Net zoals veel lezers van onze website SpanjeVandaag, gaat de redactie ook wel eens op pad met de camper. De laatste keer was alweer 9 jaar geleden dus was het tijd voor een nieuw avontuur. Dit keer ging onze ‘Roadtrip’ naar Noord Aragon ofwel de provincie Huesca. We bezochten daar Viella (niet in Aragon maar in Lerida, Catalonië), Ainsa, Torla, Sallent de Gallego en Lanuza, Jaca, Loarre, Huesca en Alquezar.
LET OP: Dit is een herhaling van ons avontuur en daarbij horende artikel dat we al in 2019 geplaatst hebben. Alle informatie die in het artikel staat is nog actueel.
De reis hebben we uitgevoerd in een camper-van het merk Sunlight (Cliff 601) die we via McRent gehuurd hebben bij Carvisa in Vila-seca, provincie Tarragona. We hebben dit keer voor een kleinere camper gekozen omdat we van plan waren veel bochtige bergwegen te rijden in de Pyreneeën.
In totaal duurde de reis 7 volle dagen met dus 6 overnachtingen. Hieronder een kort verslag van onze reis, ervaringen en mogelijke tips voor andere camper reizigers.
Voor degene die de Pyreneeën in Huesca niet kennen is het zeker de moeite waard om deze (of andere) route uit te voeren. Het is een prachtig gebied in de lente (en de rest van het jaar al is de winter niet de beste tijd om met een camper in dit gebied waar het koud kan zijn en waar het kan sneeuwen rond te rijden) om te ontdekken met indrukwekkende natuur, bergen, wandelingen, dorpen, steden en uitzonderlijk vriendelijke mensen.
Dag 1: Cambrils – Viella
Op dag één van onze reis was het de bedoeling zo snel mogelijk vanuit de Costa Dorada richting de Pyreneeën te gaan. De eerste stop was echter nog niet in de provincie Huesca in Aragon maar in een gebied en stad waar de redactie nog nooit geweest was in Catalonië.
We hebben het dan over de stad Viella in de Val d’Aran in d de Catalaanse Pyreneeën op de grens met Frankrijk. Dit was ook meteen de langste reis en de eerste overnachtingsplaats. We hadden er al over gelezen en het bleek inderdaad waar te zijn, je mag in Viella en omgeving niet zomaar ergens overnachten met de camper. Dus hebben we gezocht naar een camper parkeerplaats die we ook hebben gevonden.
Val d’Aran Camper Park in Viella is niet fantastisch gelegen (achter het ITV keuringsstation en in een bedrijvencentrum) maar op 2 min lopen heb je een Caprabo supermarkt, tankstation en is het slechts een paar minuten lopen naar het centrum van Viella. Let op dat de camperparkeerplaats (in ieder geval in juni) om 20 uur sluit. Wij konden nog naar binnen om 20.30 uur nadat we de eigenaar hadden gebeld. Er is een stroomaansluiting, gratis wifi, mogelijkheid om het toilet te legen, water bij te vullen en het afvalwater te lozen. In ons geval was dat allemaal niet nodig omdat onze reis net was begonnen.
Voor meer informatie en tarieven kun je naar deze website gaan.
Viella is een aangename kleine stad dat mooi gelegen is in een dal. Het is een leuke en korte wandeling door het oude (gerestaureerde) centrum en alle voorzieningen zijn aanwezig. Helaas hadden wij niet veel tijd om alles uitgebreid te bezoeken maar we zijn wel even doorgereden naar Baqueira-Beret, het populaire skigebied (waar in juni niets te doen is).
Dag 2: Viella – Ainsa
Op onze tweede dag zijn we vanuit Viella naar Ainsa in de provincie Huesca in Aragon vertrokken. Dat deden we door een deel van de N-230 inclusief lange tunnel vanuit Viella terug te rijden tot aan de afslag naar Castejón de Sos. Hier hebben we niet de door Google Maps aanbevolen A-1605 genomen maar de N-260. Achteraf gezien een goede keuze want het was een prachtige bochtige route met tussenstop in Castejón de Sos. Dit is een rustig dorp waar veel motorrijders stoppen en relaxed genoeg is om even de benen te strekken (en met de armen te zwaaien na de vele bochten).
