Een derde werknemers verdient minder dan 1366 euro/bruto per maand in Spanje

Een derde werknemers verdient minder dan 1366 euro/bruto per maand in Spanje
Beeld: 123rf

Een derde werknemers verdient minder dan 1366 euro/bruto per maand in Spanje

Dit artikel is 1 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

MADRID – Het gemiddelde bruto maandsalaris steeg in 2021 met 2,4% tot 2086,80 euro wat het hoogste maandsalaris is sinds 2006 volgens de cijfers van het EPA-onderzoek van het Spaanse statistiekbureau INE. Bij dit EPA-onderzoek over 2021 is gekeken naar de salarissen van 16.601.500 werknemers waarna deze in tien groepen zijn verdeeld. Het gemiddelde bruto maandsalaris wil niet zeggen dat dit ook door iedereen verdiend wordt, zoals we in dit artikel uitleggen.

Volgens de EPA-cijfers verdiende 40% van de werknemers (6,64 miljoen personen) in 2021 tussen 1366,50 en 2342,20 euro bruto per maand, terwijl 30% (4,98 miljoen) een salaris van minstens 2342,20 euro bruto per maand ontving en de overige 30% (4,98 miljoen) een salaris van minder dan 1366,50 euro bruto per maand verdiende. Binnen die laatste groep waren ook 3,3 miljoen personen die minder dan 1166,49 euro bruto per maand en 1,66 miljoen werknemers die een salaris ontvingen van minder dan 857,21 euro bruto per maand.

Het gemiddelde maandsalaris was in 2021 in Spanje dus 2068,80 euro bruto, maar dat is niet het meest verdiende maandsalaris. Het mediane salaris (salario mediano), waarbij het totale aantal werknemers in twee gelijke delen verdeeld wordt met degenen met een hoger en degenen met een lager salaris, was 1757,40 euro bruto per maand, 3% meer dan in 2020 (51 euro meer). Dit mediane salaris is bijna 330 euro lager dan het gemiddelde salaris van 2021 wat 2086,80 euro was.

Verder is er nog steeds een groot verschil te zien tussen de maandsalarissen tussen mannen en vrouwen. Mannen verdienden gemiddeld 2276,90 euro bruto per maand wat gemiddeld 400 euro minder (20,9%) is dan het 1883,40 euro bruto die vrouwen per maand verdienden in 2021. Het INE legt uit dat deze loonongelijkheid te wijten is aan het feit dat vrouwen over het algemeen meer tijdelijk of deeltijdwerk hebben en meer in lager betaalde activiteiten werken dan mannen.

De laagste lonen waren in 2021 geconcentreerd in huishoudelijke activiteiten (858,10 euro), horeca (1225,80 euro) en landbouw, veeteelt, bosbouw en visserij (1352,70 euro). Dit komt volgens de INE mede door het hogere aandeel deeltijdbanen en uitzendwerk in deze sectoren. De hoogste vergoedingen vonden plaats in financiële en verzekeringsactiviteiten (gemiddeld 3583,20 euro); elektriciteits- en gasvoorziening (3227,70 euro) en informatie en communicatie (2822,20 euro).

Ga naar de inhoud