Zoals in Nederland, België en Duitsland de grensbewoners naar een ander land gaan om goedkoper te tanken of boodschappen te doen, gebeurt dit in Spanje ook. Op de grens tussen Spanje en Portugal is het een af en aan rijden tussen beide landen waarbij de bewoners aan beide kanten op zoek zijn naar de beste prijzen.

Spanjaarden en Portugezen maken gebruik van de verschillen in prijzen aan beide kanten van de grens om te besparen. De inflatie is in beide landen hoog, maar in Spanje is deze iets hoger dan in Portugal. Dit leidt ertoe dat de prijzen van sommige producten, zoals olijfolie en brandstof, in Spanje hoger zijn dan in Portugal.

Deze prijsverschillen zorgen ervoor dat mensen in beide landen regelmatig de grens oversteken om te winkelen. In sommige gevallen kan dit betekenen dat je in een ander land moet tanken of boodschappen doen.

Dit grensoverschrijdende fenomeen is niet nieuw, maar het is de afgelopen jaren wel toegenomen. Dit komt doordat de inflatie in beide landen hoger is geworden. De verschillen in prijzen aan beide kanten van de grens kunnen een negatieve impact hebben op de lokale economie. Dit komt doordat mensen minder geld uitgeven in hun eigen land.

De Spaans-Portugese grens is een van de dunst bevolkte en armste grenzen van de Europese Unie. De verschillen in prijzen kunnen voor deze mensen een belangrijke bron van inkomsten zijn.