Aantal inwoners van Spanje met risico op armoede en/of sociale uitsluiting toegenomen

Aantal inwoners van Spanje met risico op armoede en/of sociale uitsluiting toegenomen
Beeld: 123rf

Aantal inwoners van Spanje met risico op armoede en/of sociale uitsluiting toegenomen

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Het aantal inwoners van Spanje dat in een situatie leeft met risico op armoede en/of sociale uitsluiting is toegenomen van 25,3 procent in 2019 naar 26,4 procent in 2020. Een van de veroorzakers van deze toename is de corona-pandemie en de daarbij horende crisis. 7 procent bevindt zich in een ernstige achterstandssituatie terwijl dit nog 4,7 procent was in 2019, aldus de cijfers van het Spaanse Bureau voor de Statistiek (INE).

Als het om deze situatie van een deel van de bevolking gaat wordt ook wel gesproken over de term ‘at risk of poverty or social exclusion (AROPE)’ wat in het Spaans ‘tasa de riesgo de pobreza o exclusión social’ is en in het Nederlands/Vlaams ‘risico op armoede en/of sociale uitsluiting’ heet. 

Het risico op armoede en/of sociale uitsluiting is in 2020 met 1,1 procent toegenomen naar 26,4 procent wat gelijk staat aan circa 12,5 miljoen inwoners van Spanje die zich in deze situatie bevinden. Het is het hoogste percentage sinds 2017 toen dit nog 26,6 procent was en daarna in 2018 daalde naar 26,1 procent en in 2019 daalde naar 25,3 procent.

Bij het AROPE 2020-percentage loopt men volgens het Europese criterium een risico als men een inkomen heeft dat lager is dan de Europese armoedegrens, men ernstig achtergesteld is in de consumptie van gangbare goederen en diensten of tot een huishouden behoort waarvan de werkintensiteit laag is.

In Spanje steeg de bevolking op de armoedegrens (población en riesgo de pobreza) naar 21 procent. De bevolking met materiële tekorten (población con carencia material severa) steeg naar 7 procent terwijl de bevolking met een lage werkintensiteit (población con baja intensidad en el empleo) daalde naar 9,9 procent.

Meer dan 3,3 miljoen inwoners van Spanje leven in een ernstige achterstandssituatie (carencia material severa) wat van 4,7 procent in 2019 steeg naar 7 procent in 2020. 10 procent van de ondervraagden geeft aan dat ze het einde van de maand financieel maar zeer moeilijk of niet kunnen halen.

Je wordt tot een huishouden met een ernstige achterstelling gerekend als je niet minstens een jaarlijkse vakantieweek hebt; geen mogelijkheid hebt tot het consumeren van vlees, kip of vis (3x per week); niet genoeg geld hebt om de verwarming te kunnen betalen; financiële beperkingen hebt om onverwachte noodzakelijke uitgaven van minstens 750 euro te kunnen betalen of als je de maandelijkse lasten (gas, water, elektriciteit) niet kunt betalen. Het niet kunnen beschikken over duurzame goederen zoals een auto, kleurentelevisie, telefoon of  een wasmachine wordt ook meegeteld.

De grootste problemen in Spanje werden geregistreerd bij het niet kunnen betalen van de maandelijkse lasten met 13,5 procent. 10,9 procent zegt dat ze de het huis niet warm kan houden en 5,4 procent geeft aan geen vlees, kip of vis te kunnen eten. Met name dat laatste valt op want dat zijn 2,5 miljoen inwoners van Spanje die dus niet minstens drie keer per week vlees, kip of vis kunnen eten.

Het AROPE 2020-percentage in Spanje is 26,4 procent maar per autonome regio zijn er grote verschillen te merken. Het hoogste percentage heeft Extremadura met 38,7 procent gevolgd door de Canarische Eilanden met 36,3 procent, Andalusië met 35,1 procent, Castilla-La Mancha met 29,8 procent, Murcia regio met 29,7 procent, Valencia regio met 29,3 procent, Asturië met 27,7 procent, Galicië met 25,7 procent, Cantabrië met 23,7 procent, Catalonië met 22,8 procent, Balearen met 22 procent, Madrid regio met 20,9 procent, Castilië en León met 19,8 procent, La Rioja met 19 procent, Aragón met 18,5 procent, Baskenland met 13,9 procent en Navarra met 12 procent.

KLIK HIER voor het hele onderzoek van het INE (PDF)

Ga naar de inhoud