Feiten over Spanje’s deelname aan het Eurovisiesongfestival

Oeps ... foto ontbreekt!

Feiten over Spanje’s deelname aan het Eurovisiesongfestival

Dit artikel is 2 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Spanje mag van geluk spreken dat zij als land bij die landen horen die altijd een plaats hebben in de finale, net zoals Groot Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Italië. Was dat niet het geval dan had het wel vaker kunnen voorkomen dat de vertegenwoordiging van het land niet verder zou komen dan de voorrondes, iets dat helaas ook vaker gebeurt met Nederland en België

Spanje doet steevast elk jaar mee als deelnemer van een van de grote Europese (betalende?) landen die altijd in de finale staan. Spanje heeft dan ook altijd de mogelijkheid om het Eurovisiesongfestival te winnen, iets dat overigens nog maar weinig is voorgekomen.

Spanje doet al sinds 1961 gedurende meer dan 50 jaar elk jaar mee met het Eurovisiesongfestival. Het land wist in al die jaren tweemaal het festival te winnen, te weten in 1968 met het lied van Massiel “La, la, la” en in 1969 Salomé met het lied “Vivo cantando”. Deze laatste overwinning moest echter gedeeld worden met Nederland, Frankrijk en Groot Brittannië.

Het Eurovisiesongfestival heeft slechts eenmaal op Spaanse bodem plaatsgevonden, in 1969, het jaar nadat Massiel het Eurovisiesongfestival had gewonnen. Deze finale vond toen plaats in het Teatro Real in Madrid waarbij het decor werd ontworpen door niemand minder dan Salvador Dalí.

Dit songfestival ging de geschiedenisboeken in als het enige festival dat meerdere winnaars kende. Naast Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, zegevierde ook Spanje zelf weer. Het was voor het eerst dat een land tweemaal op rij het songfestival won.

Enkele leuke feiten

Slechts driemaal in de geschiedenis van het Eurovisiesongfestival mocht een deelnemer het nogmaals proberen na een valse start. Twee van deze keren was Spanje erbij betrokken. In 1990 lukte het de zusters Azucar Moreno om het podium op te lopen zonder dat de achtergrondmuziek meedeed waardoor de zusters als idioten op het podium stonden. In 2010 werd het lied “Algo Pequenito” van Daniel Dignes onderbroken door de streaker Jimmy Jump waarna het lied opnieuw werd uitgevoerd.

Er wordt gezegd dat de enige keer dat Spanje alleen het songfestival wist te winnen in 1968 met het lied “La la la” van zangeres Massiel, Generaal Franco, die Spanje toen in een ijzeren greep had, stemmen had gekocht om Spanje als laatste te laten eindigen. Dit is echter nooit bewezen.

Spanje heeft ook de eer om het land te zijn met de meeste nul-punten ooit, te weten vier keer: in 1962 Victor Balaguer met “Llamame”, in 1965 Conchita Bautista met “Que bueno, que bueno”, in 1983 Remedios Amaya met “Quien maneja mi barca” en in 1999 Lydia met “No quiero escuchar”.

Net zoals andere landen wist ook Spanje freaks naar het songfestival te sturen zoals in 2008 toen Spanje de komiek Rodolfo Chikilicuatre (niet zijn echte naam) met het lied “Baile el chiki-chiki” naar het songfestival stuurde. De man met de plastic gitaar, nep danseresjes en vals Elvis haar wist echter niet verder te komen dan de 16e plaats met 55 punten.

In 2017 wist Manel Navarro met “Do it for your lover” niet verder te komen dan de 26e plaats met slechts 5 punten. In 2018 deed het verliefde stel Amaia Romero en Alfred García het met hun lied “Tu canción” iets beter door met 61 punten op de 23e plaats te eindigen. In 2019 eindigde Miki Núñez met zijn swingende zomer kraker “La venda” op een 22e plaats.

In 2020 wilde Spanje Blas Cantó  met het swingende lied “Universo” naar Rotterdam sturen maar dat Eurovisiesongfestival ging vanwege de corona-pandemie niet door. In 2021 mocht de Spaanse zanger Blas Cantó opnieuw Spanje vertegenwoordigen maar kwam de ballade “Voy a quedarme” niet verder dan de 24e plaats. In 2022 mag de zangeres Chanel met het swingende “SloMo” opnieuw proberen in Italië.

Ga naar de inhoud