HUESCA – Na vijfentwintig jaar heeft het Ecologische museum in Aínsa, in het Noorden van de provincie Huesca, meer dan een half miljoen bezoekers over de vloer gehad. La Fundación para la Conservación del Quebrantahuesos (de vereniging voor het behoud van de lammergier) kreeg van het ministerie van cultuur opnieuw een concessie over het gebouw voor de komende twintig jaar. Deze zomer opent het museum alle dagen de deuren van 10.30 tot 14.30 uur en van 15.30 tot 20.30 uur.
Het Ecologisch museum (Eco Museo Centro Visitantes) is te bezoeken in het kasteel van Aínsa. Op speelse wijze kunnen kinderen er kennis maken met de habitat van de bedreigde lammergier, één van de regio’s meest iconische vogels. Het museum wil zo jong en oud aansporen verantwoordelijk en bewust om te gaan met de unieke flora en fauna in de centrale Pyreneeën. Het biedt een overzicht van de indrukwekkende bergketen, waarin de bossen, rivieren, watervallen, pieken en gletsjers de hoofdrol spelen.
In vijfentwintig jaar is de Fundación para la Conservación del Quebrantahuesos er in geslaagd van de ruïne van een historisch gebouw een bloeiend museum te maken. Zelfs een kleine, bescheiden dierentuin maakt deel uit van het museum.
Oscar Diez, huidig directeur van het museum staat nog steeds versteld van de impact van zijn werk. “Ik zie regelmatig volwassenen die als kind naar het museum kwamen en zich het bezoek levendig herinneren. Ze vragen me na zoveel jaren naar een bepaalde uil of naar de slangenarend. En dat is het belangrijkste werk van het museum. De sensibilisering van mensen van verschillende leeftijden en sociale klassen over het belang van de natuur”.
Gedurende die 25 jaar zag het museum zowel vooruitgang als tegenslagen. De lammergier doet het nu veel beter dan een kwart eeuw geleden, terwijl andere soorten zoals de Pyrenese Steenbok (bucardo) definitief uitgestorven zijn. De lammergier heeft zich zo een beetje tot het symbool van de regio ontpopt.
Zijn Spaanse naam Quebrantahuesos, letterlijk bottenbreker, heeft hij te danken aan zijn dieet. De lammergier voedt zich namelijk voor 80 procent met botten van kadavers. Door zijn grote snavel kan hij botten tot 18 cm groot in één keer doorslikken. Al te grote botten laat hij op de rotsen vallen, zodat hij ze wel binnen krijgt.
Kort Samengevat: Het Ecologische museum van Aínsa beschikt over twaalf verschillende toonzalen en over een kleine dierentuin. Van begin Juli tot midden September kan het elke dag bezocht worden van 10.30 tot 14.30 uur en van 15.30 tot 20.30 uur. Een toegangskaartje kost 4 Euro en is gratis voor kinderen onder 6 jaar. Voor groepen van meer dan 20 personen kost het slechts 3 Euro.