Uiteindelijk komt de A-1605 die we niet hebben gereden op de N-260 uit die verder gaat tot aan Ainsa. Voordat we echter naar de overnachtingsplaats zijn gegaan, hebben we de A-138 genomen om 34 km verder te stoppen in het dorp Bielsa. Op zich een leuk dorp om te bezoeken maar het kan achterwege gelaten worden. De route ernaartoe is mooi maar het dorp is in onze ogen niet speciaal genoeg om de omweg te maken.
Na Bielsa zijn we teruggereden naar Ainsa om daar te overnachten. Ainsa is camper-friendly aangezien het is toegestaan om op de parking achter het kasteel te overnachten. Het is een betaalde parkeerplaats waar 60 min 0,50 euro kosten en het mogelijk is om voor minder dan 2,50 euro tot bijna 15 uur de volgende dag te parkeren. Wij hebben netjes betaald voor het parkeren en overnachten maar we hebben ook gezien dat veel andere camperrijders dat niet deden. Wij vonden echter dat als een gemeente het toelaat dat er overnacht mag worden dat best betaald mag worden.
Er zijn geen camper voorzieningen op deze met bomen voorziene (onverharde) parkeerplaats waar ook bussen en personenwagens parkeren. Het mooie is echter de ligging want vanaf de geparkeerde camper is het nog geen vijf minuten lopen naar het plein van Ainsa. Je loopt de brug over en als je wilt bezoek je een van de twee musea/informatiecentra of het toerismekantoor (voor een plattegrond) of je loopt even over de kasteelmuur. Je kunt ook gewoon over de grote binnenplaats lopen richting het mooie Plaza Mayor plein.
Op het centrale plein zijn diverse bars en restaurants te vinden waar je lekker op een terras kunt genieten van het goede leven. Let op voor de zwaluwen en hun uitwerpselen want deze vliegen in ieder geval in juni af en aan boven het plein.
Als tip om te lunchen of dineren kunnen wij het restaurant Braseria Alberto geven vanwege de goede maaltijd, correcte en vriendelijke service en mooie ligging direct als je op het plein staat rechts. Zij waren in de ochtend ook de enige bar die open was voor een cafe con leche en cortado.
Ainsa is een mooi gerestaureerd maar toch authentiek dorp maar het kan er (afhankelijk van de tijd van het jaar en tijdstip) goed druk zijn met toeristen. Er komen soms busladingen vol naar het kleine dorp. Het voor- en naseizoen zijn waarschijnlijk de beste momenten om Ainsa te bezoeken.
Een wandeling door Ainsa is eenvoudig te doen. Begin aan de linkerkant, steek af en toe de zijstraatjes in, loop links langs het gemeentehuis naar de Santa Maria kerk waar je tegen betaling tot boven in de toren kunt komen en loop door de Calle Santa Cruz straat tot aan het Plaza San Salvador pleintje en een stukje verder tot aan de toegangspoort (portal) om daarna over de Calle Mayor straat terug te lopen naar het hoofdplein, de Plaza Mayor.
Dat was Ainsa; klein en makkelijk te lopen maar zeker de moeite waard. Niet voor niets staat Ainsa op de lijst van mooiste dorpen van Spanje (Los Pueblos más bonitos de España). Houd er rekening mee dat er traptreden, verhogingen en ongelijke stenen zijn waar men over loopt in het dorp.
Vergeet trouwens niet om af en toe naar boven te kijken naar de zwevende ‘quebrantahuesos’ en ‘buitres’ ofwel de lammergieren en gieren die met name boven het kasteel en de parkeerplaats rondjes vliegen.
Dag 3: Ainsa – Torla
Na een goede nachtrust, een korte wandeling naar de Plaza Mayor en een goede kop koffie op een terras, zijn we vertrokken naar de volgende bestemming: Torla.
Dat hebben wij niet gedaan over de grote N-260 weg maar over de A-138 weg tot aan het dorp Escalona om daar linksaf de HU-631 op te rijden. Een fantastische en zeer bochtige weg door prachtige natuur met panoramische vergezichten … hadden we gelezen. Wij hadden namelijk de pech dat er bij een tunnel een aardverschuiving had plaatsgevonden waardoor we via een omleiding ter hoogte van het dorp Puyarruego op een andere prachtige weg (zonder nummer) uitkwamen.
