MADRID – Het aantal vrouwen dat het Spaanse leger wil versterken als beroepsmilitair is de afgelopen vier jaar van 11% naar 17% gestegen. Ook de Spaanse Fuerzas Armadas probeert meer vrouwen aan te trekken om zo het aandeel vrouwelijke militairen te verhogen in Spanje.
Het Ministerie van Defensie wil dat het huidige aandeel van slechts 12,8% aan vrouwelijke beroepsmilitairen de komende jaren stijgt. Dit percentage is namelijk de laatste jaren vrij constant gebleven maar als het aan de vrouwelijke minister van Defensie ligt moet dat omhoog gaan.
In 1988 opende het Spaanse leger de deur voor vrouwen en sindsdien is het aandeel vrouwelijke beroepsmilitairen gestaag gestegen. Maar van het totaal van circa 132.000 beroepsmilitairen dat Spanje rijk is zijn er slechts 15.584 vrouwen.
Minister Robles van Defensie zegt dat de vrouwen bij het Spaanse leger een belangrijke rol spelen, met name tijdens vredesmissies. De minister vindt dat er meer vrouwelijke militairen bij moeten komen de komende jaren. Daarom komen er campagnes om vrouwen aan te moedigen zich aan te melden voor een carrière als beroepsmilitair in Spanje.
Spaanse strijdkrachten
De ‘Fuerzas Armadas’ hebben in Spanje een troepensterkte van bijna 132.000 manschappen en bestaat uit de marine (armada) met meer dan 22.000 manschappen, de landmacht (ejército de tierra) met bijna 80.000 manschappen, de luchtmacht (ejército del aire) met meer dan 22.000 manschappen, de militaire noodeenheid (Unidad Militar de Emergencias, UME) met zo’n 5.000 manschappen en de koninklijke wacht (guardia real) met zo’n 1.500 manschappen.
Dienstplicht
In Spanje heeft de dienstplicht de naam ‘Servicio militar obligatorio’ of in de volksmond ‘mili’. Deze werd op 31 december 2001 afgeschaft waarna Spanje alleen nog een professioneel leger heeft bestaande uit zo’n 132.000 manschappen.
De dienstplicht werd in Spanje in 1968 ingesteld met de ‘Ley General del Servicio Militar’. De ‘mili’ in Spanje had in eerste instantie een duur van 15 maanden en 18 maanden bij de marine. In 1991 werd de dienstplicht ingekort naar 9 maanden waarna deze uiteindelijk eind 2001 helemaal werd afgeschaft.