Leesvoer tijdens de noodtoestand in Spanje (verhaal)

Leesvoer tijdens de noodtoestand in Spanje (verhaal)
Beeld: Freepik

Leesvoer tijdens de noodtoestand in Spanje (verhaal)

Dit artikel is 4 jaar oud en kan dus niet meer actueel zijn.

In plaats van artikelen te plaatsen over de corona-crisis en alles wat daarmee samenhangt omdat deze crisis nu eenmaal het nieuws domineert, plaatsen we dit keer een verslag van schrijfster Barbara van Wijk die eerder ook al een artikel heeft geplaatst bij ons. Het is opnieuw een lang verhaal geworden dus zet een goede bak koffie of pak de fles wijn erbij en ga op je gemak dit verhaal lezen. 

Het eerste artikel dat geplaatst is bij ons was een reisverslag zoals dat HIER te lezen is. Dit keer is het een lang verhaal geworden met grappige of minder grappige maar wél specifiek Spaanse gebeurtenissen. Het verhaal is in feite een persoonlijk verslag van diverse gebeurtenissen die door Barbara omschreven worden tussen 30 september 2019 (deel 1) en 24 maart 2020 (deel 28), dus ten tijde van de huidige noodtoestand in Spanje. Geniet ervan!

Deel 1 – 30 september 2019

Zo de kop is eraf. Dat had heel wat voeten in de aarde. Elke keer als we weggaan zegt Egbert, mijn man, “dit is de laatste keer, dit doe ik nooit meer,” maar ja, als je niets doet dan heb je ook niets…” Nu waren we dus kletsnat want het regende de hele dag en hondsmoe van het pakken en sjouwen, maar eenmaal met de camper onderweg is alles vergeten en ondanks de pijpenstelen kwam de zin in de reis toch langzaam naar de oppervlakte drijven.

Bij de eerste rustpauze bleek dat er nauwelijks water in onze tank zat. Hoe kan dát nou? Egbert weet zeker dat-ie hem volgeplompt heeft. Blijkt het kraantje opengestaan te hebben en zijn we alle water onderweg verloren. Gelukkig zat een kopje koffie er nog wel in, maar daarmee hield het zo´n beetje op. We moeten dus op zoek naar water. Dat zal hier in Frankrijk wel lukken, dit is een paradijsje voor camperaars: overal voorzieningen en camperplaatsen en bovendien is het ook nog eens een heel mooi, lieflijk landschap. De Franse mensen zijn over het algemeen wat minder vriendelijk, hoewel….. ach…. Wij ontmoeten ook wel hele aardigers.

Na een stormachtige nacht met alweer veel regen bedenk ik me dat er een patiserie op nog geen 100 mtr. afstand is. Daar hebben ze vast croissantjes, dus tijg ik richting patiserie. Wat een mooie croissantjes liggen me daar aan te kijken en wat zie ik daar? De appeltaarten zijn voor de helft van de prijs. Aha, de goede lezer weet dàn dat Barbaraatje in haar element is en vast en zeker thuiskomt met een hele mooie appeltaart. Toch twijfel ik nog even. Heb ik de weegschaal mee? Ja? Zal ik het dan wel doen?? Ach wat, weegschaal, niks weegschaal, ik denk aan de caloriearme appeltaart die ikzelf thuis gebakken had om mee te nemen… helemaal mislukt, het was meer een appelpudding. Nu dus een mooi, lekker exemplaar van de patiserie? Voor de helft van de prijs mogen er wel dubbele calorieën inzitten. Toch?

Zo, en dan nu op jacht naar water.

We zijn helemaal in de war. Zitten wij nu in Boussois in Frankrijk of in Boussoit in België? We hebben een hele rare omweg gemaakt omdat de R54 was afgesloten, en we hebben nu geen idee waar we zitten. Er loopt een rivier langs de camperplaats, staat er op de app, maar dat is bij beide plaatsen het geval. Enfin, het maakt ons ook niet veel uit waar we precies zitten, we gaan gewoon richting zuid en dan zal het wel goed komen. In elk geval is Egbert voor het eerst van zijn leven niet helemaal zeker van zijn zaak en ik ben eigenlijk nooit zo zeker waar het de geografische kennis betreft. We zullen wel in Spanje terechtkomen, gewoon immer gerade aus. Morgen meer.

Deel 2 – 2 oktober 2019

Owee, daar ga ik. Een flinke plons, een hoop gespetter en daar schuift Barbara met gestrekte benen het talud af, zo pardoes het meertje in van de Nère! Wat gebeurde er? Ik wandel met Laika een stukje langs het meer, even lekker de benen strekken en het hondje een plezier doen. De piepbal gaat uiteraard mee. Die wordt regelmatig een heel eind weggegooid met de speciale werper en Laika gaat er als een speer achteraan. Dát scheelt mij een heel stuk lopen, maar helaas stuitert de geliefde piepbal het meertje in. Geloof me maar, een groter hondenverdriet kun je je niet voorstellen. Laika staat aan de kant te janken en te hengelen met zijn pootje, maar zij kan er niet bij. Gelukkig is ze geen zwem-hond anders zat ik straks met een kletsnatte hond in de camper, maar ja de bal achterlaten is geen optie… Er zit niets anders op dan dat ik probeer de bal uit het water te vissen. Met de werper kan ik er (eigenlijk) net (niet) bij en op het moment dat ik naar de bal reik voel ik me wegglijden over het spekgladde gras. Vrijwel direct hoor ik een plons. Dát ben ik, spartelend in het water. Laika ziet me niet eens, die ziet alleen maar de bal, die ik nu dus makkelijk kan pakken. Ik geef die bal eerst maar even aan haar, voordat ikzelf probeer op de kant te klimmen.

Met enige moeite lukt dat centimeter voor centimeter want ik glij telkens ietsjes terug, de klei is spekglad. Ik bedenk me dat het misschien beter gaat als ik op mijn rug ga liggen, dan kan ik me met mijn ellebogen omhoog werken. Het lukt. Intussen geniet Laika van het tafereel dat zich voor haar ogen voltrekt. Zij vindt het superleuk allemaal en als ik halverwege land en water hang plonst zij de bal zo weer terug het water in, nog een keertje vrouwtje! Tja, dit feest moet niet al te gauw afgelopen zijn. Gelukkig kan ik hem net pakken en bega ik niet meer de fout om hem aan haar te geven, maar dát is niet haar bedoeling. Laika begint een wedstrijdje met mij, zij wil de bal en terwijl ik probeer uit het water te komen, springt zij maar tegen me op om die bal te pakken te krijgen. Ja, ja, er was gelukkig niemand in de buurt, ik zou me dood schamen zo spartelend in het water en vechtend met Laika om de bal niet te hoeven afstaan.

Nou ja, om een lang verhaal…. Ik glibberde als een paling de kant op en zag eruit als een druipende modderbal. Tjongejonge, wilde ik zo graag nóg een hond? Een vriendinnetje voor Laika? Nou mooi niet. Eerst maar even kijken hoe ik mijn kleren schoon krijg zonder wasmachine.
Ik trek de natte kleren buiten uit, sta daar in mijn slipje en hemd te schutteren, maar de camper moet niet helemaal onder de blubber komen. Er is toch geen mens in de buurt en Egbert pakt de opvouwbare emmer. Bij de waterplaats begin ik te soppen met mijn pakje biotex. Het lukt, volgens mij ziet het er allemaal redelijk uit, maar het begint enorm te regenen. Waar hang ik die natte (zware) spijkerbroek en dat fleece-je op? Egbert ziet ergens een afdakje. Zo! Ook weer opgelost. Het is nu woensdag. Vanavond Valencia-Ajax. Leuk! Franse kaasjes erbij, lekker wijntje…mmm en een droge spijkerbroek en schoon fleece-je, heerlijk avondje zal wel komen.

verhaal2
Beeld: Vielha / Pixabay

Deel 3 – 7 oktober 2019

Een paar daagjes gewoon lekker doorgereden, over smalle weggetjes, in de tweede versnelling bergje op, en via flinke afdalingen weer bergje af. Prachtige vergezichten, veel regen afgewisseld met buien, maar de meeste bakkertjes zijn open en die hebben de heerlijkste heerlijkheden en dát maakt het slechte weer wel weer goed. Het schiet voor geen meter op, ongeveer tweehonderd kilometer per dag, maar dat kan ons helemaal niks schelen, we kruipen genietend door Frankrijk heen. En zo langzamerhand zien we de Pyreneeën voor ons opdoemen. Indrukwekkend als altijd, massief, en nu (zonder sneeuw) lieflijk en adembenemend mooi. We rijden door de tunnel van Vielha die ons een hoop klimwerk bespaart en nu staan we in Spanje, op een camperplaats uitkijkend op een kasteel bovenop een berg. Het is warm, meer dan dertig graden, de zon schijnt, Egbert vraagt of we via de autoweg verder zullen gaan of zullen we de binnenweggetjes blijven opzoeken? Het antwoord weet hij best wel, natuurlijk de binnenweggetjes, eerst door het mooie ruige land van Aragon, dat zó apart is, het hele land ligt bezaaid met rotsblokken.

