MADRID – Op dit moment wordt er in Spanje door het Ministerie van Werkgelegenheid, vakbonden en werkgeversorganisaties gediscussieerd over de verhoging van het minimumsalaris in Spanje van de huidige 950 euro naar 1.000 euro bruto per maand. De afgelopen twee jaar is het salario mínimo interprofesional (SMI) in Spanje met de komst van de nieuwe socialistische coalitieregering circa 28% gestegen van de 735,90 euro in 2018 naar 950 euro in 2020.

Maar ondanks deze behoorlijke stijging wat voor veel minimumsalaris verdieners uiteraard goed nieuws is, is dat in sommige regio’s van Spanje nog niet genoeg om te kunnen overleven en de kosten van levensonderhoud te kunnen betalen. Want 950 euro bruto in Madrid of Baskenland is niet hetzelfde als 950 euro bruto in Extremadura of Andalusië.

De gemiddelde kosten voor levensonderhoud in Spanje zijn volgens het rapport van het INE 12.151 euro (cijfers van 2019) wat maandelijks gezien 1.013 euro per persoon zou zijn. Per huishouden wordt er gesproken over levensonderhoudskosten van 30.242 euro.

Het huidige minimumsalaris is 950 euro bruto per maand wat met 14 betalingen in Spanje neerkomt op 1.108 euro bruto per maand. Aangezien het om bruto bedragen gaat houdt men ongeveer 1.000 euro per maand netto over (ruim genomen). Maar stel dat het minimumloon zou stijgen naar de 1.000 euro bruto per maand, zou dat dan genoeg zijn om de kosten van het levensonderhoud te kunnen betalen. 

Onder de kosten voor levensonderhoud verstaan we o.a. voedsel, kleding, huisvesting, elektra, water en eventueel gas aansluitingen, vertier en transport. In onderstaande schema is te zien aan de hand van gegevens van het Bureau voor de Statistiek (INE) die door deze krant zijn verzameld dat het in sommige autonome regio’s met 1.000 euro netto per maand niet mogelijk is om rond te komen.