In 2023 beleefde Spanje een uitzonderlijk warm jaar, wat resulteerde in de op een na warmste jaartemperatuur sinds 1961, het jaar waarin de Spaanse weerdienst AEMET begon de gegevens bij te houden. Deze extreme warmte leidde tot talrijke hittegolven en recordtemperaturen in het hele land.

In de lente was de gemiddelde neerslag in Spanje 25% lager dan normaal, waardoor het een van de droogste lentes was. De zomer van 2023 was extreem droog, met gemiddelde neerslagcijfers die 40% lager lagen dan normaal. Gebieden zoals Andalusië, Extremadura en delen van Castilla-La Mancha leden onder extreme droogte, met neerslagcijfers die meer dan 60% onder het gemiddelde lagen.

De lage neerslag veroorzaakte watertekorten in reservoirs en stuwmeren, wat leidde tot beperkingen op watergebruik in veel regio’s. Landbouwgebieden werden zwaar getroffen, met mislukte oogsten en verliezen voor boeren. Bosbranden namen toe door de droge omstandigheden, waarbij duizenden hectaren natuurgebieden werden verwoest.

Er waren enkele uitzonderingen waar de neerslag normaal of zelfs hoger dan normaal was. De noordwestelijke regio’s van Galicië en Asturië ontvingen overvloedige regenval. De Canarische Eilanden kenden een normale regenval, hoewel er grote verschillen waren tussen de eilanden.

Er waren zeven officiële hittegolven, waarvan vier op het Spaanse vasteland en de Balearen, en drie op de Canarische Eilanden. Naast deze hittegolven waren er ook extreme hitteperiodes in april en oktober, hoewel ze niet officieel als hittegolven werden aangemerkt. In totaal werden er 42 warmterecords gebroken, terwijl er geen enkele kouderecord werd gevestigd.

Uitzonderlijke temperaturen