Wereldberoemd zijn ze, de lollipops (lekstokken in het Vlaamse dialect) van het Spaanse Chupa Chups. Alleen gaat het niet goed met het bedrijf. In een poging het faillissement af te wenden, krimpt het bedrijf al voor het derde jaar op rij.

Het verhaal van de Spaanse lollipop Chupa Chups (van chupar: zuigen) gaat al terug tot 1958. Oprichter Eric Bernat werkte toen in de appelconfituurfabriek Granja Asturias. Toen hij voorstelde lollipops te maken, lieten de investeerders hem in de steek. Bernat nam het bedrijf zelf over en herdoopte het Chupa Chups. Het idee om lollipops te maken kwam er omdat Bernat na het smelten van zoetigheden altijd kleverige handen op nahield. In die tijd werden zoetigheden niet zozeer voor kinderen gemaakt. 

Bernat ontwierp een gestreept snoepje op een houten stokje en verkocht die aan 1 peseta per stuk. Bovendien slaagde hij er in Salvador Dalí het bekende logo te laten ontwerpen. Winkeliers werden opgedragen de chupa chups laag aan de kassa te plaatsen, binnen het bereik van een kinderhand. En de rest is geschiedenis. 

Vandaag is het bedrijf in handen van het Italiaans-Nederlands consortium Perfetti Van Melle en verkoopt het de zoetigheid in 150 verschillende landen. Perfetti van Melle kocht het familiebedrijf in 2006 voor 400 miljoen euro.

En toch gaat het al een paar jaar niet goed met het bedrijf. Zopas verlaagde het haar kapitaal nog maar eens met 18,5 miljoen euro om het faillissement af te wenden. De pandemie zorgde voor een stevige daling in de omzet, en of het historische merk die crisis ooit nog helemaal te boven komt, valt nog af te wachten.