De invoering van provincies in Spanje bestaat 190 jaar

De invoering van provincies in Spanje bestaat 190 jaar
Beeld: via canva.com

De invoering van provincies in Spanje bestaat 190 jaar

Spanje is opgedeeld in 50 provincies en 17 autonome regio’s. Deze indeling bestaat inmiddels 190 jaar en is tot stand gekomen in 1833, toen Javier de Burgos Spanje herindeelde volgens een modern Frans model. In dit artikel zal de geschiedenis van de Spaanse provincies en autonome regio’s uiteengezet worden.

Javier de Burgos was een invloedrijke Spaanse politicus en bestuurder in de 19e eeuw. Hij staat vooral bekend om zijn rol bij de administratieve reorganisatie van Spanje, waarbij hij het land opdeelde in provincies. De wet die deze reorganisatie regelde, staat bekend als de Wet op de Provincies van 1833. Als politicus diende Javier de Burgos ook als minister van Ontwikkeling en als minister van Binnenlandse Zaken onder koning Ferdinand VII van Spanje.

Provincies

De 50 provincies of ‘provincias’ dateren uit 1833, toen Javier de Burgos in opdracht van de regering Spanje herverdeelde. Hij baseerde zich op een eerdere territoriale indeling uit 1822, maar bracht enkele aanpassingen aan. Zo schafte hij drie provincies af en verhief hij zes andere provincies tot autonome regio’s.

Bij het indelen van de provincies liet De Burgos zich leiden door historische, geografische en demografische overwegingen. Elke provincie kreeg een politiek leider, de ‘jefe político’, aangesteld door de centrale regering. Dit weerspiegelde de sterke centralisatie van de Spaanse staat.

De Spaanse provincies verschillen sterk in karakter. Sommige zijn dunbevolkte, landelijke provincies zoals Soria, Teruel en Zamora. Andere tellen miljoenen inwoners en hebben een stedelijk karakter, zoals Madrid, Barcelona en Valencia.

Ook qua oppervlakte lopen de provincies uiteen. Met ruim 10.000 vierkante kilometer is Badajoz veruit de grootste provincie van Spanje. Aan de andere kant van het spectrum is het mini-provincietje Álava, dat slechts 3028 vierkante kilometer groot is.

Aan het hoofd van elke provincie staat de ‘diputación provincial’ of provincieraad. Deze raad wordt om de vier jaar gekozen en is verantwoordelijk voor het regionale bestuur en beleid binnen de provincie.

Daarnaast heeft elke provinciehoofdstad, zoals Albacete, Ciudad Real en Cuenca een eigen gemeenteraad en burgemeester. Zij zijn verantwoordelijk voor stedelijke aangelegenheden.

De centrale overheid in Madrid blijft echter het eindgezag over alle provincies. De regering benoemt een afgevaardigde per provincie om toezicht te houden op het provinciale bestuur.

regios

Autonome regio’s

Naast de provincies kent Spanje 17 autonome regio’s of ‘comunidades autónomas’. Dit zijn regiogewesten met een eigen parlement en regering.

De eerste autonome regio’s werden in de jaren 70 en 80 gevormd, kort na de dood van dictator Franco. Regio’s als Catalonië, Baskenland en Galicië eisten meer autonomie op. In de loop der jaren kregen steeds meer regio’s zelfbestuur.

Sommige autonome regio’s, zoals de Canarische Eilanden en Navarra, dateren al uit 1833. Destijds verhief Javier de Burgos deze gebieden tot speciale regio’s. Pas anderhalve eeuw later kregen ze volledige autonomie.

De autonome regio’s hebben verregaande bevoegdheden gekregen op terreinen als onderwijs, gezondheidszorg, ruimtelijke ordening en financiën. Elke regio heeft eigen belastingen en wetten.

Desondanks blijft de centrale overheid zeggenschap houden over onder meer defensie, buitenlandse zaken en infrastructuur. Ook het hooggerechtshof valt onder Madrid.

Enkele autonome regio’s zoals Catalonië en Baskenland hebben een aparte taal en cultuur. Hier ligt de nadruk op behoud van de eigen identiteit. Andere regio’s zoals Madrid en Murcia delen de standaard Spaanse cultuur.

Qua inwoneraantal varieert Andalusië met ruim 8 miljoen inwoners het sterkst met La Rioja, dat slechts 300.000 inwoners telt. Ook economisch zijn er grote regionale verschillen in Spanje.

Ga naar de inhoud