MADRID – 19 Maanden geleden, toen de corona-pandemie begon, sloot Marokko de grens met Ceuta en Melilla, de twee autonome Spaanse steden (exclaves) op het Afrikaanse vasteland. Tot op de dag van vandaag houdt Marokko de landsgrenzen nog steeds gesloten voor iedereen die vanuit Ceuta en Melilla naar Marokko wil gaan en andersom van Marokko naar Spanje wil komen.

De Spaanse en de Marokkaanse autoriteiten doen hun best om geen fouten te maken in de hoop de diplomatieke crisis die beide landen in een houdgreep houdt op te lossen. Op 21 augustus, drukte de koning Mohamed VI zijn wens uit om een nieuwe etappe te openen in de verhouding tussen beide landen. Een waarin “het vertrouwen, de transparantie, het wederzijdse respect en het respect voor afspraken” centraal staan. En toch blijft de situatie muurvast zitten.

Al sinds 14 Maart 2020 houdt Marokko de grenzen met Ceuta en Melilla gesloten. Ook de maritieme verbinding tussen beide landen ligt nog steeds lam. Vluchten zijn wel mogelijk, maar Spaanse reizigers moeten een PCR test voorleggen van maximaal 48 uur oud, zelfs wanneer ze compleet gevaccineerd zijn. 

De sluiting van de grenzen heeft grote economische gevolgen voor Ceuta en Melilla. Van de ene dag op de andere hield de zogeheten “ongebruikelijke handel” op. Bovendien sloot Marokko Spanje uit van de oversteek van de straat van Gibraltar, die duizenden Marokkanen die in Europa verblijven elke zomer maken. De havens van Ceuta en Melilla verloren daardoor maar liefst tussen de 5,5 en 6 miljoen euro per jaar.

In tussentijd blijft het conflict muurvast zitten. In oktober 2019 bond Marokko al de strijd aan met de smokkel vanuit Ceuta. De relatie tussen de twee landen verslechterde nog meer toen ex-president van de V.S Donald Trump in december 2019 de Marokkaanse overheersing van de Westelijke Sahara erkende. 

Ook toen Spanje de leider van de politieke partij frente Polisario, Brahim Gali, ontving voor een behandeling van Covid-19, ging het nog meer bergaf. Alhoewel een oplossing dus zeker niet evident is, draait de diplomatieke motor op volle toeren om een einde te maken aan het conflict.