Uitleg van de nieuwe Gezinswet in Spanje

Uitleg van de nieuwe Gezinswet in Spanje
Beeld: Canva

Uitleg van de nieuwe Gezinswet in Spanje

Dit artikel is 1 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

De Spaanse regering heeft recent de Gezinswet of ‘Ley de Familia’ goedgekeurd. Deze wet is ontstaan om de problemen aan te pakken waarmee werknemers worden geconfronteerd bij het combineren van werk en gezinsleven. De wet omvat drie nieuwe verlofregelingen, waaronder een opvallend betaald verlof van 5 dagen per jaar om voor een familielid of een persoon waarmee men samenwoont te zorgen. Dit zijn de veranderingen die de nieuwe Gezinswet introduceert.

De ‘Ley de Familia’ of Gezinswet is een nieuwe regelgeving die door de Spaanse regering wordt gestimuleerd om de balans tussen werk en privéleven van werknemers in Spanje te verbeteren. Veel gezinnen hebben te maken met ernstige moeilijkheden om hun werk verantwoordelijkheden te combineren met de zorg voor hun kinderen. 

Om dit probleem aan te pakken, hebben de ministeries van Sociale Rechten en Gelijkheid enkele maanden gewerkt aan deze nieuwe maatregel. Deze nieuwe Gezinswet omvat een zorgverlof dat voor 100% wordt vergoed gedurende 5 dagen om voor een familielid of een persoon waarmee men samenwoont te zorgen.

Onbetaald verlof van 8 weken voor werkende ouders

Dit verlof is bedoeld om de zorg voor jonge kinderen (totdat ze 8 jaar oud zijn) mogelijk te maken. Het idee is dat het aaneengesloten kan worden genoten of dat de weken verspreid over de 8 jaar worden opgenomen. Dit nieuwe verlof komt boven op de 16 weken die wel worden vergoed. Het verlof van 8 weken zou geleidelijk kunnen toenemen, met 6 weken in 2023 en oplopend tot 8 weken in 2024.

Betaald verlof van 5 dagen per jaar zodat elke werknemer kan zorgen voor familieleden in de tweede graad of personen waarmee men samenwoont

Dit verlof kan worden genoten ongeacht of de werknemer en zijn of haar huisgenoten al dan niet familie van elkaar zijn. Deze maatregel is bedoeld om werknemers in staat te stellen thuis voor hun kinderen te zorgen, hun partner naar de dokter te begeleiden of voor een ouder persoon te zorgen. Dit geldt in geval van ziekenhuisopname, ongevallen, ernstige ziekten of chirurgische ingrepen. Op deze manier wordt het al bestaande verlof van 2 dagen uitgebreid.

Betaald verlof van maximaal 4 dagen voor noodgevallen bij onvoorziene familieomstandigheden

De werknemer kan dit verlof per uur of per dag opnemen, tot een totaal van 4 dagen per jaar. De Gezinswet omvat een nieuwe verplichting voor bedrijven: werknemers die verlof opnemen om voor hun familieleden te zorgen, mogen niet door hun bedrijven worden ontslagen. In geval van ontslag zou dit als nietig worden beschouwd. Dit geldt zolang er geen redenen zijn voor het ontslag. Op deze manier beschermt de Gezinswet werknemers terwijl zij genieten van de verlofregelingen van deze toekomstige wetgeving.

Uitbreiding van de niet-contributieve geboorte- en zorgtoeslag voor pleeggezinnen en adoptieouders

Op deze manier wordt het pensioenpensioen verhoogd tot 26 jaar en het verlof voor de zorg voor een kind met een ernstige ziekte tot 26 jaar in geval van een handicap.

Gelijkstelling van rechten tussen gehuwden en geregistreerde partners

De Gezinswet stelt de rechten van gehuwden en geregistreerde partners gelijk, waardoor zij toegang krijgen tot 15 dagen verlof bij registratie, vergelijkbaar met het huwelijk.

‘Opvoedingstoelage’ van 100 euro

De Gezinswet breidt de ‘opvoedingstoelage’ van 100 euro per maand uit voor kinderen tussen 0 en 3 jaar. Mensen met kinderen jonger dan 3 jaar die 30 dagen ingeschreven zijn of waren bij de Sociale Zekerheid of bij een mutualiteit, kunnen in aanmerking komen voor deze hulp. Ook in het geval dat zij een uitkering hebben ontvangen, hetzij bijdrage-gebaseerd of hulpbehoevend, uit het werkloosheids beschermingssysteem.