Nu staan we in Alcañiz, voor de vierde keer op deze plek. Leuk plaatsje, biertje op tafel, Laika druk met de bal, Egbert korte broek aan, zo is dat vakantie of niet? Maar nog even terug naar Frankrijk. We hebben daar Rocamadour bezocht, de grootste bedevaartplaats in Frankrijk op Lourdes na. We keken onze ogen uit, grote bussen reden daar af en aan over de smalle weggetjes, boordevol mensen op zoek naar beterschap of andere gunsten van bovenaf. Wij hebben het gehouden bij het aanschouwen van het plaatsje zelf, dat tegen de rotsen aan geplakt lijkt, schitterend en huiveringwekkend gelijk. Een enorm klooster en dito kerk natuurlijk prominent aanwezig. Een heel indrukwekkend stadje, maar we hebben de heiligdommen niet bekeken gezien de enorme mensendrommen, de stortregens, en de belachelijke prijs van de lift vanaf de camperplaats naar het plaatsje beneden. “ja maar” verduidelijkt Egbert “het is wel een retourtje!” Zo, dat scheelt dus alweer. Morgen meer.

Om half drie zijn we bij ons huis in Fortuna aangekomen. We rollen door ons hek dat direct openschuift en daar zien we ons schattige huisje geduldig in het zonnetje wachten op bewoning. Wat is het toch een leuk huis, het staat te koop, en je begrijpt toch niet dat er geen rijen gegadigden voor staan te trappelen. Maar goed, voorlopig eerst maar even de dode insecten opruimen, de gekko-poepjes, de spinnenwebben, enz. opruimen, en dan het onkruid dat kniehoog staat. Tjemig, dat hebben we nog nooit gehad, zoveel. Enfin, dan hebben we wat te doen. Gelukkig wonder boven wonder geen waterschade, of blubber. Nergens, en daar zijn we heel blij mee. Onze Nederlandse bovenburen waren hier gisteren even en vertelden dat er hele rivieren met watervallen van de berg af gestroomd zijn en die hebben bij hun een muur meegesleurd. Normaal is dit soort schade niet verzekerd, maar de regering heeft dit gebied tot rampgebied verklaard en dat betekent dat de verzekering een fonds heeft ingesteld waaruit alle schades worden vergoed. Heel fijn voor de mensen want het drama moet echt meer dan verschrikkelijk geweest zijn. Er waren bussen ingezet om de Fortunezen te evacueren, ze mochten niets meenemen en moesten ook hun huisdieren thuis laten! Stel je voor! Wij zitten dus in een rampgebied, dat klinkt heftig! Lekker voor de verkoop! Dat zal de avonturiers, de ramptoeristen, deugd doen, maar als ze in drommen hierheen komen om daarvan te smullen, zal het ze tegenvallen, er is helemaal niets te zien van de ex-narigheid. Gelukkig.

Deel 4 – 23 oktober 2019

Dat er rare mensen op deze aardbol rondlopen, weet iedereen. Van tijd tot tijd worden we allemaal wel eens geconfronteerd met zo iemand. ´Dit is er weer zo eentje´ denk je dan, je trekt je schouders op en gaat over tot de orde van de dag. Dat gebeurt hier in Spanje ook. Ik ben geabonneerd op de Nederlandstalige Spaanse krant, want ik wil toch wel weten wat er hier allemaal gebeurt. Genoeg dus. Blijkbaar woont er in Madrid een wel hele rare vent. Hij heeft een meisje van 18 jaar, zijn geliefde, aan stukken gesneden omdat ze hem uitlachte om zijn rare accent. Dit gaf de verontwaardigde Boliviaanse minnaar aan als logische reden voor zijn daad, maar de werkelijke reden verzweeg hij. Dié was te erg: hij had namelijk een nieuwe vriendin. Tja, dat is natuurlijk nog erger. Maar het verhaal gaat verder. Die nieuwe vriendin moest wél iets doen voor haar relatie met zo´n begerenswaardige Boliviaan, tja, zoiets moois krijg je niet zomaar gratis voor niks, nee, ze moest haar nieuwe lover helpen met het hakken en snijden van de lichaamsdelen. Eerst twijfelde ze, maar toen ging ze toch maar aan de slag. Ze hanteerde het mes met voortvarendheid, denkend aan het mooie leven dat haar voor ogen stond na deze zure appel. Wél rende ze na het klaren van de klus naar het dichtstbijzijnde politiebureau waar ze snikkend de ellende van zich afpraatte. Ze gaf als reden voor haar hulpvaardigheid aan dat ze bang was zelf op de snijtafel te belanden als ze haar nieuwbakken vriend zou weigeren te gehoorzamen.

Dit soort dingen gebeurt overal op de wereld, en dus ook hier in Spanje. Maar stel je voor dat het artikel naast dit lugubere bericht de vraag aan de orde stelt: noemen we Nederland in Spanje: Paises Bajos, of Olanda? Als een Spanjaard aan een Hollander/Nederlander vraagt welke nationaliteit u hebt, wat antwoordt u dan? ´Ik ben Neérlandès, Olandese, of bent u Paisbajeños´, ik kan het niet eens uitspreken. En dáár wordt dan een heel artikel aan gewijd, want de naam Holland riekt naar klompen, molens en nieuwe haring en dat is wel erg kneuterig. Mochten we dit oubollige imago willen afzweren, dan zullen we het woord “Holland” moeten afzweren, maar dat is dan gelijk een probleem, want dan mogen we die heerlijke harinkies geen ´Hollandse nieuwe´ meer noemen, en Hup Holland Hup wordt dan Hup Nederland Hup. Dat klinkt niet. Probleem! Maar ja, er zijn zoveel problemen: zwarte Piet mag niet meer. Op het Centraal Station mag niet meer omgeroepen worden ´dames en heren´, nee: ´beste reizigers.´ ´Blanke mensen´ moet worden ´witte mensen´, de ´gouden eeuw´ moet worden de ´slaventijd´. Tjonge wat hebben we toch veel problemen aan ons kop!
Toch nog even terug naar dat drama van dat 18 j. meisje. Ze gaat de statistieken in als het 48ste slachtoffer van partnergeweld. Dát is echt een probleem in Spanje, want in het hele vorige jaar zijn er 47 vrouwen afgeslacht en nu is het jaar nog niet afgesloten en is er al één meer dan vorig jaar. Dat belooft niet veel goeds. Helaas zijn er ook kinderen bij betrokken want op dát dramatische moment gaan de doldrieste mannen in blinde woede door het lint en soms stoppen ze niet voordat het hele gezin uit het leven is gestoken. Wel een bloederige verhaal dit keer, volgende keer beloof ik een gezelliger verhaal.

verhaal3
Beeld: Freepik

Deel 5 – 29 oktober 2019

Voor jullie zal het wel raar klinken, maar wij hopen elke dag weer op bewolking. Regen mag ook, daar wordt de aarde wat zachter van en dan is het onkruidvrij maken veel makkelijker. Tot nu toe was het echter elke dag zonnig, warm, warmer, warmst, en hadden we nog maar één dag regen. Die zorgt ook gelijk weer voor nieuw onkruid, dus voorlopig zijn we nog wel even bezig.

