Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (44)

123rf
Beeld: 123rf

Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (44)

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.

Deze weergave van de Semana Santa in Spanje dateert van een poosje vóór de coronacrisis. Het is dus geen recente weergave. Wij hopen vurig dat de tijden van weleer spoedig zullen weerkeren. 

Heel Spanje staat op z’n kop. Het is Semana Santa. Pasen. Daar maken ze hier een hele week feest van. Het is ongelooflijk zoals dát gevierd wordt. Overal zijn er processies, zelfs in dit kleine dorpje Fortuna. Het lijkt of iedereen meedoet, zoveel mensen als er op de been zijn, allemaal gekleed in veelkleurige zwierige gewaden met een grote puntmuts, die als kap over het hoofd doorloopt. Het is een bonte chaotische stoet.

Links en rechts wordt snoep uitgedeeld aan de vele toeschouwers, vooral de kinderen en buitenlanders worden goed bedacht…. zo galant zijn ze hier. De fanfare en de trommelaars doen hun best om veel lawaai te maken, soms gaat het goed, meestal is de muziek niet om aan te horen, maar dat geeft niks, een beetje vals hoort erbij. Voor de stoet uit loopt de chef van het vuurwerk, want geen feest zonder knallen, de chef heeft het dus druk..

We staan erbij en kijken er naar, maar onze gedachten gaan terug naar vorig jaar toen we met vrienden de Semana Santa hebben gevierd. De processies in Murcia en Crevillent waren zó geweldig, zó indrukwekkend, nee daar kan Fortuna niet tegenop, maar het is ook niet helemaal eerlijk om de grote stad met dit kleine dorp te vergelijken. We nemen ons voor om morgen naar Orihuela te gaan, want dáár zijn de meest indrukwekkende processies van de omgeving, wordt ons verteld. We zijn benieuwd.

Nou, in Orihuela zijn we dus een dag te laat. Er zijn wel processies, en we kijken inderdaad onze ogen uit, maar de meest indrukwekkende was gisteren (witte donderdag), de nacht der smarten. Dát is hét hoogtepunt van de viering. Dat wisten we niet, want wij gingen ervan uit dat dát Goede Vrijdag zou zijn, maar nee, Witte Donderdag dus is de dag van het grote processiegebeuren. Stel je voor: De lichten zijn dan gedoofd, het is aardedonker. In de stoet loopt iedereen heel stil met een kaars in de hand. Je kunt een speld horen vallen.

Een eindeloze rij processiegangers, gehuld in kleurrijke satijnen gewaden en de puntmutsen waardoor men niet herkenbaar is. De sterke mannen zeulen de loodzware beelden en hele beeldengroepen op hun schouders en velen met blote voeten naar het klooster boven op de berg. Dáár blijft iedereen tot diep in de nacht bidden. Langs de route staan duizenden mensen, je kunt een speld horen vallen. Her en der staan langs de route koren opgesteld, die zacht en ingetogen de mooiste liederen ten gehore brengen. Af en toe een zacht tromgeroffel en geritsel van de gewaden.

Als de stoet voorbij is schuiven de toeschouwers bij de processie aan en klauteren zij ook de berg op. Maar deze processie hebben we dus helaas gemist. Jammer, want die moet heel indrukwekkend zijn. Wij zijn er op Goede Vrijdag en dan is het een grote feestelijke processie met veel herrie, rommelig, veel pracht en praal. Alle praalwagens (en dat zijn er nogal wat!) glimmen en blinken, zijn met schitterende bloemen bestoken.

Er wordt gelachen en met handenvol snoep gegooid, het ene muziekkorps na het andere speelt een roffeltje, de mensen roepen en zwaaien, het is een feest van jewelste en wij feesten mee. We duiken een tentje in en genieten van de sfeer en van de café con leche. Heerlijk om na drie uur staan, even te kunnen zitten.