Deze zeer bochtige weg bracht ons uiteindelijk naar het kleine dorp Buerba waar we aan bewoners (eigenaren van Casa Rural Casa Lisa) gevraagd hebben wat de stenen op de schoorstenen betekenen. Dat zijn ‘espantabrujas’ ofwel heksenverjagers. Dankzij de steen op de schoorsteen of soms ook op de kolommen naast de ingang van een woning kon een heks dat huis niet betreden. Zelfs de nieuwbouwhuizen hebben deze stenen verwerkt in het ontwerp.
Na een korte wandeling door Buerba vervolgden we de weg naar de prachtige Cañon Añisclo kloof waar we genoten hebben van het uitzicht bij de mirador. Na een mooie route door een bebost gebied zijn we uitgekomen op de oorspronkelijk te volgen HU-631 weg om deze te volgen naar Sarvisé en het toeristische Broto om niet veel later te eindigen in Torla, de toegangspoort naar het Ordesa en Monte Perdido natuurpark.
Op de enorme parkeerplaats staat met borden aangegeven dat het niet is toegestaan om daar met een camper te overnachten (pernoctar). We hebben echter de camper toch geparkeerd en hebben daarna een wandeling gemaakt door het oude centrum van het dorp. Eenmaal op het Plaza Aragon plein aangekomen hoorden we iemand (dat bleek later de burgemeester te zijn) zeggen dat de volgende avond Jesús Callejas tv-opnames zou maken voor zijn programma Volando Voy. Omdat wij trouwe kijkers zijn van Callejas en zijn avonturen en documentaires, besloten we ter plaatse onze route aan te passen en twee dagen in Torla te overnachten.
Aangezien het zou gaan onweren en regenen (iets dat vaker gebeurt in de bergen) besloten we om die nacht op een camping te slapen. Dat werd uiteindelijk de Camping Río Ara, net buiten het centrum waar men over een oude brug bij de camping uitkomt. Na te hebben ingecheckt zochten we een plaatsje uit, sloten we de elektra aan en konden we genieten van een heerlijke douche. Die nacht stormde het behoorlijk dus de weersvoorspelling was dit keer goed.
Voor meer informatie en tarieven over Camping Río Ara kun je naar deze website gaan.
Dag 4: Torla – Sallent de Gallego – Torla
Op de planning voor de dag erna stond een kort bezoek aan en wandeling in het natuurpark Ordesa-Monte Perdido. Helaas hadden we er geen rekening mee gehouden dat het zaterdag was (dat vergeet je nog wel eens tijdens een reis) en dus was het hartstikke druk. Om 10.30 uur was de parking Pradera de Ordesa, middenin het park, al vol en dus stond er een file op de weg daarnaartoe. Niemand wist echter op dat moment wat er aan de hand was maar wij belden het informatiekantoor in Torla en zij bevestigden ons dat de parking was gesloten.
Uiteindelijk hebben we met de camper kunnen keren op de smalle weg om terug te gaan naar Torla en onze dagplanning aan te passen. Later hoorden we dat als alternatief voor het Ordesa park we ook de Valle de Bujaruelo vallei hadden kunnen bezoeken. Dat staat op de planning voor de volgende keer.
Na ons mislukte bezoek aan Ordesa besloten we om verder te rijden naar Biescas, Panticosa, Lanuza, Sallent de Gallego en Formigal. Deze plaatsen zijn geen onbekenden bij de redactie aangezien wij daar van 1999 tot en met 2002 gedurende vier winterseizoenen gewerkt hebben (voor Rekro Reizen in de wintersport). Overigens geldt dat ook voor bijna alle andere plaatsen en routes tijdens deze reis maar dat is alweer 17 jaar geleden.
De route naar Biescas gaat vanuit Torla over de mooie N-260 die we al eerder hadden gereden. Tussen Torla en Biescas dien je door twee smalle tunnels (waarvan een met stoplicht) te rijden en kom je o.a. door Linas de Broto met een mooie kerk, Yesero en Gavin om uit te komen bij Biescas. Wij zijn er doorheen gereden maar je kunt er ook omheen rijden om op de A-136 verder te rijden richting Sallent de Gallego.
Biescas zelf is niet zo heel interessant dus zijn we doorgereden naar het ooit verlaten dorp Lanuza, gelegen aan het gelijknamige stuwmeer in de Valle de Tena vallei. Lanuza ligt prachtig aan de ‘embalse’ en bijna alle woningen zijn inmiddels gerestaureerd, dat was 17 jaar geleden heel anders. Na een korte wandeling zijn we naar het nabijgelegen dorp Sallent de Gallego (waar de redactie gewoond heeft) gereden.
