Middeleeuws ‘grapje’ in de kathedraal van Santiago de Compostela gevonden

Jennifer Alexander
Beeld: Jennifer Alexander

Middeleeuws ‘grapje’ in de kathedraal van Santiago de Compostela gevonden

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

SANTIAGO – 900 jaar na de bouw van een van Spanje’s meest bezochte plaatsen voor pelgrimgangers in Santiago de Compostela heeft een Britse kunsthistoricus per toeval een middeleeuwse spotprent gevonden. Het gaat om een mannenfiguur die op een van de pilaren op 13 meter hoogte is aangebracht tijdens de bouw en eigenlijk alleen door een andere werknemer gevonden zou kunnen worden. Het is vermoedelijk een zelfportret van een van de steenhouwers die aan de kathedraal werkte.

Het is mooi om na honderden jaren toch nog iets nieuws te ontdekken in de kathedraal van Santiago de Compostela. De Britse kunsthistoricus Jennifer Alexander meent dat de door haar gevonden afbeelding een grapje moet zijn geweest omdat het moeilijk te zien is voor de gewone kerkganger. 

Op zo’n 13 meter hoogte wist waarschijnlijk een van de vele honderden steenhouwers zichzelf vast te leggen als een 30 centimeter hoog mannenfiguur. Je zou dus kunnen spreken van een middeleeuwse selfie wat waarschijnlijk ook een ‘broma’ was van de steenhouwer.

De Britse kunsthistoricus ontdekte het zelfportret bij toeval tijdens een gedetailleerde studie van de kathedraal. Het opvallende is dat het maar liefst 900 jaar heeft geduurd voordat iemand deze middeleeuwse grap heeft ontdekt. Maar het leuke is dat het een mannenfiguur is tot aan zijn middel en een glimlach op zijn gezicht en uiteindelijk toch werd gevonden.

De Kathedraal van Santiago de Compostela is de hoofdkerk van het aartsbisdom Santiago de Compostela. Zij staat in de gelijknamige stad, Santiago de Compostella, in het noordwesten van Spanje, in de autonome regio Galicië. De kathedraal werd vanaf 1077 onder Alfonso VI van Castilië gebouwd op de resten van een eerdere kerk uit 800.

Volgens een legende zou het graf van de apostel Jakobus, een van de discipelen van Jezus, zich hier bevinden. Zijn stoffelijk overschot zou, nadat hij in Palestina was onthoofd, in een stenen boot zijn gelegd waarin twee van zijn discipelen meereisden. De boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna het dode lichaam werd begraven aan de berg Libredón. Over het graf verrees een machtige basiliek die uitgroeide tot de plaats waar duizenden pelgrimgangers op af komen.

De kathedraal is 97 m lang en 22 m hoog. Het zuidportaal is in romaanse stijl, het westportaal is barok en de noordkant neoclassicistisch en het heeft een gotische kloostergang. De Botafumeiro is een circa 1,50 m groot, 53 kilo zwaar, wierookvat gemaakt door de goudsmid José Losada in 1851. Hij wordt op hoogtijdagen door het dwarsschip heen en weer gezwaaid aan touwen die onder de viering zijn opgehangen. Het is een beroemde toeristische attractie.

Ga naar de inhoud