Nederland ontving 102.000 Spaanse toeristen in het eerste kwartaal van 2023

Nederland ontving 102.000 Spaanse toeristen in het eerste kwartaal van 2023
Beeld: via canva.com

Nederland ontving 102.000 Spaanse toeristen in het eerste kwartaal van 2023

Dit artikel is 10 maanden oud en kan dus niet meer actueel zijn.

Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er in totaal circa 102.000 Spaanse toeristen naar Nederland gekomen gedurende het eerste kwartaal (januari, februari en maart). Het eerste kwartaal van 2023 werd met het dubbele aantal Spaanse toeristen/bezoekers afgesloten omdat dit er in 2022 nog 61.000 waren. In totaal vonden in het eerste kwartaal 239.000 overnachtingen plaats door Spaanse toeristen/bezoekers, in 2022 waren dat nog 143.000 overnachtingen in het eerste kwartaal.

Als we kijken naar de CBS-cijfers over het eerste kwartaal van 2023 dan zien we dat er circa 30.000 toeristen/reizigers uit Spanje in januari naar Nederland kwamen terwijl dat er circa 31.000 in februari en circa 41.000 in maart waren. Dat zijn kleine aantallen vergeleken met de meer dan 600.000 Nederlanders die in het eerste kwartaal van 2023 naar Spanje reisden.

In het eerste kwartaal met 102.000 Spaanse toeristen gingen er circa 77.000 naar de provincie Noord-Holland gevolgd door circa 10.000 toeristen in Zuid-Holland, circa 5.000 naar Noord-Brabant, circa 3.000 naar Utrecht, circa 2.000 naar Limburg en Gelderland en circa 1.000 naar Groningen en Overijssel gingen terwijl Friesland, Drenthe, Flevoland en Zeeland minder dan 1.000 Spanjaarden op bezoek kreeg. 

In totaal vonden er circa 239.000 overnachtingen plaats door Spaanse toeristen/bezoekers in het eerste kwartaal waarvan circa 185.000 in Noord-Holland, circa 22.000 in Zuid-Holland, circa 13.000 in Noord-Brabant, circa 6.000 in Utrecht, circa 5.000 in Limburg, circa 4.000 in Gelderland, circa 2.000 in Overijssel, circa 1.000 in Groningen en minder dan 1.000 in de overige provincies..

2022 werd nog afgesloten met 399.000 Spaanse toeristen/bezoekers waarvan er circa 284.000 naar Noord-Holland, circa 48.000 naar Zuid-Holland, circa 23.000 naar Noord-Brabant, circa 11.000 naar Utrecht en circa 10.000 naar Gelderland gingen.

Ga naar de inhoud