De gemiddelde getaxeerde prijs van woningen steeg in het eerste kwartaal van het jaar met 3% tot 1.788,4 euro per vierkante meter, het hoogste cijfer sinds het laatste kwartaal van 2010, toen het 1.825,5 euro per vierkante meter bereikte, volgens gegevens van het Ministerie van Transport, Mobiliteit en Stedelijke Agenda (Mitma).

Hoewel de jaarlijkse groeisnelheid in het eerste kwartaal iets daalde vergeleken met van het voorgaande kwartaal, steeg de gemiddelde prijs van woningen met 2% in kwartaal termen (eerste kwartaal van 2023 vergeleken met het vierde kwartaal van 2022). De gemiddelde waarde van de vierkante meter van woningen jonger dan vijf jaar oud bedroeg in de periode januari tot maart 2.112,10 euro, een stijging van 6,6% vergeleken met dezelfde periode in 2022, terwijl woningen ouder dan vijf jaar een jaarlijkse stijging van 3% kenden, tot 1.778,1 euro per vierkante meter.

Wat de autonome regio’s betreft, vonden de grootste jaarlijkse prijsstijgingen voor vrije woningen in het eerste kwartaal plaats op de Balearen, met een stijging van 7,8% tot 2.803 euro per vierkante meter; Andalusië (+4,8%, 1.466 euro per vierkante meter); Canarische Eilanden, waar de prijs met 4,7% steeg tot 1.670 euro per vierkante meter, en Madrid dat de prijzen met 4,6% verhoogde tot 2.978 euro per vierkante meter.

Madrid was de regio met de hoogste prijs, gevolgd door de Balearen (2.803 euro per vierkante meter); Baskenland (2.541 euro per vierkante meter) en Catalonië (2.186 euro per vierkante meter). Daarentegen waren de laagste prijzen in Extremadura (880 euro per vierkante meter); Castilla-La Mancha (929 euro); Murcia (1.049 euro) en Castilla y León (1.057 euro).

Met betrekking tot gesubsidieerde woningen, is de gemiddelde prijs per vierkante meter in het eerste kwartaal op 1.163,70 euro, een stijging van 1,9% vergeleken met dezelfde periode in 2022 en 0,5% hoger dan de waarde van het laatste kwartaal van vorig jaar.