Gletsjers in de Spaanse Pyreneeën smelten alarmerend snel

Gletsjers in de Spaanse Pyreneeën smelten alarmerend snel
Beeld: Gletsjer Monte Perdido (Huesca) / Wikimedia

Gletsjers in de Spaanse Pyreneeën smelten alarmerend snel

Dit artikel is 2 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

HUESCA – De gletsjers in de Spaanse Pyreneeën krimpen alarmerend snel. Net als op andere plekken op aarde is dat te wijten aan de stijging van de temperaturen. Ten gevolge daarvan ontstaan her en der ook nieuwe bergmeren. In 1850 waren er maar liefst 52 gletsjers in de Pyreneeën. In 2022 zijn dat er nog slechts 19.

Een gletsjer (glaciar) is een rivier van ijs die het hele jaar door naar beneden vloeit. In 1880 berekende de schrijver Mark Twain dat wie zich midden bovenop de Gornergletsjer in de Alpen zou zetten, beneden in de stad Zermatt zou uitkomen. Hij zou er alleen wel ongeveer vijf eeuwen over doen, omdat het ijs slechts een paar centimeter per dag opschuift. Het is dat trage schuiven dat typisch is voor een gletsjer. Een massa ijs hoog in de bergen die niet meer beweegt, is een al dode gletsjer.

Volgens een studie van het Instituto Pirenaico de Ecología (IPE) of het Ecologisch Instituut der Pyreneeën, verloopt het smeltproces van de gletsjers steeds sneller. Als de opwarming van de globale temperaturen niet vertraagt, zullen er binnen twintig jaar geen gletsjers meer zijn in de Pyreneeën.

Volgens experts zou dat een substantiële impact hebben op de fauna en flora in de regio. Ook de toeristische sector zou harde klappen krijgen, vooral dan die van de wintersport.

In het nationale park van Ordesa y Monte Perdido bijvoorbeeld, in de provincie Huesca, zijn er plekken die soms zonder sneeuw komen te liggen, waar dat vroeger nooit gebeurde.

Een gletsjer voedt zich met sneeuw die de temperatuur laag genoeg houdt. De sneeuw die in een jaar valt, wordt het volgende jaar ijs. Hoe meer sneeuw zo bewaard blijft, hoe groter de gletsjer wordt. Maar net doordat de temperaturen op de hoge pieken buitensporig gestegen zijn vergeleken met het globale gemiddelde, is geen van de gletsjers in de Pyreneeën sinds de jaren ’70 in volume toegenomen.

Monte Perdido

De gletsjer van Monte Perdido is een bijzonder geval. Hij heeft andere warme periodes overleeft, zoals die van de tiende en de zestiende eeuw. Vandaag de dag, met de aan de mens gerelateerde klimaatopwarming, ziet het er echter naar uit dat hij voor de helft van deze eeuw compleet verdwenen zal zijn.

De gletsjer (glacier) van Monte Perdido is na de gletsjers van Aneto, Maladeta en Ossoue de vierde grootste gletsjer van de Pyreneeën en bevindt zich aan de noordkant van de Monte Perdido (3.355 meter hoog) aan een steile helling op een hoogte tussen de 2.700 en 3.250 meter. Het is een zogenaamde hangende gletsjer met een oppervlakte van 0,5 vierkante km en een dikte van 50 meter.

Meren zonder naam

Van de tweehonderd kleine meren die zich uitstrekken over de Pyreneeën, zijn er nog steeds tien die geen naam hebben gekregen. Onlangs heeft de overheid in samenwerking met een speciaal in het leven geroepen commissie ook voor die meren een naam gevonden.

De nieuwe meren die verschenen zijn na het smelten van de gletsjers, kregen vaak informele benamingen. Mensen uit de streek gaven hen een naam, of vernoemden ze soms zelf naar zichzelf, en dat werd tot nog toe nooit officieel gemaakt. Van hogerop werd nu beslist een aantal van die meren een nieuwe naam te geven volgens de criteria van de lokale inwoners.

Ga naar de inhoud