Hoe heten de inwoners in het Spaans in de provinciale steden

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Als je in Spanje woont en dit artikel leest dan klinkt het wellicht bekend (of niet) maar voor diegene die op bezoek komt in Spanje weet het wellicht niet. Elke inwoner van een provinciale hoofdstad en eigenlijk elke gemeente in Spanje heeft ook een inwonersnaam of demoniem wat in het Spaans “gentilicios” heet.  Maar weet jij hoe de inwoners van jouw provincie heten?

Spanje heeft 50 provincies (provincias) die gelegen zijn in 17 autonome regio’s (comunidades autónomas). Elke provincie heeft een hoofdstad en de inwoners van die stad hebben een zogenaamde inwonersnaam (gentilicios). Denk daarbij bijvoorbeeld aan Spanje=Spanjaard/Spaanse of Nederland=Nederlander/Nederlandse en België= Belg/Belgische.

In de voorbeelden hierboven gaat het om landen maar wij behandelen hier de inwonersnamen van de inwoners van de Spaanse provinciale hoofdsteden. We gaan ze niet allemaal opnoemen maar halen enkele populaire provinciale steden eruit terwijl de hele lijst hier te bekijken is.

  • Alicante = alicantino / lucentino
  • Almería = almeriense / protusmagnense
  • Barcelona = barcelonés / barcelonense
  • Cádiz = cadicense / cadiceño / caditano / gaditano
  • Castellón = castellonense
  • Córdoba = cordobés / cordobense
  • Gerona = gerundense / gironés / gerundí
  • Granada = granadino / granadés / ganadí /garnatí
  • Balearen = balear / gimnesiense
  • Madrid = madrileño / madrideño / matritense
  • Málaga = malagueño / malagués / malasino
  • Murcia = murciano / murcí
  • Salamanca = salmantino / salmanticense / salamanqués
  • Sevilla =  sevillano / hispalense / hispaleto / hispaliense
  • Tarragona = tarraconense / tarraconista
  • Valencia = valenciano
  • Zaragoza = zaragozano / cesaraugustano / zaragocés

Canarische Eilanden = uitzondering

De Canarische Eilanden zijn één deelstaat maar bestaat uit twee provincies, te weten Las Palmas en Santa Cruz de Tenerife. Dit zijn de inwonersnamen op de diverse Canarische Eilanden.

  • Gran Canaria = grancanarios / canariones
  • Fuerteventura = majoreros
  • Lanzarote = lanzoreteños / conejero
  • Tenerife = tinerfeño / chicharrero
  • La Palma = palmero
  • El Hierro = herreño
  • La Gomera = gomeros / colombinos