Verwachte arbeidsduur Spanje met 35,6 jaar korter dan andere EU-landen

Verwachte arbeidsduur Spanje met 35,6 jaar korter dan andere EU-landen
Beeld: Freepik

Verwachte arbeidsduur Spanje met 35,6 jaar korter dan andere EU-landen

Dit artikel is 2 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – De beroepslevensverwachting of verwachte arbeidsduur in Spanje, dat wil zeggen de totale geschatte jaren waarin een persoon die momenteel 15 jaar oud is op de arbeidsmarkt zal blijven, bedroeg in 2021 in Spanje 35,6 jaar, bijna zeven jaar minder dan in Nederland en drie jaar minder dan in Duitsland, volgens de cijfers van Eurostat.

Sinds 2000 is de verwachte arbeidsduur in de Europese Unie (inclusief IJsland, Zwitserland en Noorwegen) gestegen van 32,2 jaar in 2000 naar 36 jaar. Tijdens de corona-pandemie jaren daalde dit iets naar 35,6 jaar maar inmiddels is dat in 2021 weer gestegen. Binnen de Europese Unie (+3 landen) zijn echter grote verschillen te zien per land.

Zo is de verwachte arbeidsduur het laagst in Roemenië met 31,3 jaar, Italië met 31,6 jaar en Griekenland met 32,9 jaar terwijl de hoogst verwachte arbeidsduur geregistreerd wordt in IJsland met 44,6 jaar, Nederland met 42,5 jaar en Zwitserland en Zweden met beiden 42,3 jaar

Spanje heeft een verwachte arbeidsduur van 35,6 jaar wat 6,9 jaar minder is dan de 42,5 jaar in Nederland maar weer 1,6 jaar meer is dan de 34 jaar in België. Spanje zit echter nog wel onder het EU-gemiddelde van 36 jaar.

Spanje heeft een gemiddelde verwachte arbeidsduur van 35,6 jaar maar dat is niet gelijk voor mannen en vrouwen. Mannen hebben een verwachte arbeidsduur van 37,4 jaar terwijl dat bij vrouwen 33,8 jaar is. In Nederland is dat verschil 44,3 jaar voor mannen en 40,5 jaar voor vrouwen terwijl dit in België 35,7 jaar voor mannen en 32,1 jaar voor vrouwen is.

arbeidsduur 1
Ga naar de inhoud