Naast de elektriciteitscentrale ligt een grote parkeerplaats waar het is toegestaan om met een camper te overnachten. In de rest van het dorp is dat echter niet toegestaan. Er is een mogelijkheid om afvalwater te lozen maar volgens diverse websites is de ‘aguas grises’ plaats vaak gesloten. Vanaf de gratis ‘aparcamientos autocaravanas’ parking is het slechts 2 minuten lopen naar de oude brug (puente viejo) en daarna het oude centrum.
Wij hadden bij ons bezoek aan Sallent de Gallego het geluk dat er een heksenmarkt (feria de brujas) was waardoor er een gezellige sfeer heerste. Na in de zon wat gegeten te hebben op een terras zijn we doorgereden naar het wintersport dorp Formigal waar in juni niets te doen was. Toch was het leuk om het dorp na 17 jaar weer eens te zien.
Na ons korte bezoek aan Formigal hebben we de A-136 genomen om richting het dal te rijden om boodschappen te doen bij de Mercadona in Sabiñanigo, een groot dorp waarvan wij al wisten dat dit niet de moeite waard is om rond te lopen. Na de boodschappen hebben we het 8 jaar geleden geopende nieuwe deel van de N-260 genomen naar het dorp Fiscal om daar op de oude en bochtige N-260 naar Torla terug te rijden.
Aangezien we in Torla de tweede nacht niet weer op een camping wilden staan besloten we, ondanks dat dit dus eigenlijk niet is toegestaan, op de grote parkeerplaats te overnachten (we waren niet alleen). Die zaterdagavond was het hele dorp uitgelopen om naar de opnames van Volando Voy van Jesús Callejas te kijken en om als publiek deel te nemen.
Voor degene die het tv-programma Volando Voy niet kennen, het is een programma waarbij de presentator Jesús Callejas met zijn helikopter een dorp, stad of omgeving vanuit de lucht laat zien. Dat doet hij met de hoofdrolspelers in het programma wat mensen uit het dorp zijn en waardoor emotionele en eerlijke momenten ontstaan. Daarnaast bezoekt Callejas van alles en nog wat waarbij hij gesprekken voert met inwoners.
Deze aflevering van Volando Voy gaat over Torla en het natuurpark Ordesa y Monte Perdido. Het grappige was dat er naast de Spaanse deelnemers aan het programma ook een Nederlandse familie was (man, vrouw en twee jonge kinderen) die ondervraagd werd en op videos te zien is. Dat was natuurlijk erg toevallig (we zijn de naam kwijt waar deze familie woont). Deze aflevering van Volando Voy wordt ergens in september 2019 op kanaal Cuatro uitgezonden.
Na het bijwonen van de opnames hebben we geweldig geslapen in de camper op de parkeerplaats om ’s morgens wakker te worden van het geluid van de helikopter van Jesús Callejas die luchtopnames maakte van het dorp Torla. Wie weet zijn wij nog wel te zien in het programma want we hebben natuurlijk gezwaaid.
Na alle commotie hebben we een café con leche en cortado gedronken en hebben we met diverse inwoners op straat een praatje gemaakt waardoor we veel te weten zijn gekomen over de geschiedenis van Torla en omgeving. Maar het was tijd om verder te reizen naar onze volgende slaapplaats.
Dag 5: Torla – Jaca – San Juan de la Peña – Mallos de Riglos – Loarre
Vanuit Torla zijn we over de N-260 richting Biescas gereden om daarna via Sabiñanigo naar de stad Jaca te rijden. In Jaca hebben we de camper geparkeerd op de speciale camperplaats waar de camper in de schaduw van de bomen kon staan, waar we het chemisch toilet en het grijs water kunnen lozen en zelfs gratis water hebben bijgevuld. Naast de camperplaats is ook een hondenuitlaatplaats, makkelijk voor de vierpotige camperpassagiers. Vanaf deze gratis camperplaats is het slechts enkele minuten (lange trap omhoog) lopen naar het centrum van de stad.