We zijn klaar met het zwembad. Tjonge wat zag dat eruit. Vier jaar zat dat onder een dik zwart dekzeil, en hebben we er niet in gezwommen. Als je in april weggaat is het water nog te koud, en als je in oktober aankomt is het wéér te koud. Wat dat betreft hebben we wel wat pech. Net als met de fruitbomen. De vijgen liggen op de grond, de appels zijn aan de boom verrot, de abrikozen komen in juni dan zijn we ook alweer pleitos, en de goudrenetten waar ik me veel van had voorgesteld (appeltaart!!) maar ook daarmee hebben we pech, die groeien hier niet, die boom is dus ter ziele.
Maar zoals gezegd is het zwembad klaar. Het straalt je tegemoet, als een diamant met een ledlicht erop, het ziet er fantastisch uit. We hebben Nigel, onze klusjesman, erbij gehaald want we kregen de schrik van ons leven. De pomp deed het niet goed. Moeten we een nieuwe hebben zo op de valreep, dachten wij? Je kan ook het huis niet verkopen met een kapotte motor. Nigel, hellep!!

Nigel kwam, keek ernaar en draaide aan een knop. Floeps, daar hoorden we het goede geluid. Er bleek een kikker in de buis te zitten en dan wil de motor wel verstopt raken. Arme kikkertje, maar ja, hij heeft vier jaar lang een heerlijk leven gehad samen met zijn behoorlijk uitgedijde familie, die hem met z´n allen kwamen uitzwaaien. Hoeveel waren het er wel niet? Geen idee, maar een hele kikkerstam. En snel dat die schatjes zijn! Maar ook hier wist Nigel raad mee. Uiterst kalm, geconcentreerd, mikt hij het schepnet vlak voor de kop van kikkie, die zo dom is om er dan recht in te zwemmen. Bij Nigel tenminste, als ik hetzelfde doe lacht hij mij vierkant uit.

barbara
Beeld: Barbara van Wijk

Maar na een verbeten jacht op de kwakertjes wist Nigel precies wat te doen: eerst een lading chemicaliën erin. Daarna een lading chemicaliën erin. En daarna? Juist ja, weer een laag chemicaliën erin. Pomp op zijn hardst en laat al die chemicaliën maar hun werk doen, voorlopig liggen wij er niet in, we zouden trouwens compleet gebleekt en gerimpeld eruit komen met al die chemicaliën. Hoewel, voor de gerimpelde huid hoeven wij echt het water niet in. En we hopen dat de kikkerfamilie niet terugkomt, anders leggen ze alsnog het loodje, dat zou zielig zijn. Maar het zwembad oogt briljant, een hele zorg minder. Laat de kopers nu maar komen, zien is kopen, zowaar ik hier sta.

O ja, het gaat halloween worden. Ellende voor de zwarte katten. Het is een week vóór en een week ná halloween verboden om een zwarte kat te kopen. Dat hebben de dierenbeschermers toch maar mooi voor mekaar gekregen. De dieren mogen niet buiten loslopen en in het asiel worden ze angstvallig beschermd. De arme dieren worden dan ritueel misbruikt, op bezemstelen gebonden, met bezems achterna gezeten, met zwepen geslagen enz. O, o, wanneer houden ze hier nou eens op met het pesten van de dieren!

Maar eerlijk is eerlijk, de lelijke gekko, het krokodilletje, dat onze hele serre heeft volgepoept, heb ik ook met een bezem en veel kabaal weggejaagd. Met succes. En wat blijkt? Dát was het vrouwtje, nu zit er een mannetje helemaal alleen in de serre te treuren, en helaas poept die net zo hard als zijn geliefde, dus…. raad eens …? Groetjes en tot de volgende keer maar weer.

Deel 6

Na een zinderende avond Ajax-Chelsea was het een onrustige nacht. Of dát kwam door de harde wind, of door de ergerlijke maatregelen van de Italiaanse scheidsrechter laten we even in het midden, maar het grote woelen begon en dat duurde tot in de kleine uurtjes. Het kan ook zijn door de ijverige verkoopmolen van ons huis, die weer begint te draaien.

We hebben ons voorgenomen om nu eens serieus werk te gaan maken van de verkoop. We vertrekken weer in april en dan is het weer afgelopen. Dat betekent dus dat we nu even moeten doorzetten. Daarvoor hebben wij ons makelaarsbestand opgedikt met twee nieuwe welwillende makelaars die zich hopelijk een weg weten te banen richting Fortuna met in hun kielzog hopelijk een hele sliert kopers.

De eerste kijkers kwamen maandag. Ze waren aangekondigd dus ik weer aan de poets. Soppen en schrobben, zemen en lappen, vegen en zuigen, maar vooral opruimen al die rotzooi die is blijven liggen door de tuin- en zwembadwerkzaamheden. Ook Nigel (onze klusjesman) heeft met zijn verf- en schuurwerkzaamheden hele wolken stof rond geblazen waardoor alles grijs was.

De kopers stapten uit de auto, bleven even op de weg staan, ik zag bewondering in hun blikken. Het huis ziet er ook zo schattig uit! Na een poosje daalden ze af door ons elektrisch geopende hek, langs de uitbundig bloeiende bougainville, richting zwembad. Nou, dat is zó mooi, zo sprankelend, zo uitnodigend… ze waren er verrukt van en toen ze opkeken en in het dal dat schattige dorpje zagen, reageerden ze zo enthousiast dat wij dachten “zo dit is verkocht”. Maar toen vroegen ze waar de derde slaapkamer is. Owee. Tja, het zijn er echt maar twee en je kunt je gasten niet in het zwembad leggen, en twee is twee, dat staat ook in de advertentie, maar dát lezen ze blijkbaar niet.

Deze mensen waren wel verblind door het uitzicht, het zwembad, het schattige huisje, de picobello-tuin, dus je weet maar nooit. Misschien kunnen ze over de twee slaapkamers heenstappen? Hoe dit afloopt weet ik niet, we hebben nog niets gehoord, dus ook nog geen afzegging… maar ook geen bod. Het is dus afwachten. Maar dit gedoe betekent wél een halve dag poetsen voor slechts een half uurtje bezichtiging, maar vooral voor een heleboel onrust.

Gisteren kwam één van de twee nieuwe makelaars om foto´s te maken voor de nieuwe advertentie. Wat staat ons dan te doen? Juist ja, weer handen uit de mouwen. Tegen jullie gezegd: ik ben het goed zat en ik neig naar “laat maar zitten” … het zonnetje schijnt zo heerlijk zomers, de vriendelijke Spanjaarden in het dorpje, het glinsterende zwembad, de twee palmen die de destructieve tor overleefd hebben en die vrolijk staan te wuiven, de mandarijnenboom die overhangt van vruchten… er is zoveel moois hier, zoveel gezelligs, al die heerlijke terrasjes en restaurantjes, waar je voor amper een eurootje kunt smullen van de lekkerste cappuccino die je ooit geproefd hebt… waarom willen we eigenlijk verkopen? Weten we het echt zeker? Nou ja, we hebben gelukkig geen haast en intussen genieten we met volle teugen en wensen wij jullie veel liefs, natuurlijk ook van Egbert en tot de volgende keer maar weer.

vliegveld alicante
Beeld: 123rf

Deel 7 – 14 november 2019

Zat ik er een tijdje tegenaan te hikken, nu is het zover. Egbert is weer naar Nederland want er moet weer bloed gecontroleerd worden, nu elke twee maanden. Het wordt met het verstrijken van de jaren best spannend. Maar we blijven optimistisch en wachten geduldig de resultaten af. Gisteren bracht ik E. dus naar het vliegveld. Staan daar grote borden “Departure” en “Arrivals”. Mijn Spaans is natuurlijk perfect (maar niet heus) en ik begin te roepen “Departure” Egbert je moet die kant op. Fout. “Departure” betekent wel vertrek, maar hier moet je iemand afzetten en gelijk doorrijden. Wij willen nog even een uurtje koffie drinken dus wij moesten bij “Arrivals” zijn. Dan moet je weer door een slagboom en helemaal terugrijden, maar die slagboom ging met geen mogelijkheid open. Kaartje erin, niks. Andersom, niks, ondersteboven, niks, dus hulp vragen. “U moet het kaartje omkeren”, ja, ja, “hebben we gedaan, maar nee…” “Dan weet ik het ook niet….. tuutuutuutuut” Grrr. Nog eens bellen, hoorn ernaast. Nou dan andere poortje. Daar stond ook iemand te hannesen, weer een ander poortje, weer de auto achter ons gevraagd of-ie even achteruit wil rijden, en gelukkig het derde poortje gaat open. Hoi.

