MADRID – Spanje heeft de twijfelachtige eer om helemaal bovenaan de lijst te staan van de 27 EU-lidstaten wat betreft het percentage tijdelijke contracten of ‘contratos temporales’. Spanje staat bovenaan op de nummer één positie maar Nederland staat op de derde plaats terwijl België op de veertiende plaats staat.

Een tijdelijk contract (contrato temporal) is voor een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld een paar maanden of een jaar. Werknemers of werkgevers kunnen een tijdelijk contract meestal niet tussentijds opzeggen. Een vast contract loopt door totdat de werknemer of de werkgever het beëindigt. Een vast contract wordt ook wel contract voor onbepaalde tijd genoemd.

In Spanje kent men een tijdelijk contract (contrato temporal), vast contract (contrato indefinido), vast maar onderbroken contract (contrato fijo discontinuo), opleidings- of leercontract (contrato de formación y aprendizaje) en stagecontract (contrato en prácticas).

Het gemiddelde percentage tijdelijke contracten in de hele Europese Unie is 14,2% maar er zijn 11 landen die slechter scoren en 16 landen die betere percentages hebben wat betreft ‘contratos temporales’.

Spanje staat met 24,2% helemaal bovenaan de lijst waarbij het percentage bij mannelijke werknemers 22,7% is en bij vrouwelijke werknemers 25,7%. Als tweede op de lijst staat Polen met 18,4% en 17,4% bij mannen en 19,5% bij vrouwen.

Als derde op de lijst staat verrassend genoeg Nederland met 17,8% tijdelijke contracten waarvan 16,8% bij mannelijke en 18,9% bij vrouwelijke werknemers. Nederland wordt gevolgd door Portugal (17,8%) en Noord-Macedonië (17,8%) met dezelfde percentages dan Nederland.

België staat met 10,1% op de veertiende plaats met 9,0% bij mannelijke en 10,7% bij vrouwelijke werknemers. Het laagste percentage is geregistreerd in Roemenië en Litouwen met 1,2% aan tijdelijke contracten gevolgd door Letland en Estland (2,8%), Bulgarije (3,5%) en Hongarije (5,9%).

Bekijk HIER de tabel van Eurostat.