Een luchtige beschrijving van de Spaanse geschiedenis en de Costa Blanca: deel 2

Een luchtige beschrijving van de Spaanse geschiedenis en de Costa Blanca: deel 2
Beeld: Freepik

Een luchtige beschrijving van de Spaanse geschiedenis en de Costa Blanca: deel 2

Dit artikel is 3 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

ALICANTE – Schrijfster Lilianne Krosenbrink-Gelissen heeft een luchtige beschrijving geschreven van de toeristische regio Costa Blanca. In het hele artikel komt echter niet alleen de Costa Blanca aan de orde maar wordt ook de geschiedenis van Spanje kort behandeld. Het doel van het artikel is de ‘argeloze’ toerist en niet veel wetende (semi) buitenlandse resident meer kennis bij te brengen van deze bekende en populaire regio. Maar dan wel op luchtige wijze en doorspekt met opmerkelijke feiten die gemakkelijk te onthouden zijn. Op deze wijze wil Lilianne een bijdrage leveren om meer begrip en respect voor de inwoners, de taal en de cultuur van de regio Costa Blanca aanleren. Het hele artikel is in vijf delen onderverdeeld die we op maandagen publiceren.

Deel 2

Lees deel 1 (5 juli) HIER / lees deel 2 (12 juli) HIER / lees deel 3 (19 juli) HIER.

De naam “Spanje” is afgeleid van “Hispania” uit het Romeins. De exacte betekenis is niet helemaal vastgesteld, maar hoogstwaarschijnlijk wil het zeggen: ‘kust of land van konijnen’ of ‘kust van metalen’. Van ruwweg de 2e eeuw vóór Christus tot de tweede helft van de 5e eeuw na Christus hoorde Spanje tot het Romeinse Rijk.

Als gevolg hiervan is de Romeinse invloed in Spanje groter geweest dan elders in West-Europa. Een bezoek aan de stad Mérida en het prachtige museum over die Romeinse periode verschaft een geweldig overzicht hiervan. En het Romeinse aquaduct in Segovia kun je letterlijk niet over het hoofd zien. Ik kan beide van harte aanbevelen. Overigens brachten de Romeinen In de 1e eeuw na christus christendom in Spanje.

De Visigoten, zogenaamde ‘geromaniseerde Franken’, kwamen na de Romeinen en hebben gedurende tweeëneenhalve eeuw geregeerd over bijna het gehele Iberische schiereiland. Opmerkelijk feitje is dat de Visigotische koningen altijd gekozen moesten worden en ondergeschikt waren aan hun eigen wetten. De Visigoten integreerden goed met de Hispano-Romeinse bevolking en dat verklaart hun acceptatie. In de loop van de tijd bekeerden zij zich ook tot het christendom.

In 711 kwamen de eerste Arabieren (zo noem ik ze maar in het algemeen) via Noord-Afrika aan land bij Gibraltar, in de antieke oudheid aangeduid als “de zuilen van Hercules”. Overigens, die zuilen zie je nog steeds op de Spaanse vlag staan en symboliseerden niet alleen de grenzen van Spanje maar waren ook bedoeld als aansporing om op zoek te gaan naar land en zee achter die zuilen hetgeen Columbus op 12 oktober 1492 als eerste namens Spanje deed met de ontdekking van Amerika.

Door de grote veroveringen door Columbus en latere Spanjaarden werd Spaans uiteindelijk de tweede wereldtaal. Daaraan hebben wij 12 oktober te danken als jaarlijks terugkerende “Día de la Hispanidad”, viering van de Spaanse taal. Goed om te onthouden want dan zijn alle winkels in Spanje gesloten.

Met de komst van de Arabieren zou Spanje voortaan “Al Andalus” genoemd worden. Laat u zich niet foppen. Het wil niet zeggen dat de Arabieren slechts Andalusië wisten te veroveren. Gedurende hun acht eeuwen durende heerschappij wisten de Arabieren bijna heel Spanje meester te worden tot aan de grenzen van de meest noordelijke huidige autonome regio’s. Al Andalus kende tot het jaar 1000 een enorme economische groei dankzij de introductie van nieuwe gewassen (waaronder palmen), landbouwtechnieken en producten. Hetgeen mij ertoe brengt u aan te bevelen een bezoek te brengen aan de stad Elche met haar duizenden palmen inclusief het palmen museum.

Nog steeds kun je aan de Costa Blanca zien hoe de boeren gebruik maken van de door de Arabieren geïntroduceerde irrigatietechnieken. Gedurende het tijdperk dat de Arabieren aan de macht waren leefden Christenen, Joden en Moslims samen in een land met steeds wisselende grenzen en de scheidslijnen tussen die groepen waren niet heel scherp. Bij onderzoek naar het huidige DNA van de gemiddelde Spanjaard blijkt het een mengelmoes van Arabische (Moorse), Joodse en Iberische elementen. “Moors” of “Moren” staat overigens voor alle Arabieren die naar het Iberisch schiereiland zijn gekomen om zich te vestigen en/of te vechten. De wreedste van deze Moslims waren afkomstig uit Mauritanië. Zij hadden een donkere huidskleur. Het waren huurlingen en de zogenaamde echte “Moren”. Later werd deze term algemeen gebruikt ter aanduiding van Moslims.

In de 11e eeuw viel het kalifaat Al Andalus uiteen in een aantal onafhankelijke Moslim regio’s met elk hun leider. Hun verdeeldheid speelde de christelijke koningen van de diverse rijkjes in het noorden in de kaart en zo ging de “reconquista” (herovering) van start.

In regio van Valencia werd in de 12e eeuw ene Rodrigro Díaz uit Burgos, beter bekend als “El Cid”, tijdelijk de nieuwe heerser en zwoer trouw aan een Spaanse christelijke koning. Voorheen had hij trouwens ook voor de Arabieren gevochten, zijn loyaliteit lag meer bij financieel voordeel dan bij politiek.  Zijn heldendaden, of ze waar zijn of niet, vind je terug in de Spaanse literatuur en zijn naam komt voor in plaats- en straatnamen en menige horecagelegenheden aan de Costa Blanca en het achterland.

De Spaanse taal is gezien de lange overheersing door de Arabieren uiteraard doorspekt met Arabische woorden, bijvoorbeeld “albarecoque” (abrikoos),” alcalde” (burgemeester) of “azúcar” (suiker). Veel plaatsnamen zijn

verbasteringen uit het Arabisch. Ook de naam “Alicante” komt oorspronkelijk uit het Arabisch, “al-akant’’.

Spanje werd een echt christelijk/katholiek bolwerk vanaf 1492 met de definitieve val van Al Andalus en haar laatste vesting, Granada. Aan de Costa Blanca wordt dit nog steeds jaarlijks en lokaal uitbundig gevierd. Een week lang zijn er festiviteiten ter herdenking van de overwinning van de Christenen op de Moslims: “Las Fiestas de Moros y Cristianos”. Het beroemdste feest vindt jaarlijks plaats in april in Alcoy. Vroeger was hier een welvarende textielindustrie (geïntroduceerd ten tijde van Al Andalus). Textielbaronnen uit het verleden wedijverden met elkaar door de mooiste stoffen te schenken voor het maken van de kostuums. Alcoy heeft een klein museum waar u de pracht en praal hiervan kunt bewonderen.

In het volgende deel meer over Spanje en de Costa Blanca. Lees deel 1 HIER, deel 2 HIER en deel 3 HIER.

Schrijfster: Lilianne Krosenbrink-Gelissen
Email: a.lekrosenbrink@upcmail.nl

Ga naar de inhoud