MADRID – Eigendom blijft het belangrijkste regime van woningbezit in Spanje, maar in elke enquête ‘Encuesta de Población y Viviendas’ van het Spaanse Statistiekbureau (INE), die elke tien jaar wordt gepubliceerd, verliest het aan belang in Spanje. In 2021 woonde 75,2% van de Spaanse huishoudens in een eigen (koop)woning, vergeleken met 78,9% in 2011, een daling van 3,7%.

Van het totaal aantal woningbezitters had 38,1% een eigen woning die volledig is afbetaald, vergelijkbaar met de gegevens van 2011 (38,9%) en wat neerkomt op ongeveer 7,1 miljoen huishoudens. Ondertussen is het aantal huishoudens met een hypothecaire lening voor een eigen woning met meer dan 6% gedaald tot 26,4%, of 4,96 miljoen huishoudens die in 2021 in een eigen woning woonden die ze nog aan het afbetalen zijn.

Bovendien is het percentage huishoudens met een eigen woning dat geërfd of geschonken werd het meest toegenomen, tot 10,7% van het totaal. Dit is een stijging van 3,5%, waarmee het aantal huishoudens dat in een geërfde of geschonken woning leeft de 2 miljoen overschrijdt.

Huurwoningen

Het percentage huishoudens dat in huurwoningen woont, is gestegen tot 15,9% van het totaal, wat 2,4% hoger is dan de 13,5% in 2011 en bijna 3 miljoen woningen vertegenwoordigt. Bovendien blijft het aantal gratis of tegen lage prijs verstrekte woningen stabiel op 2,8%, vergeleken met 2,4% in 2011. In de categorie andere vormen van woningbezit is er een stijging tot 6,1% in 2021.

Vakantiewoning

15,5% van alle Spaanse huishoudens bezit een vakantiewoning of tweede residentie in Spanje. In huishoudens waar het inkomen hoger is dan 5.000 euro per maand, is het percentage tweede huisbezitters hoger met 31,2%. In de huishoudens met een inkomen van 1.000 euro of minder per maand is dit percentage slechts 10%.

Tweede of vakantiewoningen zijn het meest aanwezig bij huishoudens waar alle leden de Spaanse nationaliteit hebben, namelijk 94,2%, en ook bij huishoudens waar geen enkel lid van het huishouden onderwijs heeft genoten, namelijk 46,2%.