Wij bezochten Jaca op een zondag dus de winkels waren gesloten maar de bars, restaurants en terrassen waren bomvol. Uiteraard hebben ook wij wat gedronken en gegeten en dat deden wij bij het Pilgrim Cafe, pal naast het park en het oude Ciudadela de Jaca fort (dat gesloten was toen wij er waren). Na een lekkere maaltijd hebben we de Catedral de San Pedro de Jaca bezocht en zijn we vertrokken uit de stad richting het klooster San Juan de la Peña.
Het Monasterio Viejo de San Juan de la Peña ligt op slechts 30 minuten rijden van Jaca. De route gaat over de N-240 om daarna af te slaan waar we de A-1603 namen naar Santa Cruz de Serós om daarna de route te vervolgen over een prachtige weg en even te stoppen bij de Mirador Santa Cruz de Serós om te genieten van het prachtige panoramisch uitzicht. Daarna hebben we gestopt bij het indrukwekkende onder een rots gelegen klooster van San Juan de la Peña waar het die sag erg druk was (zondag drukte).
Na ons korte bezoek aan het oude klooster (waar volgens de legende ooit de Heilige Graal gestaan heeft) hebben we de A-1603 vervolgd wat een mooie route is tot aan Bernués waar we af zijn geslagen om de A-1205 te rijden tot aan het stuwmeer Embalse de la Peña. Daar hebben we de A-132 genomen om via een oude stalen brug over het stuwmeer te rijden richting de spectaculaire Mallos de Riglos.
De Mallos de Riglos zijn een verzameling conglomeraatgesteenten gelegen in de gemeente Las Peñas de Riglos. Deze steil omhoog rijzende rotsformaties zijn zo’n 1.000 meter hoog en het is spectaculair om te zien. Wij hebben vanwege het tijdstip de rotsen niet van dichtbij bekeken maar hebben het natuurspektakel van een afstand bewonderd.
We vervolgden onze weg naar de volgende overnachtingsplaats bij de Castillo de Loarre, ofwel het spectaculaire Loarre kasteel. Het kasteel van Loarre is een romaans kasteel en abdij. Het is een van de oudste kastelen in Spanje dat gebouwd werd in de 11e en 12e eeuw. Omdat het kasteel spectaculair gelegen is en goed gerestaureerd werd, wordt het kasteel van Loarre regelmatig gebruikt bij filmopnames. In 2005 was het kasteel te zien in de film Kingdom of Heaven en daarvoor en daarna in diverse Spaanse films en series.
Wij besloten op de parkeerplaats bij het kasteel te slapen. Er staat nergens dat dit niet mag en het leek ons wel leuk om ’s morgens wakker te worden met het kasteel op de achtergrond. Het was de rustigste nacht van de reis aangezien we alleen paarden en uilen hebben gehoord terwijl we naar de sterren hebben gekeken naar een hemel die geen last heeft van lichtvervuiling.
Er is een gebouwtje met bar en toilet, een winkel en een ticketkantoor dat om 10 uur open gaat maar verder zijn er geen voorzieningen. Wij besloten het kasteel niet te bezoeken aangezien er maar liefst 140 schoolkinderen naar binnen gingen … en dat is niet rustig.
Dag 6: Loarre – Huesca – Alquézar
Na onze overnachting bij het kasteel van Loarre zijn we over de A-1206 richting Bolea gereden om daarna af te slaan en de A-132 te nemen naar de hoofdstad van de provincie, Huesca. In de stad hebben we de camper op de gratis camperparkeerplaats geparkeerd. We hebben het afvalwater geloosd en het chemische toilet geleegd om na een korte wandeling door het kleine oude centrum door te rijden naar het prachtige dorp Alquézar.
Alquézar is een mooi, perfect gerestaureerd en daardoor ook toeristisch dorp dat zeker de moeite waard is om te bezoeken. Het middeleeuwse dorp is gebouwd in een halve maan vorm dat bestaat uit een wirwar van straatjes en pleintjes. Hoog boven het dorp staat de Colegiata de Santa María la Mayor, een kasteel-klooster gebouwd in de Moorse tijd en daarna aangepast in 1067 door Sancho Ramirez.
Alquézar is net zoals Torla en Ains terecht een van de Pueblos más Bonitas de España. Naast een wandeling door het dorp en het bezoeken van een terras om van het uitzicht te genieten, zijn ook de ‘pasarelas’ ofwel wandelpaden spectaculair om te bezoeken. Deze ongeveer twee uur durende wandeling voert je door de Cañon (kloof) van de Vero rivier. Je moet goed ter been zijn en enige ervaring hebben met wandelen in de natuur, maar het is zeker de moeite waard.