Het bedrag bedraagt 100 euro per kind jonger dan 3 jaar tot de leeftijd van 3 jaar. Tot nu toe gold de uitkering van 100 euro alleen voor werkende moeders. De Gezinswet breidt de vergoeding van 100 euro per maand uit voor werkende moeders, vaders of voogden in geval van overlijden van de moeder. Ook voor werkloze moeders of moeders die minstens 30 dagen hebben bijgedragen. Degenen die niet actief zijn of niet bijdragen, komen niet in aanmerking voor de uitkering van 100 euro. Ook niet als zij het minimuminkomen Vital met een aanvulling voor kinderen ontvangen.

Wijziging ‘grote’ gezinnen

De Familiewet omvat nog een wijziging. De term ‘familia numerosa’ (grote familie of groot gezin) wordt geschrapt en zal voortaan bekend staan als de ‘Ley de Protección a las Familias con mayores necesidades de apoyo a la crianza’ of in het Nederlands ‘Wet ter bescherming van gezinnen met grotere behoeften aan ouderlijke ondersteuning’. In deze categorie worden de tot dusver erkende “grote gezinnen” opgenomen, en daarnaast:

  • Alleenstaande oudergezinnen met 2 kinderen.
  • Gezinnen met 2 kinderen waarin een opgaande of afstammende persoon een handicap heeft.
  • Gezinnen met 2 kinderen onder leiding van een slachtoffer van gendergerelateerd geweld.
  • Gezinnen waarin een echtgenoot het exclusieve recht op voogdij heeft gekregen zonder recht op alimentatie.
  • Gezinnen met 2 kinderen waarin een ouder gedurende 1 jaar in het ziekenhuis wordt behandeld of in de gevangenis zit.

Binnen deze groep gezinnen met grotere behoeften aan ouderlijke ondersteuning worden de categorieën ‘algemeen’ en ‘speciaal’ gehandhaafd.

Het zal als ‘speciaal’ worden beschouwd wanneer een gezin 4 of meer kinderen heeft (voorheen waren dat er 5) of 3 kinderen (als er minstens 2 uit meervoudige geboorten, adopties of pleegzorg komen).

Gezinnen met 3 kinderen worden ook opgenomen in de categorie ‘speciaal’ als het jaarlijkse inkomen gedeeld door het aantal gezinsleden niet hoger is dan het jaarlijkse bedrag (tot 150% van de IPREM).

Zoals eerder vermeld, creëert de Familiewet de titel ‘alleenstaande oudergezin’. Een ‘alleenstaande oudergezin’ wordt beschouwd als een gezin met slechts één ouder.

Tot dusver werden alleenstaande oudergezinnen met 3 kinderen beschouwd als grote gezinnen. Vanaf nu worden alleenstaande oudergezinnen met 2 kinderen beschouwd als grote gezinnen.

Erkende gezinnen of families

De Familiewet gaat de volgende soorten gezinnen erkennen:

  • Tweeoudergezin.
  • Alleenstaande oudergezin.
  • Jong gezin. Een jong gezin wordt beschouwd als een gezin dat bestaat uit een persoon jonger dan 29 jaar en zijn/haar kinderen, of uit 2 personen jonger dan 29 jaar die een huwelijks- of partnerschapsband hebben en hun nakomelingen.
  • LGTBI homomoedergezin en homovadergezin.
  • Gezin met grotere behoeften aan ouderlijke ondersteuning.
  • Meervoudig gezin. Dit verwijst naar gezinnen waarin er meerdere geboorten, adopties of pleegzorg zijn.
  • Stiefgezin. In dit geval heeft een van de partners kinderen uit eerdere relaties.
  • Immigratiegezin.
  • Transnationaal gezin.
  • Intercultureel gezin.
  • Gezin in het buitenland.
  • Teruggekeerd gezin.
  • Gezin in een kwetsbare situatie.
  • Alleenstaande personen.
  • Getrouwde personen.
  • Geregistreerd partnerschap.

De Familiewet trekt de rechten tussen huwelijken en geregistreerde partnerschappen gelijk.

Niet opgenomen in nieuwe Gezinswet

Uiteindelijk omvat de nieuwe Gezinswet niet de uitbreiding tot 6 maanden van geboorte- en adoptieverlof. Op dit moment is dit verlof 4 maanden (16 weken). Er is ook geen mogelijkheid opgenomen voor alleenstaande ouders om te genieten van 8 maanden zwangerschaps- of vaderschapsverlof in plaats van de 4 die elk van de ouders toekomt.

Ga naar de inhoud