Nou en dan na de koffie zie je je lief door de tourniquetjes draaien en weg is hij. Dat vind ik altijd een moeilijk moment, maar oké, ik rijd terug en thuis wacht het hondje kwispelend op me. Ik zal jullie niet meer vertellen als we een bezichtiging hebben, dat wordt vervelend, als het echt iets oplevert, horen jullie het wel.

Dan een merkwaardig gebeuren in Torrevieja, hier tachtig kilometer vandaan. Daar zijn in drie maanden tijd 9.100 matrassen op straat gevonden. Een mysterie! Waar komen die vandaan? Normaal is het dat leveranciers van matrassen bij het afleveren van een nieuw exemplaar, de oude meeneemt. Dan kunnen er nooit zoveel matrassen op straat belanden. Toch is het zo. De gemeente heeft er zijn handen vol aan. De extra kosten om al die afgedankte matrassen op te halen zijn maar liefst € 165.000. Daar komt nu nog een schepje bij voor het onderzoek naar het ontstaan van dit fenomeen, want men wil wél weten of dit nu gewoon toeval is, of wat de reden is van deze plotselinge eruptie van matrassen.

Jullie verwachten nu misschien dat ik hier de oplossing vertel…? Nee, die is nog steeds niet bekend. We kunnen alleen maar gissen of de resultaten van het onderzoek afwachten. Ikzelf kan wel een paar redenen bedenken….. de zomer was zo vreselijk heet, mensen hebben in bed liggen zweten van jewelste…. Weg met die natte matrassen…. Zou kunnen, he? Of er zijn tijdens die heerlijk warme zomerdagen veel nieuwe liefdes ontstaan, en bij een nieuwe liefde hoort een nieuwe matras??? Zou ook wel kunnen, is ook wel schattig ook, maar dat is mijn eigen fantasie en die neemt wel vaker een loopje met me. Nou ja, wie weet wordt het nog bekendgemaakt, uiteindelijk wordt het uitgezocht met gemeenschapsgeld, dus mag de gemeenschap dit ook wel weten. Groetjes voor jullie.

Deel 8 – 27 november 2019

Zo, ik zal jullie even bijpraten. Het is alweer veertien dagen geleden dat Egbert naar Nederland vloog voor zijn periodieke medische update in ziekenhuis BovenIJ. Het was best spannend, want de vorige keer waren zijn bloedwaardes te hoog, maar het was mogelijk dat dit kwam door de gordelroos waarmee hij op dat moment geplaagd werd. Dát hoopten we van harte, want dan zouden die waardes zakken, als die gordelroos weg was.
Niet dus. Het blijkt dat de waardes nog steeds te hoog zijn en dát mag niet van de hematoloog. Direct hierna ging hij de malle molen in en werd alarmfase 1 ingeschakeld. Geweldig zoals ze in dat ziekenhuis alert reageerden op zijn situatie. Alles werd op kweek gezet en “volgende week donderdag wordt u gebeld welke maatregelen we gaan treffen.” Dat is dus morgen. Dàt er iets gaat gebeuren is zeker, wàt er gaat gebeuren, horen we morgen. Twee mogelijkheden: of hij krijgt medicijnen waarmee hij voorlopig (tijdelijk) door kan leven, of we moeten terug en dan wordt er zwaar geschut ingezet. Het is dus een mateloos spannende tijd. Wat hangt er boven ons hoofd!? Ik verstuur deze mail ook morgen pas, als ik meer kan melden.

Intussen genieten we misschien nog wel meer van ons verblijf hier dan anders. De zon schijnt uitbundig. Het is zo rond de 20 graden, het zwembad fonkelt, de planten staan in bloei, de mandarijnen belagen de bomen, zó vol hangen de bomen. Een lus voor het oog. ´s Avonds gaat de houtkachel aan, wijntje op tafel, hondje op zijn kussentje voor de kachel, en wij smullen van de Netflixserie The Crown. Wat een geweldige serie, ongelooflijk zoals die is gemaakt qua opnames, spel, settings, enz. Heerlijk om naar te kijken.

Zaterdag jl vloog Egbert dus terug hierheen. Op die vlucht werd de 14 miljoenste passagier naar Alicante verwacht. Natuurlijk zat ik te duimen dat Egbert die 14 miljoenste zou zijn, want hoe leuk zou dat zijn!! Bloemen, journalisten, televisie, burgemeester…. Feest op het vliegveld. Maar helaas, het was een mevrouw uit Eindhoven. Maar voor ons was het toch ook feest hoor, alleen al het feit dat Egbert zich best goed voelt en weer terug was bij mij in ons heerlijke huisje. De bloemen staan er toch wel, al is hij passagier 13.999.999, en de appeltaart staat te geuren. Nou, morgen de rest, voorlopig zijn we helemaal gespitst op het telefoontje van de hematoloog morgen.

En nu is het dan “morgen” en zojuist hebben we de dokter aan de lijn gehad. Nou! De bloedwaardes zijn van dien aard, dat we niet op stel en sprong terug moeten naar het koude regenachtige Nederland. De ene waarde is omlaag gegaan (gunstig) de andere omhoog (ongunstig) maar die kan misschien met medicijnen teruggebracht worden. Dat wordt dus de apotheek bestormen en dan maar hopen dat het goed gaat. Over vijf weken opnieuw controle en dan zien we wel weer. Voorlopig is de druk van de ketel. Hoi. We gaan weer door met de dagelijkse beslommeringen en we danken jullie voor jullie meevoelen.

Deel 9 – 5 december 2019

We schurken wat met Laika terwijl we gezellig zitten te ontbijten. Ze wordt uitgedaagd met de bal en die uitdaging neemt ze graag aan. Egbert legt de bal op tafel, net even buiten haar reikwijdte en dát is leuk. Ze hengelt met haar pootje om bij de bal te komen. Lukt niet. Dan maar vanaf de andere kant, lukt niet. En weer terug enz. Wij kijken ernaar en zijn benieuwd hoe zij dit gaat oplossen. Opeens wordt het ons duidelijk: ze haalt even maximaal uit, zo pardoes met haar poot in een kuipje boter. De halve inhoud vliegt door de lucht en waar die kledder neerkomt…. Ach owee….
Ik krijg vragen over de verkoop. Eigenlijk wilde ik er niets meer over zeggen om jullie niet te vervelen, maar nu er van alle kanten vragen over komen, welnu, daar gaat-ie.

Onze advertentie op Marktplaats werpt vruchten af. Onrijpe vruchten weliswaar, maar wie weet… Er was iemand die ons het hemd van het lijf vroeg, telkens weer een mail vol met vragen. En wij maar geduldig al die vragen beantwoorden. Toen hij uitgevraagd was hoorden we niets meer. De vragen om extra foto´s zijn niet van de lucht. Als iemand van jullie onze fotoshoot wil zien, zeg het maar, ik ben toch aan het rondsturen.

Zo waren er Engelsen hier. Helemaal wild enthousiast. Geweldig dit en geweldig dat, o wat handig is dit en wat mooi is dat, enz. De mevrouw wilde een extra raam in het bijgebouw, want daar komt haar atelier en wat extra lichtinval…. Ja, ze zag het helemaal zitten. Ook de makelaar was ervan overtuigd dat dit het voor hun werd. Ze stapten in de auto, reden rechtstreeks door naar Engeland en er werd niets meer van hen vernomen. Ra, ra. Veel later hoorden we dat ze de Brexit willen afwachten. Oké, prima, doe maar.

En toen opeens kwam er een emailtje zomaar opeens out-of-the-blue. “Na lang overwegen hebben wij definitief besloten om uw huis af te serveren.” Af te serveren!!! Geen idee wie dit is, zomaar opeens wordt ons huis afgeserveerd door iemand die blijkbaar lang heeft gedubd. Weer een ander bekeek de foto´s en kwam tot de ontdekking dat er geen schijntje schaduw te vinden is op ons terrein. Hoe bestaat het…. Geen schaduw!! Kijk nou toch eens al die bomen, en dáár is geen schaduw??? Hoe zout wil hij het hebben!!