In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER

De Semana Santa wordt in elke plaats op een andere manier afgesloten. In Murcia is daar het feest van de ‘Entiero de las Sardinas” wat betekent: de begrafenis van de sardientjes. Wat een feest. Ik vergelijk het met de carnavalsoptochten in Brazilië, al ben ik daar nooit geweest. Maar zó stel ik me die voor. Veel vuurwerk en vooral veel knallen, daar zijn ze hier gek op. Een giga-optocht van verklede mensen, opgebouwde praalwagens, lichtjes, schittertjes, ingewikkelde bouwsels, kanonnen die confettie schieten, en vooral een boel herrie. Volgens mij zijn alle muziekcorpsen uit de provincie hier om een deuntje mee te blazen en alles blaast door elkaar. Mensen staan te schreeuwen en te joelen van enthousiasme. Overal eettentjes op straat en er wórdt wat gesmikkeld!

Ook Egbert had niets te klagen: op veel glimmende praalwagens staan de mooiste meisjes te zwaaien, hun ontblote borstjes slechts bedekt met een minuscuul zilveren sterretje. Ze dansen met struisvogelveren, en zwieberen met billen en buiken, lonkend en uitdagend naar de twaalf rijen dik opgestelde toeschouwers. Er wordt Olé, olé geroepen, de menigte is uitzinnig. Er rijdt ook een praalwagen mee met een doodskist, waarin een sardientje ligt, dat wordt begraven. Waar de gein vandaan komt weet ik niet, maar er is hilariteit, dans, lol enz. Een feest van jewelste, het wordt een latertje voor ons.

In Fortuna wordt de Semana Santa ook feestelijk afgesloten. ‘Feestelijk’ betekent dus met veel muziek. Aan de voet van de berg met de grot, de Cueva Negra, staan overal kraampjes,  waarop de meest verrukkelijke hapjes klaar staan. Heel Fortuna, iedereen dus, is uitgenodigd om te komen eten, drinken en feesten. Er staan een stuk of dertig paarden opgesteld, wie het leuk vindt mag op een paard het weggetje omhoog naar de Romeinse grot rijden. De ruiters nemen het ervan en staan in de rij. Beneden aan de berg staan enorme ronde paella-pannen van wel een meter doorsnede, te pruttelen boven houtsvuurtjes.

De oudere Spaanse dames, die de kunst van het paella-maken duidelijk in de vingers hebben, staan met meterslange lepels te roeren in de brij met gele – rode – groene rijst. We snuiven de heerlijke geur van de veelheid aan gerechten wellustig op. De dames leggen mij – buitenlandse – omslachtig uit welke kruiden er echt in Paella moeten, en dat er wél een dooie kip in mag, maar de stukjes konijn moeten echt komen van zelf geslachte levende konijnen. Dié zijn het lekkerst. Ik protesteer zwakjes, dat ik die zo zielig vind, maar ze nemen me al gauw te grazen: “Je eet toch ook kip – nou dan? Die moet toch ook eerst geslacht worden?” Ik doe nog een poging om het slachten van konijntjes op het aanrecht aan de kaak te stellen, maar het is een dun poginkje, want ik leg het al gauw af met mijn hypocriete argumenten, dus laat ik het onderwerp maar gauw varen en probeer te genieten van de hapjes die ongevraagd van alle kanten op mijn bordje worden gedeponeerd.

Er is van alles: olijven, komkommers, tomaten, paprika-salades, er staat een barbecue boordevol goudbruine karbonaadjes, worstjes, saté’s, een grote soeppan met schapenvlees pruttelt boven een vuurtje, kortom, teveel om op te noemen. Alles gratis, als je maar plezier hebt. Er worden touwtjespringwedstrijden gehouden. Iedereen doet gierend mee. Ik ook, maar na twee sprongen ben ik al af: voor straf moet ik draaien met het touw tot de volgende af is.

Opeens juicht er iemand en houdt een grote zilveren beker omhoog. We begrijpen dat zij de hoofdprijs heeft gewonnen van iets (geen idee waarvan) en iedereen mag delen in haar gelukzaligheid. Ze wordt luidkeels toegejuicht. De vele kinderen rennen en gillen en vermaken zich fantastisch. Overal rookpluimen van de feestvuren. En wij worden als buitenlanders gewoon opgenomen in het gezelschap. Wát een geweldige sfeer. We vinden het magnifiek en gaan pas laat weer met onze brommertjes naar huis.

Groeten van Barbara van Wijk

Ga naar de inhoud