MADRID – Recent werd bekend dat men in Nederland binnenkort gaat beginnen met het plaatsen van een tweede boosterprik (in totaal dus de vierde coronaprik) bij 70-plussers, bewoners van verpleeghuizen en mensen met een ernstig verminderde weerstand. Maar hoe is dat in Spanje, krijgen daar 70-plussers ook al een tweede boosterprik?
Op 13 januari werd in Spanje besloten de vierde coronaprik toe te staan bij bepaalde groepen kwetsbare personen. De reden voor deze beslissing was het hoge aantal besmettingen en de verspreiding van de Omicron-variant. De vierde coronaprik volgt op de eerste, tweede en de (derde) boosterprik en wordt vijf maanden na de laatste coronaprik gezet.
Deze vierde coronaprik geldt op dit moment alleen nog voor personen met een afweerstoornis (immuungecompromitteerden) ofwel immuungecompromitteerde patiënten, in het Spaans ‘inmunodeprimidos’. Het gaat om inwoners van Spanje die in Groep 7 zitten en een zeer hoog risico hebben op infectie zoals personen met taaislijmziekte, hematopoëtische stamceltransplantatie, orgaantransplantatie en op de wachtlijst staan voor orgaantransplantatie zoals long-, nier-, pancreas-, hart-, lever- of darmtransplantatie.
Ook dialysepatiënten van verschillende gradaties, patiënten met onco- en hematologische ziekten en verschillende soorten kankerpatiënten met of zonder chemotherapie evenals verschillende gevallen van HIV, immunodeficiënties of personen met Down-syndromen ouder dan 40 jaar komen in aanmerking voor een vierde coronaprik. Het gaat om ongeveer 120.000 personen in Spanje.
En de 70-plussers zoals in Nederland? Voorlopig is daar nog geen beslissing over genomen in Spanje en kunnen alleen de eerder genoemde groepen personen een tweede boosterprik krijgen in Spanje.
Op dit moment is niet bekend of deze vierde dosis wordt uitgebreid naar de rest van de bevolkingsgroepen en dus ook de 70-plussers. Alles wijst erop dat dit in de nabije toekomst wel zal gebeuren, zoals ook is gebeurd met de derde dosis. Op dit moment zijn er echter nog geen officiële bevestigingen gegeven door het Ministerie van Volksgezondheid of de regionale gezondheidsautoriteiten in de autonome regio’s.