We gaan door, er was iemand die het graag wilde kopen, ja,ja, de prijs overeengekomen, maar toen kwam hun vraag: zijn jullie bereid om al onze kosten, ook die van de gestor € 2.500,–, te vergoeden als de koop om welke reden dan ook niet kan doorgaan? Hè wat? Wat zou de oorzaak kunnen zijn van het niet doorgaan dan?? Doet er niet toe, gewoon als het niet doorgaat. Ja, hallo zeg! Deze klant dus ook weer door de achterdeur eruit.
Nu van de week een Hollands echtpaar. Hij wil in Frankrijk een huis, zij in Spanje. Wij zitten daartussen en worden misschien wel de oorzaak van echtelijke tweestrijd. Het huis vonden ze overigens beiden heel mooi, maar ja, de Dordogne of Murcia…. ?? De keus viel uiteindelijk op de Dordogne. En volgende week komt er weer iemand kijken, je weet maar nooit, het hoeft er maar één te zijn die wèl wil genieten van mediterrane warmte, sinaasappelen van eigen oogst, zwemmen in diepblauw, smullen van zongerijpte dagen vol exotisch genot. En zo blijven wij geduldig rondleidingen geven en intussen vergeten we niet te genieten. Jullie ook? Heerlijk avondje staat voor de deur, Kerst lonkt, De huizen gaan zich vullen met zalige geuren van kerstige heerlijkheden, kleurrijke lichtjes, maar vooral met liefde, warmte, vriendschap en genegenheid. In elk geval wensen wij dit jullie allemaal toe.

Deel 10 – 15 december 2019

Een Spaans Kerstverhaal?? Hier in Spanje wordt Kerst uitbundig gevierd. Eén dag maar, ze kennen hier geen tweede Kerstdag, maar die ene dag wordt er behoorlijk uitgehaald. De winkels puilen uit van de kerstglim-glom, in alle kleuren van de regenboog, en de hammen en rollades rollen je bijna tegemoet als je een supermarkt binnenstapt.

Op 15 november werd de doorgaande weg in Fortuna afgesloten. Een hele rij auto´s stond keurig te wachten tot ze erdoor konden. Ik stond er ook tussen en vroeg me af wat er gaande was. Uitgestapt, gekeken, en…? Er stond een mega-grote vrachtwagen midden op de weg volgeladen met kerstornamenten, die allemaal opgehangen moesten worden. Op 15 november!

Een heel legertje kleine Spaanse mannetjes stond erbij en keek ernaar. Allemaal hadden ze commentaar en ´goede raadgevingen´. Een gekrakeel van jewelste, terwijl maar twee mannetjes op een hoogwerker stonden met een schroevendraaier in de hand. Erg snel vlotte het werk niet, maar daar heeft niemand problemen mee, iedereen wacht geduldig en kletst met elkaar. Ik pas me aan en probeer niet ongeduldig te worden. Dat duurde zo ongeveer een half uurtje, voordat ze eventjes de weg vrij maakten om het verkeer te laten passeren. En toen ging de weg weer dicht. Weer een half uurtje en zo ging dat een dagje door. Enfin, het dorp ziet er feestelijk uit, de lichtjes fonkelen je tegemoet en vooral bij de kerk op het pleintje is het een gezellige boel.

Die kerk speelt natuurlijk een grote rol met Kerst. De ene mis na de andere wordt opgevoerd, en daar wordt goed op ingespeeld. Hele families komen erop af, dikke moeders met manden vol lekkers, kindertjes op z´n mooist gekleed. Een tafellaken wordt op de banken uitgespreid en terwijl meneer pastoor zijn prevelementje houdt, met een zilveren beker jongleert, de misdienaartjes ijverig hand- en spandiensten uitvoeren, zit de gemeente lekker te smikkelen in de banken. Kinderen rennen joelend door de gangpaden, en la madre smeert broodjes, deelt donuts uit, drapeert flinke plakken ham op de broodjes, en snijdt stukken kaas af, voor elk wat wils. Wij staan achter in de kerk te kijken naar dit levendige gedoetje. Maar als je denkt dat ze de dienst helemaal niet volgen, dan heb je het mis, want precies op de goeie momenten slaat de gemeente een kruisje, ze knielen als dat verlangd wordt, en prevelen samen met meneer pastoor precies op tijd hun wees gegroetje.

Als de manden leeg zijn en de dienst is afgelopen, dán wordt de kerstgedachte in praktijk gebracht. De gemeenschap komt in beweging. Meneer pastoor voorop, de mensen er achteraan, op weg naar ouderen die niet naar de kerk kunnen komen, zieken, en armen. Meneer pastoor gaat in zijn eentje het huis in om de stakker te zegenen en een waxinelichtje te geven, natuurlijk wordt er ook voor de zielenheil gebeden, terwijl de goegemeente een kerstlied hoort te zingen voor de deur. Vaak lukt dat niet, want hun uitgebreide gesprekken onderbreken is wat veel gevraagd, maar het is de bedoeling om te zingen en het gáát uiteindelijk om de bedoeling en om het gebaar, nietwaar?

Toch vind ik het leuk, kneuterig, lief en vriendelijk. Mensen zijn hier vrijwel niet eenzaam. De ouderen worden net zo vertroeteld als de kinderen in de families. Is dat geen mooie kerstgedachte om mee af te sluiten? In elk geval wensen wij jullie nogmaals hele fijne dagen en groeten we jullie hartelijk.

loterij6
Beeld: Europa Press

Deel 11 – 22 december 2019

Spanje staat op zijn kop!! Mensen praten nergens anders over, de televisie staat er bol van, kranten met schreeuwerige koppen: de grote GORDO (de dikke) is de veroorzaker van al die onrust. De grote kerstloterij die elk jaar weer de Spaanse harten sneller laat kloppen. Maar liefst 1,3 miljard euro wordt daar verloot in heel veel ´kleinere´ coupures van tienduizend euro. Reken maar uit hoeveel kans je maakt zó´n leuk bedrag(je) te winnen!
De Spanjaarden rekenen het niet uit, ze wéten het, want de winnaars en dát zijn er verschrikkelijk veel, vieren hun geluk op straat, ze trakteren in de kroeg, geven etentjes, versieren de hele boel, ze strooien met geluk en blijdschap, ze lachen, dansen, zingen, en vergeten intussen niet te eten en vooral te drinken tot de bodem van het vat zichtbaar is.

Dat betekent dat er in zo ongeveer alle dorpen, gehuchten en steden wel ergens feestgevierd wordt en geloof mij maar, als Spanjaarden aan het feesten gaan, dan doen ze dat goed.

Waar komt die gekte vandaan, wat is de oorsprong? Welnu, die stamt uit 1812 toen de Franse oorlog in alle hevigheid woedde. Spanje was arm en kon de kogels en bommen waarmee ze de strijd wilden aangaan, niet betalen. Dus werd er een beroep op de burgerij gedaan en om hen een beetje te stimuleren de portemonnee te trekken, stelde de staat een deel van de opbrengst beschikbaar voor een soort loterij. In euro´s omgerekend maar liefst achtduizend euro! In 1812 een ongekend bedrag. Dat wilde dus wel.

De staat gaf een timmerman opdracht om ronde houten kogels te maken met wat getallen erop die, net als nu bij de Lotto-trekking, in een korf gedraaid werden, en één voor één de winnende getallen weergaven. Deze ballen moesten 18 december klaar zijn, vlak voor de Kerst, zodat de winnende mensen met Kerst eens lekker konden uithalen want de te verdelen prijzen waren maar liefst tot 100 euro!!!
Toen de oorlog afgelopen was, en de Fransen weer richting la Patrie vertrokken waren, wilde men de mogelijkheid om een kapitaaltje te winnen niet meer missen en zo is het gekomen.

Grappig hè? Zou een idee zijn voor Nederland ook. In Nederland blazen ze met veel trompetgeschal dat er een hoofdprijs van 34,7 miljoen wordt uitgeloot. Slechts één winnaar kan die winnen. Hoeveel mensen zou je niet gelukkig kunnen maken met kleinere bedragen? Mensen die € 10 of 20.000 euro winnen springen echt ook een gat in de lucht. Hoeveel gaten zouden er in de lucht ontstaan met kleinere bedragen? Nogmaals hele fijne dagen, en…. al winnen we geen dubbeltje….. laten we maar genieten van de lichtjes en de warmte van elkaar.

