423 jaar geleden was Las Palmas de Gran Canaria voor even van Holland

423 jaar geleden was Las Palmas de Gran Canaria voor even van Holland
Beeld: Archivo General de Simancas / web

423 jaar geleden was Las Palmas de Gran Canaria voor even van Holland

Dit artikel is 2 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

LAS PALMAS – Op 8 juli is het precies 423 jaar geleden dat de stad Las Palmas de Gran Canaria niet meer van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was. Van 28 juni tot en met 8 juli 1599 was de Nederlandse admiraal en vlootvoogd Pieter van der Does de baas over de stad ‘Real de Las Palmas’, het huidige Las Palmas de Gran Canaria. De hoofdstad van het Canarische Eiland was dus minder dan een week Hollands eigendom waarna van der Does verslagen werd en zich moest terugtrekken.

Op zaterdag 2 juli vond in het huidige Las Palmas de Gran Canaria een herdenking plaats voor zowel de Nederlandse als de Spaanse slachtoffers tijdens de ‘Batalla del Batán’ of belegering van Las Palmas de Gran Canaria. In die tijd was de Spanjaard Alonso Alvarado de gouverneur van het eiland Gran Canaria. Hij raakte dodelijk gewond tijdens de verdediging van de stad tijdens de landing van de Nederlandse troepen van admiraal en vlootvoogd Pieter van der Does. Er vielen ruim 2.000 doden aan beide kanten van het gevecht.

Pieter van der Does was met meer dan 12.000 militairen en zeevaarders op 74 schepen naar de Canarische Eilanden gevaren met de bedoeling om de hoofdstad, het toenmalige Real de Las Palmas, in te nemen en daarna de rest van de Spaanse archipel te veroveren. Maar eigenlijk was dit helemaal niet de bedoeling van de Nederlandse vlootvoogd (bevelhebber over een eskader schepen). 

In mei 1599 vertrok onder zijn leiding een vloot van Hollandse en Zeeuwse schepen richting het noordwesten van het Spaanse vasteland waar de Nederlander in A Coruña een eerste nederlaag leed. Hij reisde verder naar Sanlúcar de Barrameda in Andalusië met de bedoeling deze aan een blokkade te onderwerpen daar men toentertijd met deze landen in een langdurige oorlog was verwikkeld, de Tachtigjarige Oorlog. 

Vanwege de zware verdediging lukte het van der Does en zijn manschappen niet om dit voor elkaar te krijgen waarop zij na een tweede nederlaag doorvoeren naar (Real de) Las Palmas de Gran Canaria om het eiland Gran Canaria en daarna de rest van de Canarische Eilanden te veroveren. De Nederlandse troepen stuiten echter op hevig verzet.

Tijdens de landing werd vijf uur lang een duel uitgevochten tussen de artillerie van de schepen en de Spaanse forten. De schade aan sommige schepen verhinderde de landingspogingen echter niet. De toenmalige burgemeester stopte het vuren van de kanonnen om zijn manschappen de tijd te geven om via het strand, dat onder Nederlands vuur lag, naar de boten te varen en zwemmen om een belegering tegen te houden.

Deze Spaanse manoeuvre dwong de Nederlanders om van hun boten te springen, waardoor hun vuurwapens onbruikbaar werden. Bij deze schermutselingen raakte Van der Does tweemaal gewond en werd de Spaanse gouverneur Alonso Alvarado gedood. In de vijfde poging om te landen bereikten de Nederlanders hun doel dankzij enkele platte boten die door een ondiep gebied de stad naderden in een deel dat niet was voorbereid op verdediging.

Weliswaar veroverde Van der Does de stad Las Palmas de Gran Canaria, de verovering van het hele eiland Gran Canaria mislukte. Na opnieuw zware verliezen reisde hij daarna met een deel van de vloot door naar het aan de Afrikaanse Westkust gelegen Sao Tomé, toentertijd evenals de Canarische Eilanden Spaans bezit. Daar vond Pieter van der Does zijn einde vanwege verwondingen die hij bij de inname van Las Palmas had opgelopen; sommige bronnen melden echter dat hij stierf aan malaria.

Ga naar de inhoud