De Pasarelas de Vero wandeling heeft een toegangsprijs van 4 euro dat bedoeld is voor een verzekering en een helm (vanwege de mogelijk vallende stenen). Een ticket kun je kopen in het gemeentehuis waar ook de 2 uur durende wandeling begint. Het einde van de wandeling is echter aan de andere kant van het dorp dus je kunt zo een rondje lopen door de natuur, langs en over de rivier over bruggen en ijzeren wandelpaden die aan de rotsen zijn vastgemaakt om daarna weer in het dorp te eindigen.
Helaas hadden wij geen tijd om deze wandeling te lopen vanwege het tijdstip en de extreme hitte met temperaturen van 35 graden. We zullen zeker een keer terugkomen in een andere maand om de wandeling alsnog te voltooien. Die hitte heeft er ook voor gezorgd dat we besloten niet op de parking (de eerste aan de linkerkant als je bij het dorp aankomt) te gaan staan met de camper om daar te overnachten. Naast het feit dat er een bord staat dat je er niet mag overnachten, is er geen schaduw op deze grote parkeerplaats en dat was niet prettig met die hitte.
Daarom besloten we 1,3 km naar beneden te rijden naar Camping Alquézar waar we een plaats huurden onder de olijfbomen. De camping is goed genoeg om te overnachten en om te genieten van een goede douche. We hebben ook genoten van een heerlijke avondmaaltijd bij het restaurant aan de overkant van de weg.
Voor meer informatie en tarieven over Camping Alquézar kun je naar deze website gaan.
Dag 7: Alquézar – Barbastro – Monzón – Fraga – Costa Dorada
De zevende dag van de camperreis was aangebroken, een dag die we besteed hebben aan het terugrijden naar de Costa Dorada (Tarragona). We vertrokken in Alquézar om over de A-1232 richting Barbastro te rijden, de regionale stad waar we met een boog omheen zijn gereden. Na Barbastro volgden we de N-240 en een deel van de A-22 autoweg om langs Monzón naar Fraga te rijden.
Wij zijn niet gestopt bij Monzón maar we zagen van een afstand een groot kasteel hoog boven de stad staan dus we besloten ooit terug te keren om dit te gaan bezoeken, maar niet tijdens deze reis. Het kasteel is van oorsprong Arabisch (Moors) maar is nu een tempelierskasteel dat veel bezocht wordt door toeristen.
Voorbij Monzón hebben we de A-22 autoweg verlaten om over de A-1234 richting de stad Fraga te rijden. Na de hond te hebben uitgelaten en te hebben getankt zijn we via Fraga uit de autonome regio Aragón gereden om Catalonië binnen te rijden en de C-12 te volgen tot aan Flix en Ascó en na Mora d’Ebre de C-44 te nemen richting de kust van de Costa Dorada.
We besloten om met de camper naar een voor ons vertrouwde plaats te gaan in l’Ametlla de Mar om in de wijk Sant Jordi d’Alfama bij het gelijknamige kasteel te parkeren. Ondanks dat er overal borden staan dat het niet is toegestaan om er te overnachten stonden er toch meer dan 10 campers in de hitte op de gratis parkeerplaats.
Aangezien wij deze buurt goed kennen (we wonen in de omgeving) zijn we naar de andere kant van het strand gereden om in de schaduw van een grote boom te eten. Dat was uiteindelijk onze laatste maaltijd in de camper want we besloten om door te rijden naar onze woonplaats Cambrils om in de wijk Mediterrani nabij Camping Joan onze spullen in te pakken, de camper een beetje schoon te maken en naar huis te gaan. De volgende ochtend hebben we de camper ingeleverd bij het verhuurbedrijf Carvisa.
Voor meer informatie en tarieven over Carvisa kun je naar deze website gaan.
Dit was een kort verslag van onze tweede SpanjeVandaag camper roadtrip. De eerste camperreis is alweer 9 jaar geleden en wellicht schrijven we over die reis naar de Valencia regio en Andalusië ook nog eens een verslag. Er zullen in de toekomst waarschijnlijk nog meer roadtrips gaan maken want opnieuw is het ons goed bevallen en was de kleinere Sunlight Cliff 601 camper-van een uitstekende keuze.