Deel 12 – 24 december 2019

Soms horen jullie een tijdje niets van ons, dan heb ik geen nieuws, maar nu zijn er toch wel wat grappige dingen te vermelden en die wil ik jullie niet onthouden.

In heel Spanje miegelt het van de kerststallen. Elk zichzelf respecterend dorpje, al is het nog zo klein, wordt in de kersttijd opgesmukt met een kerststal. Zo staan er grote en kleine, dikke en dunne, luxe en simpele, maar allemaal hebben ze één ding gemeen: Jezus ligt in een kribje, de bekende figuren staan er omheen, zo ook de koeien en geiten en in de nok hangt een kerstster om het aardse tafereel te verlichten.

In Catalonië is een kerststal die heeft iets extra´s, iets wat ze nergens hebben, namelijk een poepend figuurtje. Broek omlaag, meneer op zijn hurken. Een boer die even privacy wil. Het beeldje wordt verdekt opgesteld vanwege de privacy, maar het is de bedoeling dat de bezoeker gaat speuren wáár deze boer zijn bruintje deponeert. Als je hem gevonden hebt en hij is nog niet uitgepoept, dan moet je hem elders in de stal gaan verstoppen, want de volgende bezoeker moet hem dan ook weer gaan zoeken.

Hele volksstammen komen speciaal voor dit fenomeen naar de kerststal en vooral kinderen zijn dol op dit tafereeltje. Ze zijn er niet weg te branden en houden er hele wedstrijden: hun eigen versie van verstoppertje spelen. Zo vergeten ze zelfs hun gs-emmetje. Zó´n simpel beeldje wint het dus!

Waar komt dit vandaan?

In 1800 was het gebruikelijk om de menselijke en dierlijke fecaliën te gebruiken als mest. Het was dus zaak om de boel op te vangen en te recyclen. De actie van deze boer werd dus niet gezien als not-done, maar in tegendeel, hij verspreidt vruchtbaarheid en daarmee voorspoed. Vandaar dat dit in de kerststal wel degelijk een symbolische functie had.

Dit tafereeltje is een hipe geworden (of aan het worden) er zijn liederen voor gecomponeerd, er zijn boeken over geschreven, gedichten worden rond deze tijd overal opgehangen en aangeplakt, radioprogramma´s gemaakt enz. enz. Ik vond het wel leuk om jullie deze glimlach toe te sturen.

verhaal4
Beeld: Caganers / 123rf

Deel 13

Het regent. Al een paar dagen. Niet constant, maar de lucht is vochtig. Toch kunnen we elke dag wel van een zonmomentje genieten, maar het is momenteel niet zo, dat de zon ons van vroeg tot laat verwent. Nee. Maar de temperatuur is best lekker, zo´n graad of 17 overdag en als de zon schijnt wordt het gelijk warmer.

Vandaag is het egaal grijs, dat belooft dus een saaie dag te worden. “Zullen we wat leuks gaan doen?” roep ik enthousiast naar Egbert. “Wat vind jij dan leuk?” is zijn standaard antwoord. Wat gelaten kijkt hij naar het zwembad waar de regen een rondjespalet in tekent. “Wat moet je nou doen met dit weer,” sombert hij. Ik vind het wel leuk om naar Nueva Condomina te gaan. Dat is een enorm groot overdekt winkelcentrum, waar van alles te beleven is. In de zomer wordt het hier lekker gekoeld, in de winter is het er behaaglijk warm.

Er is een groot restaurant-deel waar restaurants uit veel landen vertegenwoordigd zijn. Chinees, Italiaans, Turks, Spaans, noem maar op. Geen Nederlands restaurant, maar ja…. wat zou dat dan moeten serveren? Boerenkool heb ik hier nog nooit gezien. Niet te koop, althans niet binnen loopafstand. Zuurkool met rookworst? Geen zuurkool te bekennen, ook geen rookworst. Ja, in Benijofar (hier 60 km vandaan) is een handige Nederlander in het gat van de heimwee gesprongen. Hij opende een winkeltje met Nederlandse producten. Ontbijtkoek, zoute drop, suikerstroop, haring in vacuümverpakking, ook blikken en potten boeren- en zuurkool, zelfs rookworst enz. enz. Altijd grappig om daar eens te kijken welke producten voor Nederlanders onontbeerlijk blijken te zijn, want van heinde en verre komen de Hollanders naar dit winkeltje in Benijofar.
Dat begrijp ik niet zo. We zitten in Spanje…we leren Spaans, we proberen de Spanjaarden te begrijpen, we richten onze huizen in met Spaanse meubels en decoraties, we zetten onze tuin vol met Spaanse planten, bomen, struiken enz. enz. Maar de koelkast moet volgepropt worden met Nederlandse producten?

Ik persoonlijk ken de pannenkoeken zo langzamerhand wel, daarom vind ik het juist zo leuk om Spaanse recepten uit te proberen. Niet dat de Spaanse keuken uitblinkt in inventiviteit, nee, integendeel, ik vind er niet veel aan, maar daar heb ik al lange rondschrijfbrieven aan gewijd, dat zal ik niet weer doen. Maar echt, de bacalao met witte bonen kan mij niet bekoren, en de paella waar de konijnenpriegeltjes, kippenstukjes, een enkele mossel, inktvisarmpjes, garnalen, geit en schaap….. van alles….. gemoedelijk samen drijven in de olijfolie… nee, liever niet.

Toch sla ik regelmatig de receptensite van Spanje op en dan zoek ik de lekker ogende plaatjes eruit: bizcocho, garpacho, Pan de Calatrava, tarte de whisky, enz. enz. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Soms lijk ik een beetje op de afhaal-Chinees, die zijn maaltijden ook aanpast aan de smaakpapillen van ons westerlingen. Zo doe ik dat ook. Bijvoorbeeld met de Pan de Calatrava, die volgens Spaanse gebruiken van oud witbrood gemaakt hoort te worden, maar ik doe dat dan met cake. Prima toch?

Maar de handige Benijofarse Hollander kan toch, ook zonder mijn uitbundige bestedingen in zijn winkeltje, nog wel rijk worden van zijn blikken erwtensoep, de beschuitjes van Verkade en de hagelslag van De Ruijter, want reken maar dat hij met dubbel krijt schrijft.

Deel 14 – 5 januari 2020

O, o, wat is het een kale boel hier. Kerstboom weg, slingers weg, alles weg. Zelfs de kaarsjes liggen weer in de doos. Dat is even slikken, het was zo gezellig met al die warme lichtjes, bellen en ballen, de sfeervolle kaarsjes en de lekkere hapjes op tafel. Afgelopen met de pret, we gaan weer lijnen, we gaan weer gezond doen, we gaan weer normaal doen. Wel is het weer heerlijk opgeruimd. Het huis bedoel ik, ikzelf nog niet echt, maar dat komt ook nog wel. We hebben gewacht tot drie koningen, dat gevierd wordt op 5 en 6 januari, want dat is hier in Spanje een belangrijk feest, dat het einde betekent van de kerstperiode.

Normaliter is 5 januari een vrije dag voor iedereen, maar dit jaar valt het helaas op zondag, wat inhoudt dat men de maandag bombardeert tot vrije dag, hoewel het grote feest wél op zondag gevierd wordt. Maar de vrije dag laten ze zich niet ontnemen door een reguliere zondag!
Sinterklaas is een collega van de drie Koningen, ofwel van de wijzen uit het oosten. Caspar, Melchior en Balthazar. Ze hebben dezelfde functie als Sinterklaas, maar worden wel anders ingehaald in de steden en dorpen. In Barcelona bijvoorbeeld komen de drie weldoeners ook per schip aan en maken dan een triomftoer door de straten op olifanten en kamelen. Heel Barcelona loopt uit, joelt, zingt, danst, maar het gáát om de zoetigheid die overal wordt uitgedeeld en rondgestrooid. Suikerharten, suikerkoeken, van alles, als het maar zoet is.

