MADRID – Tijdens een gezamenlijke persbijeenkomst van de minister van Binnenlandse Zaken en de directeur van de Spaanse Verkeersdienst DGT heeft men bekend gemaakt dat er gedurende 2018 in totaal 1.180 personen zijn overleden op het Spaanse asfalt. Dat waren 18 dodelijke verkeersslachtoffers minder dan in 2017 en een verademing want de afgelopen twee jaar (2016 en 2017) steeg het aantal verkeersdoden weer na jarenlange dalingen.
In totaal hebben er het afgelopen jaar 1.072 ongevallen plaatsgevonden waarbij 1.180 verkeersdeelnemers zijn overleden. Daarbij raakten ook nog eens 4.515 personen gewond waarvan veel ernstig met gevolgen voor de rest van hun leven.
Als er gekeken wordt naar de verkeersdeelnemers die om het leven zijn gekomen valt op dat het aantal overleden voetgangers met 48% steeg het afgelopen jaar van de 91 in 2017 naar 135 in 2018. Voetgangers vallen in de groep “gevoelige weggebruikers” (vulnerables) waaronder ook fietsers (36 doden), scooterrijders (30) en motorrijders (211) vallen. Bij de motorrijders zijn 7 personen omgekomen die geen helm droegen. Deze groep was samen goed voor 412 verkeersdoden.
Terwijl het aantal doden bij de gevoelige weggebruikers steeg met 4% daalde het aantal overleden personen die in een personenauto zaten met 55 personen van de 649 in 2017 naar 594 in 2018, een daling van 8,5%. Ook het aantal overleden bestelbus rijders en inzittenden daalde van 75 in 2017 naar 64 in 2018. De overige verkeersdoden werden geregistreerd bij vrachtwagens (61 doden), bus (11) en andere voertuigen (38).
Van de 1.180 dodelijke verkeersslachtoffers was de grootste groep 65 jaar of ouder (249 doden) gevolgd door 45 tot 54 jaar (225), 35 tot 44 jaar (208), 15 tot 24 jaar (187) en 15 tot 24 jaar (148).