MADRID – Spaanse boeren zeggen vaak ‘La desgracia de uno es el bien de otro’ wat vertaald kan worden naar ‘de een zijn dood is de ander zijn brood. In dit geval slaat dit op de zonnebloemolie en -pitten die normaal gesproken uit Oekraïne en Rusland Spanje en de rest van de EU-landen bereiken maar wat door de oorlog nu onmogelijk is. Recent werd door de EU en door de Spaanse regering goedgekeurd dat de landbouwgrond die braak moeten liggen nu gebruikt kan worden voor onder andere het zaaien van zonnebloemen.
In Spanje wordt veel geschreven over ‘barbecho’ wat de vertaling is van braakliggend agrarisch terrein. De term braak stamt uit de landbouw-praktijk. Onder het braak laten liggen van grond verstaat men dat de grond gedurende enige tijd onbezaaid laat, maar wel actief bewerkt. Gedurende deze braakperiode van doorgaans één jaar wordt het bouwland een aantal malen geploegd en geëgd.
Recent hebben de EU en ook Spanje een wet goedgekeurd die het toestaat het braakliggend terrein te gebruiken voor het telen van zonnebloemen en mogelijkerwijs mais. Doorgaans gaat het om 5% van het terrein van een boer dat als ‘barbecho’ gebruikt dient te worden en nu mag zelfs 10% van het terrein gebruikt worden voor het telen van zonnebloemen en/of mais.
De provincies waar in Spanje de meeste zonnebloempitten en zonnebloemolie vandaan komen zijn Burgos in Castilië en León (41%), Sevilla in Andalusië (32%) en Cuenca in Castilla-La Mancha (15%). Deze provincies zijn samen goed voor 773.787 ton zonnebloemolie, aldus de meest recente gegevens van het Ministerio de Agricultura uit 2020.
In Castilla-La Mancha is 600.000 hectare van de 2,7 miljoen landelijk gebruikte hectare voor zonnebloemen in gebruik. In het geval van de wetswijziging betekent dit dat alleen in deze regio nu 200.000 hectare extra gebruikt kan worden voor het telen van zonnebloemen.