Steeds minder mensen hebben schrik van het kopen en verkopen van gebruikte objecten. Tweedehands zit in de lift dankzij het internet en de ecologische bewustwording. Ook de Spaanse modegigant ZARA laat de tendens niet naast zich liggen.

Tweedehandse spullen hebben een lange weg afgelegd. Een paar decennium geleden was het kopen van een gebruikt meubel of kledingstuk enkel een kwestie van pure noodzaak. De afgelopen jaren is daarin echter verandering gekomen, Tweedehands is plots cool, en zelfs de grote spelers van de kledingindustrie laten die kans niet liggen. 

De Spaanse gigant ZARA heeft zonet een dienst gelanceerd waar ze je ook haar gebruikte kledij aanbiedt. ZARA treedt daarmee in de voetsporen van onder meer H&M, Decathlon en Ikea. De reden? Een graantje meepikken van een trend die onophoudelijk groeit en onrechtstreeks dus ook hun verkoopcijfers in gevaar brengt.

Rocio en Paloma zijn twee jonge vrouwen die volop tweedehands kopen. Ze doen dat niet louter voor de prijs. “Ik zie er geen zin in iets nieuws te kopen, wanneer ik het evengoed van een andere persoon kan kopen en blijven gebruiken”, vertelt Rocio.

En bij een jong publiek als Rocio spelen inderdaad verschillende redenen. De bewustwording over het belang van recycling, de circulaire economie en de bescherming van het milieu, om er maar een paar te noemen. En toch is er één argument dat met kop en voeten boven de rest uitsteekt: de prijs. 

Onderzoek leert dat de laatste jaren de uitgave op twee belangrijke vlakken gedaald is in Spanje: die voor meubels en huizen. De gemiddelde Spanjaard spendeert 100 euro minder aan kleren en 60 euro minder aan meubels dan in 1995.Goed nieuws allemaal is dat voor tweedehands kleding platformen als Vinted of Wallapop. Dat nu ook de gewone spelers zich bij die markt vervoegen, is bijzonder. Als dat de prijzen maar niet weer de hoogte in drijft.