In een dorpje vlakbij Barcelona komen de wijzen aangevlogen met een paraglider. Hun staat een spectaculaire ontvangst te wachten, want uit de hele omgeving komen de gezinnen met kinderen naar de landingsplaats, de plek waar hele kuddes kamelen beladen met cadeautjes, staan te wachten op hun berijders.

Op het grote plein gaat het gebeuren! Dáár staat een groot podium opgesteld, compleet met drie Koninklijke tronen, versierd met smaragden, robijnen, diamanten en andere edelstenen. De harten van de kinderen gaan hier sneller kloppen, want ze krijgen buiten de grote hoeveelheden snoep en koek, ook vele cadeaux. Maar die krijgen ze niet zomaar. Nee, ze moeten er iets voor doen: een brief schrijven aan de wijzen. Daarin moeten ze vermelden waarom ze zelf vinden dat ze snoep en cadeaux verdiend hebben. Zijn ze braaf geweest? Hebben ze hun best gedaan op school, zijn ze gehoorzaam geweest? Het afgeven van de brieven aan de hoge heren is een ritueel apart. Eerst een buiging maken, dan wat woordjes prevelen, een liedje zingen, en dan pas mag de mooi betekende enveloppe afgegeven worden. De wijze leest de brief hardop en bepaalt dan of het kind in aanmerking komt voor de gulle gave. Zo niet, dan krijgt het kind een zwarte steenkool. Op zich is dat geen straf, want ook die is van suikergoed gemaakt en sommige kinderen vinden die lekkerder dan de normale gaven en vermelden dus in hun brief dat ze heel ongehoorzaam zijn geweest! Als ze het té dol gemaakt hebben, dan gaan ze net als bij Sinterklaas, zo hupsekee de jute zak in en worden ze per kameel of olifant afgevoerd. Volgend jaar mogen ze dan een nieuwe poging wagen.

Zo gaat het er hier aan toe. Morgen, maandag dus, zijn alle winkels dicht, en pas daarna gaat het gewone leven hier weer beginnen.

Deel 15 – 19 januari 2020

Code rood! Waarschuwing van het Nederlandse ministerie voor Buitenlandse Zaken voor alle Nederlanders hier in deze streek. Harde wind, woeste golven, striemende regen (200 liter per vierkante meter), sneeuw bij Murcia, owee, owee. Wij alle tafels en stoelen vastsjorren, maar vanmorgen werden we door de zon gewekt, niks aan de hand. Gelukkig maar. Misschien komt de ellende nog, maar daar gaan we maar niet vanuit. De lucht ziet blauw en het waait maar een klein beetje.

Da´s wel heel mooi, want straks gaan we de heilige St. Anthonius vereren met een viering van Zijn grote dag. Wat houdt die dag in? Groot feest voor de dieren, want die worden vandaag eens extra in het zonnetje gezet. Ze worden versierd met lintjes, strikjes, kroontjes, vlaggetjes (Spaanse natuurlijk) er worden kraaltjes op schildpadden geplakt, enz. Al die dieren worden meegenomen naar de kerk, waar de mensen aankomen met aquaria onder hun arm, want de goudvis moet ook gezegend worden, ze komen met manden vol konijnen, kippen, marmotten, vorig jaar was er een mister macho-kalkoen, de meest succesvolle vaderkalkoen van de fokkerij hier even verderop. Die trotse adonis was getooid met een gouden kroontje op zijn kop, en om zijn hals en een rood halsbandje, waaraan een hondenriempje was bevestigd, zodat de dikke welgestelde eigenaar met hem kon wandelen en pronken, alsof het een hondje was. Dat de baas op zijn hond gaat lijken kan niet gezegd worden van de baas van de kalkoenen. Deze baas zag er een stuk minder potent uit dan zijn trotse parade-kalkoentje.

De nodige versierde honden en katten zijn natuurlijk ook aanwezig, allemaal voorzien van een extra aaitje, maar verder in het jaar hebben veel dieren het hier echt niet zo goed. Spanjaarden en dierenliefde zijn geen goede match.

In elk geval worden er twee prijzen uitgereikt aan het mooist versierde dier. De jury gaat er eens stevig tegen aan en vaak krijgen ze ruzie omdat de één de kip met sjerp het mooist vindt en de ander zou de prijs willen toekennen aan de gecastreerde stier die nu getooid is met kleurrijke kerstboomballen op de plek waar ooit zijn trots gezeten heeft!

Wat de prijs is? Welnu, die is niet te versmaden. Er loopt een klein roze biggetje los te schreeuwen tussen de menigte door. Dat is de hoofdprijs! Zijn lot is bezegeld: hij gaat vanavond aan het spit ter voldoening van de hongerige winnaars. De tweede prijs is een kakelende vette kip, die ook rondwaart tussen de benen van de aanwezigen. Ook haar lot is bezegeld: zij gaat de soep in. Ontegenzeglijk. Eén troost: ze zijn als eerste gezegend door meneer pastoor. Nou? Is dat een troost of niet?

Terug naar de zegeningen. Na de mis in de kerk, gaat de hele gemeente achter de muziek aan. De muziekvereniging blij, want dan kunnen ze weer eens laten horen wat ze ingestudeerd hebben. Het is druk langs de route, veel gekakel en veel gedoe, maar dat zorgt ervoor dat de valse klanken een beetje verdoezeld worden en dat is alleen maar goed. achter het muziekcorps loopt de cavalerie. Versierde paarden met manen en staarten vol linten, en de uitgedoste caballeros met grote hoeden en in hun handen banieren vol-geborduurd met familiewapens, want reken erop dat ze hier trots zijn op hun status! Enfin, ze maken een omweggetje zodat het hele dorp met de schone klanken bereikt wordt en belanden dan op het pleintje bij de kerk. Dáár gaat het gebeuren. Meneer pastoor neemt het rijkelijk versierde bakje wijwater ter hand, de kwast wordt in stelling gebracht en onder het prevelen van goede wensen zwaait hij met de kwast zodat de aanwezige dieren allemaal wel een spatje van het kostbare water opvangen en dus vrijwel zeker voorzien zijn van hemelse gaven.

Dit is mijn ooggetuigeverslag van vorig jaar, we gaan het dit jaar weer meemaken, om twaalf uur begint het. We nemen Laika zeker niet mee, die moet maar afzien van een veelbelovende zegening, want ze is panisch voor vuurwerk en dát zal met gulle hand worden afgestoken, zodat al die knallen gelijk een einde maken aan de bevredigende zegeningen van meneer pastoor.

De meeste aanwezige dieren ontvangen die knallen met luid gejank, de paarden steigeren hoog op, HET moment voor de caballeros om hun gezag te tonen en de dieren met meesterhand te beteugelen. Die act steelt de show, applaus en OLE, OLE volgt uit vele kelen.

verhaal5
Beeld: San Antonio Abad / Twitter

Deel 15a – 19 januari 2020

Ik had beloofd om jullie te laten weten als er dit jaar iets anders zou zijn bij de dierenzegeningen dan vorig jaar. Nou, dát is er. Weer waren er tal van dieren, baasjes met hun mooiste kleren aan want het is én zondag én feest. Er werd een mis opgevoerd compleet met avondmaal, dit jaar midden op het kruispunt vlakbij de kerk (niet IN de kerk dus). Het dorp werd voor alle verkeer afgesloten. Er werd een keukentafel op het kruispunt gezet met een mooi kleedje erop, de pastoor erachter, allemaal plastic stapelstoelen ervoor en luidsprekers ernaast, en zo kon iedereen de mis bijwonen. Ik moet zeggen dat ik het indrukwekkend vond, zoveel mensen op stoeltjes midden op het kruispunt in de kou, want de code rood mag dan hier meevallen, maar koud is het wel.

Anders dan vorig jaar was dit jaar de verkiezing van het mooist versierde dier. Dat werd nu wat commerciëler aangepakt. Er werd een soort tombola gehouden waarvoor je lootjes moest kopen á raison van € 5,– voor drie nummertjes. Mensen kochten handenvol lootjes. Er werden twee prijswinnaars getrokken: één voor de hoofdprijs, het varkentje, en de ander voor de soepkip. Laat nou de hoofdprijs vallen bij een mevrouw wier man varkens fokt en dit varkentje beschikbaar had gesteld!

