België) samenwerken wat betreft bekeuringen. Vroeger gebeurde dat niet en dat was soms wel prettig. Krijg je een boete terwijl je in een huurauto rondrijdt dan kun je er vanuit gaan dat je deze toch zult gaan betalen, dit wordt van je credit card afgehaald.

Tanken

Overal in Spanje staan tankstations, van Repsol, Shell, Cepsa en vele andere merken. Er zijn ook zogenaamde witte pompen met de meest rare namen maar ook benzinepompen bij de supermarkten zoals Eroski, Carrefour of Esclat in Catalonië. Brandstof bij deze witte pompen is meestal goedkoper dan bij de tankstations van bekende merken. Tankstations langs de snelwegen zijn altijd duurder dan die op andere plaatsen. Tanken kun je met contant geld of met een credit card (met of zonder pin). Bij de witte pompen gaat dat vaak automatisch maar dan moet je een credit card hebben met pin of je moet een handtekening zetten en je paspoort of ID laten zien. Bij veel tankstations hebben ze ook nog zoals vroeger personeel lopen die voor jou tanken, dat is een leuke service.

Als je Diesel moet tanken moet je er rekening mee houden dat deze anders heet, namelijk Gasoil. Op veel plaatsen heeft men twee verschillende Gasoils, een dure en een normale. In Spanje wordt over het algemeen meer diesel getankt dan benzine en de prijzen zijn nog steeds iets lager dan in Nederland of België maar het verschil wordt steeds kleiner (de wegenbelastingen echter niet). In Spanje rijdt bijna niemand met gas dus heb je een LPG dan kun je niet overal terecht om te tanken. Ook elektrische auto’s hebben het moeilijker want bijna nergens staan oplaadpunten.

Pech en ongevallen

Sta je met pech langs de kant van de weg dan moet er een sleepwagen komen om je auto naar een garage te brengen, net zoals in Frankrijk. Dit wordt meestal geregeld door je eigen verzekeringsmaatschappij dus daar hoef je zelf niet veel voor te doen, alleen bellen en wachten. Heb je een aanrijding gehad dan moet je wachten op de politie en dien je een internationaal schadeformulier in te vullen. Blijf daarbij vooral rustig want Spanjaarden kunnen nogal theatraal doen op zo’n moment.

Hopelijk ben je nu iets meer te weten gekomen over het autorijden in Spanje en wensen wij iedereen een prettige maar vooral veilige autovakantie.