Nederlandse film ‘De Beentjes van Sint Hildegard’ binnenkort in het Spaans te zien

Nederlandse film ‘De Beentjes van Sint Hildegard’ binnenkort in het Spaans te zien
Beeld: YouTube

Nederlandse film ‘De Beentjes van Sint Hildegard’ binnenkort in het Spaans te zien

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Het Twentse dialect zal natuurlijk niet te horen zijn in de in het Spaans nagesynchroniseerde variant maar de bekroonde Herman Finkers-film ‘De Beentjes van Sint Hildegard’ zal later dit jaar als alles goed gaat ook in de Spaanse bioscopen te zien zijn. In Nederland gingen in 2020 circa 720.000 bioscoopbezoekers de film bekijken.

Nadat de film op de Nederlandse televisie debuteerde op Koningsdag 2021 werd door de regisseur Johan Nijenhuis bekend gemaakt dat distributeur La Aventura de film in een Spaanse nasynchronisatie gaat uitbrengen. 

Elf jaar geleden haalde een andere Nijenhuis-film ook de Spaanse bioscopen met Foeksia de Miniheks. Op de Spaanse televisie of bij streamingdiensten zijn ook al de series en films Costa en Verliefd op Ibiza te zien geweest.

De beentjes van Sint-Hildegard is een Nederlandse film uit 2020 met in de hoofdrollen Herman Finkers en Johanna ter Steege. De film wordt grotendeels gesproken in de Twentse streektaal. De film is gebaseerd op het scenario van de Tsjechische film Teorie tygra uit 2016.

Verhaal

Het verhaal begint wanneer Arend, de 89-jarige schoonvader van hoofdpersoon Jan (Herman Finkers), besluit om zijn grootste wens in vervulling te laten gaan. Hij is al jaren van plan om een voetreis te maken naar Rüdesheim aan de Rijn waar zich de beenderen van Sint Hildegard bevinden. Zijn vrouw heeft daar echter steeds een stokje voor gestoken. Wanneer hij op een ochtend de stoute schoenen aantrekt en aan de reis begint, stort hij in Bad Bentheim ter aarde en overlijdt hij.

Jan is 35 jaar getrouwd met Gedda en heeft met haar twee kinderen. Jan is veearts, en Gedda werkt aan de Universiteit Twente, waar ze onderzoek heeft gedaan naar de toegenomen levensverwachting van mannen die door vrouwen bij alles worden bijgestaan. Ze is magna cum laude gepromoveerd op dit onderwerp. 

In de aanloop naar de begrafenis van Arend, die zelf liever gecremeerd en over de Loreley uitgestrooid had willen worden, realiseert Jan zich hoe weinig Arend thuis te zeggen had en hoe veel zijn vrouw Gedda in die zin op haar moeder lijkt. Gedda ziet het huwelijk als een vorm van begeleid wonen en bepaalt daarom alles wat Jan moet doen. Jan besluit het roer om te gooien. Hij gooit het op een akkoordje met de begrafenisondernemer en laat het lichaam van Arend stiekem cremeren om toch de laatste wens van zijn schoonvader in vervulling te laten gaan. Vervolgens speelt hij dat hij aan de ziekte van Alzheimer lijdt, zodat hij wordt opgenomen in een verpleeghuis en zo eindelijk bevrijd is van de regelzucht van zijn vrouw.

De directeur van het verpleeghuis heeft echter al snel door dat er niets met Jan aan de hand is en geeft hem een week de tijd om over de situatie na te denken en keuzes te maken voordat hij Jan weer terug naar zijn vrouw zal sturen. Jan vertrekt vervolgens met de trein naar Bad Bentheim, waar hij een ezel huurt om vanaf daar de pelgrimstocht naar Sint Hildegard af te maken die zijn schoonvader begonnen was. Hij neemt zijn beide kinderen in vertrouwen en laat ze naar Duitsland overkomen om hun de hele situatie uit te leggen en hem op zijn reis te vergezellen. De ziekelijk jaloerse vriend van Jans dochter weet de verblijfplaats van het drietal echter te achterhalen en zo valt Jan uiteindelijk bij Gedda door de mand.

Jan maakt aan Gedda duidelijk dat hij heel veel van haar houdt, maar dat hij graag zelf de regie over zijn leven terug wil. Na een kort moment van bezinning over de nieuwe situatie vervalt Gedda echter weer in haar oude gewoonten van regelzucht. Ze geeft aan dat ze niet kan veranderen. Jan pakt hierop zijn jas en besluit de pelgrimstocht af te maken. 

Terwijl Gedda op haar werk een college geeft over hoe betreurenswaardig het leven van een alleenstaande man is, geniet Jan met zijn ezeltje blijmoedig van zijn tocht langs de Rijn, waarin hij uiteindelijk de as van zijn schoonvader uitstrooit, waarna hij bij Sint Hildegard een kaarsje aansteekt.

Bron: Wikipedia

Ga naar de inhoud