MADRID – Binnen Spanje en de verschillende autonome regio’s is een grote ongelijkheid wat betreft rijkdommen en armoede. Dat wil zeggen dat Spanje er de afgelopen 18 jaar nog niet in geslaagd is om de kloof tussen de rijke en arme regio’s van Spanje te dichten. Uit de cijfers van het Spaanse Bureau voor de Statistieken (INE) blijkt dat de rijkste regio de Comunidad de Madrid is en de armste regio Extremadura.
Om de verschillen tussen de verschillende Spaanse regio’s of autonome deelstaten aan te geven wordt gebruik gemaakt van het inkomen per hoofd van de bevolking (renta per capita). Uit de gegevens blijkt dat tussen 2000 en 2018 er autonome regio’s zijn waar men rijker is geworden maar meer regio’s waar de inwoners er op achteruit zijn gegaan.
De regio’s waar men in 18 jaar tijd rijker is geworden zijn: Galicië (+12,5%), Baskenland (+9,2%), Extremadura (+6,6%), Aragón (+6%), Asturië (+5,3%), Castilla y León (+3,7%), Castilla-La Mancha (+1,8%) en de Comunidad de Madrid (+1,2%).
In de overige autonome regio’s is men erop achteruit gegaan volgens de cijfers van het INE: Andalusië (-0,2%), Cantabrië (-1,3%), Murcia (-1,9%), Catalonië (-2,6%), Navarra (-4,3%), Comunidad Valenciana (-7,7%), La Rioja (-8%), Ceuta (-12,6%), Canarische Eilanden (-16,4%), Melilla (-17,2%) en de Balearen (-22,2%).
BBP per inwoner in de regio’s
Als gekeken wordt naar het BBP (bruto binnenlands product en PIB in het Spaans) per inwoner van de autonome regio’s dan was dat gemiddeld in heel Spanje 15.935 euro in 2000 maar is dat gestegen naar 25.854 euro in 2018.
Als men ervan uitgaat dat het gemiddelde 100% is in Spanje dan zitten de volgende autonome regio’s boven het gemiddelde: Comunidad de Madrid (135,1%), Baskenland (131,8%), Navarra (123%), Catalonië (119%), Aragón (110,8%), La Rioja (103,8%) en Balearen (103,5%).
De volgende regio’s (en autonome steden) worden gezien als ‘armer’ aangezien het BBP onder het landelijke gemiddeld zit: Castilla y León (94,4%), Cantabrië (92,1%), Galicië (90,1%), Asturië (89,3%), Comunidad Valenciana (87,6%), Murcia (81,7%), Canarische Eilanden (81,3%), Castilla-La Mancha (79,9%), Ceuta (77,5%), Andalusië (74%), Melilla (71,5%) en Extremadura (70,3%).