Moeilijke woorden voor Spanjaarden bij het leren van het Engels

Moeilijke woorden voor Spanjaarden bij het leren van het Engels
Beeld: via canva.com

Moeilijke woorden voor Spanjaarden bij het leren van het Engels

Voor Spaanse moedertaalsprekers kan het leren van het Engels een uitdaging vormen vanwege de verschillende klanken en uitspraakregels die niet bestaan in het Spaans. Hoewel Engels vaak wordt beschouwd als een van de gemakkelijkste talen om te leren voor Spanjaarden, zijn er specifieke woorden en klankcombinaties die moeilijk zijn voor Spaanse leerders.

Enkele van de meest problematische Engelse woorden voor Spanjaarden zijn bijvoorbeeld woorden met de ’th’-klank, zoals “think” en “thought”. Deze klank komt niet voor in het Spaans en kan daarom lastig zijn om correct uit te spreken. Ook de uitspraak van woorden met dubbele medeklinkers, zoals “beautiful” en “world”, kan verwarrend zijn voor Spaanse leerders.

Daarnaast kunnen Engelse woorden met onregelmatige klemtoon, zoals “photograph” en “opportunity”, ook voor verwarring zorgen bij Spaanse sprekers. Het is belangrijk om deze struikelblokken te herkennen en effectieve strategieën te ontwikkelen om de uitspraak van deze woorden te verbeteren. Met geduld en oefening kunnen Spaanse leerders hun Engelse uitspraak zeker verbeteren.

De combinatie ‘sp’ aan het begin van een woord

Omdat het Spaans geen woorden heeft die beginnen met de combinatie ‘sp’, vinden Spanjaarden het vaak moeilijk om woorden als ‘Spanish’ correct uit te spreken. In een poging de uitspraak te vergemakkelijken, voegen ze vaak een klinker (zoals ‘e’) toe voor de ‘sp’, wat resulteert in een uitspraak als ‘e-Spanish’.

Woorden die beginnen met ‘h’

In het Spaans is de ‘h’ aan het begin van een woord altijd stil. Daarom hebben Spanjaarden de neiging om de ‘h’ in Engelse woorden zoals ‘hello’, ‘house’ en ‘happy’ te negeren of te vervangen door een ‘j’-klank, wat resulteert in een uitspraak als ‘jelou’, ‘jouse’ of ‘jappie’.

Woorden met stille letters

Het Engels heeft veel woorden met stille letters, wat ongebruikelijk is in het Spaans. Spanjaarden hebben de neiging om deze stille letters uit te spreken, wat kan leiden tot verwarring. Voorbeelden zijn ‘walk’ (vaak uitgesproken als ‘wolk’), ’talk’ (’tolk’), ‘would’ (‘woud’) en ‘could’ (‘koud’).

Korte en lange klinkers

Het Spaans heeft slechts vijf klinkers, terwijl het Engels er ongeveer twintig heeft. Dit maakt het lastig voor Spanjaarden om het verschil tussen korte en lange klinkers te herkennen en correct uit te spreken. Woorden als ‘ship’, ‘live’ en ‘hit’ met korte klinkers worden vaak verward met woorden als ‘sheep’, ‘leave’ en ‘heat’ met lange klinkers.

Medeklinkergroepen

Medeklinkergroepen of clusters zijn zeldzaam in het Spaans, wat het voor Spanjaarden moeilijk maakt om deze correct uit te spreken in het Engels. Vaak voegen ze een klinker tussen de medeklinkers in of laten ze een medeklinker weg. Voorbeelden zijn ‘asked’ (uitgesproken als ‘asks-ed’), ‘worked’ (‘work-ed’) en ‘loved’ (‘lov-ed’).

Verleden tijd van werkwoorden

In het Engels wordt de verleden tijd vaak gevormd door ‘-ed’ aan het werkwoord toe te voegen. Spanjaarden hebben de neiging om deze ‘-ed’ niet uit te spreken, waardoor het kan lijken alsof ze in de tegenwoordige tijd spreken in plaats van de verleden tijd. Voorbeelden zijn ‘worked’ (uitgesproken als ‘work’), ‘loved’ (‘love’) en ‘asked’ (‘ask’).

Ga naar de inhoud