MADRID – De verkoop van geneesmiddelen tegen griep is in de eerste drie weken van oktober enorm gestegen op het moment dat de griepvaccinatiecampagne officieel is begonnen en de seizoensvirussen beginnen te komen. De farmaceutische coöperatie Cofares verwacht dat de verkoop van anti-griep medicijnen in de eerste drie weken van oktober met 51% is  gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, zo blijkt uit verkoopgegevens in apotheken.

Deze toename is te wijten aan verschillende factoren. Het laatste griepseizoen vond midden in de corona-pandemie plaats en bleef praktisch onopgemerkt. In 2020/2021 daalde de incidentie van het griepvirus met 81% ten opzichte van het jaar ervoor. In het griepseizoen 2021/2022 zal de griep volgens experts echter niet ongemerkt blijven en verwacht men dat de griepepidemie groter zal zijn dan het afgelopen seizoen toen er slechts enkele gevallen bekend waren. 

In diverse autonome regio’s zijn in de eerste drie weken van oktober al enorme pieken gezien in de verkoop van anti-griep medicijnen. Op de Balearen eilanden wordt gesproken over een stijging van 279% terwijl dat 260% is in La Rioja en 137% op de Canarische Eilanden. In Cantabrië stegen de verkopen van anti-griep medicijnen met 107%, in het Baskenland met 102% en in Navarra met 92%.

In Andalusië wordt gesproken over een stijging van 63%, in de Madrid regio 61%, in Aragón 60%, Castilië en León 57%, Catalonië 49%, Galicië 41% en de Valencia regio met 36%. In andere regio’s maakt men zich blijkbaar nog niet zo druk want daar stegen de verkopen minimaal zoals in Asturië met 20% of Castilla-La Mancha met 13% terwijl er ook regio’s zijn waar de verkopen zelfs daalden zoals Extremadura met -3% en de Murcia regio met -2%.

Als we kijken naar andere jaren en de verkoop van anti-griep medicijnen dan zien we dat in 2018 de verkopen in oktober met 256% stegen, in 2019 met -10% daalden, in 2020 daalden met -39% en in 2021 stegen met 51%. In 2020 werd gesproken over een incidentie van 20,6 griepgevallen met 100.000 inwoners terwijl dat in 2019 nog 223,3 personen per 100.000 inwoners was.