Hierna werd de H. Anthonius op de keukentafel gezet, bloemen er omheen, sterke mannen eronder, het plaatselijke muziekkorps ervoor en daar gingen ze door het dorp. Wij geloofden het wel want de snijdende wind was ons veel te koud. Egbert stak gelijk de kachel aan en nu zitten we heerlijk rond het haardvuur met een wijntje te luisteren naar Beethovens 4e.

Deel 15b – 19 januari 2020

Het lijkt of het hele noodweer zich boven Fortuna heeft verzameld. Mijn hemel wat een regen, de wolken zijn uit de lucht gevallen, die liggen allemaal in de tuin. Er gutsen watervallen met een rotgang van de berg. Wat boffen wij dat we hier veilig achter twee dikke muren van de bovenburen zitten. Owee, de weg zal veranderen in een rivier en het dal in een zwembad. Over zwembad gesproken…. Ons zwembad loopt over. Het water stroomt er in golven uit. De huizen hier in Spanje hebben geen dakgoten, wij ook niet, wat betekent dat het water rondom het huis in stromen naar beneden komt. Het is alsof we achter een waterval zitten.

En stormen en onweren dat het doet! Laika heeft zich hevig bibberend verstopt in de pannenkast, waar zij zich onwaarschijnlijk klein maakt zodat ze precies achter de soeppan past. Het liefst kroop ze erin!

Er zal in den lande wel weer heel wat ellende gebeuren, ik hoop dat het ons bespaard blijft. Nog één dagje afzien, morgen moet het over zijn volgens de verwachtingen en daar houden we de weermannen en –vrouwen aan!

Deel 16 – 30 januari 2020

Zo, mijn verjaardag zit er ook weer op. Toch maar weer gehaald, he? 76 maar liefst, een ezel wordt zo oud niet, maar ik wel. Al degenen die mij gefeliciteerd hebben, dank je wel, ik zal jullie allemaal persoonlijk beantwoorden.

Gisteren was dus onze feestdag. En dat was het echt. De zon was ook uitgenodigd en die kwam uitbundig ons huis binnenzetten. Er zijn niet veel Hollanders hier, maar Henk en Alie kwamen gezellig op de koffie met daarbij een met slagroom versierde appelpunt. Het verjaardagsetentje gaan we volgende week houden, want dan komen er een paar vrienden terug uit Holland en daar wachten we even op.

Wel gingen Egbert en ik even voorproeven in het nieuwe Engelse restaurantje aan de voet van onze berg. Hoe zal het daar zijn, is het leuk om daar volgende week te gaan eten met elkaar? Nou, Niet dus!! Een typisch Engelse keuken, compleet met horseshoe. Wij hadden geen idee wat dat is, en eigenlijk is het best leuk om eens iets te proberen dat je niet kent. Horseshoe dus voor Egbert en allday-breakfast voor mij.

Egbert kreeg een lap spek met een zwoerd erlangs, niet lekker knapperig uitgebakken, nee, volgens mij in water gekookt zodat het over zijn bord heen drilde. Een gebakken eitje erbij, bestaande uit een gestold onderkantje en snotterig geel bovenkantje. Witte bonen in een rood (tomaten?) sausje, ik had er saussages bij, worstjes waarin veel gemalen zeen zat met harde stukjes, als je erop kauwde glibberden die stukjes van links naar rechts. Alles dreef in een vet laagje, zelfs de patatjes. Brr… nou ja enz….. jullie snappen, geen succes, doen we nooit meer. Ik vroeg aan de ober of de Engelsen zó ontbijten en dát bleek zo te zijn, vertelde hij ons stralend van trots. Ongelooflijk wat een smerig eten! Logisch dat die Engelsen uit Europa weg willen en die Brexit met alle geweld willen doorzetten.

Verder hebben we wél genoten van een luie middag in de zon. Een fles Quaranty y Tres van Wim, is al aardig aangesproken, Egbert verwende me met een bord vol geschilde en hapklare mandarijntjes, we zetten ´s avonds een heerlijk filmpje op via Netflix, Lekkere Spaanse tapaatjes op tafel, glaasje wijn erbij. Elektrische kaarsjes op tafel. Hartstikke leuke kaarsjes met wiebelende lonten. Net echte kaarsen, superleuk! Open haardje gezellig aan. Nou? 76 jaar worden kan slechter, he?

Nou mensen, jullie weten weer dat het hier goed gaat. Egbert moet 19 februari weer naar Nederland, maar dit keer zijn we niet zo erg ongerust als de vorige keren, hij voelt zich beter, ziet er beter uit, is nog wel heel moe, maar hij is levendig en oogt wat vitaler. Zouden de nieuwe medicijnen hem echt zó oppeppen? Ik hoop het en we zijn vol goede moed.

Deel 17 – 10 februari 2020

Wat gebeurt daar allemaal, beneden aan de weg? Vanmorgen vroeg kwam de vuilnisauto langs. Hij tilde de kliko op om hem leeg te kukelen, maar helaas bleef hij halverwege hangen, het motorgeluid verstomde, het mannetje dat verantwoordelijk is voor het legen van de bakken deinsde achteruit en nu staat de vuilnisauto daar midden op de weg, met de kliko bungelend tussen hemel en aarde. Af en toe valt er een stuk vuilnis uit, maar dat is dan jammer. De bestuurder stapt rustig uit, “alles onder controle!” Hij kijkt eens naar de bungelende bak, trekt een alwetend gezicht, maar dan verschijnen er toch een paar groeven in zijn voorhoofd: hij beseft dat het echt menens is!

Wat doen we d´r an? De chef de mission stapt weer in zijn cabine en drukt op wat knoppen. Niets. Hij trekt ergens aan. Niets. Dan weet hij raad. Hij pakt vastberaden zijn telefoon en hierboven, zeg maar een 400 mtr verderop, kan ik zijn gesnater horen. Hij rebbelt aan één stuk door terwijl zijn maatje handenwringend achter de auto staat te overpeinzen of dit ooit nog goed komt.

Een stief kwartiertje later komt er een bestelauto aanrijden, er stappen vier man uit. Ze zijn druistig, zien met één oogopslag dat de vuilnisauto kapot is. Met z´n zessen voeren ze uitgebreid werkoverleg. Wat doen we hieraan. Vijf man blijven waar ze zijn, één stapt in de auto. Hij kijkt en denkt en vijf minuten later gaat de motorkap open. Daar duiken vijf koppen in, luidkeels allemaal door elkaar pratend. Maar wat ze ook doen, er gebeurt niets.
Dan wordt de hele cabine een halve slag naar voren gedraaid, die bungelt dus nu aan de voorkant, net als de kliko aan de achterkant, tussen hemel en aarde. Ze prutsen wat onder de cabine, maar dan ontdekken ze dat ze een gereedschapje niet bij zich hebben. Twee van de zes springen in de auto en weg zijn ze. Maar Spanjaarden zijn snelle jongens, een kwartier later zijn ze er weer, nu mét gereedschapje en dan kan het echte werk beginnen.
In de tussentijd rijden er allemaal auto´s voorbij. We kunnen hierboven precies zien wat Spaanse auto´s zijn en wat buitenlandse. De Spaanse auto´s stoppen, sommige chauffeurs stappen zelfs uit om zich ermee te bemoeien, zich niets aantrekkend van achterop rijdend verkeer dat maar even moet wachten. De buitenlandse auto´s rijden gewoon door, tenminste… als de Spaanse zijn uitgekletst. Niemand moppert, integendeel. Er gaat een plastic zak rond, ik kan het niet precies zien, maar denk dat het broodjes zijn, alle handen worden bedrijvig met het verwerken van dit lekkers, terwijl de vuilnisauto geduldig staat te wachten op zijn reparatiebeurt.

We zijn inmiddels twee uur verder, ik ben maar even iets nuttigs gaan doen, maar aan de weg beneden is het nog steeds feest. Zes man, meer dan twee uur aan het prutsen en nog steeds is er geen beweging in te krijgen. Wél is er nóg een autootje bij gekomen, weer vier man, ja, ja, het jongt aan, wie weet lukt het hun. Voorlopig zie ik nu negen man handenwringend rond de vuilnisauto lopen, er kronkelt er één op zijn rug onder de auto met zijn armen omhoog. Hij is ergens mee bezig. De cabine staat nog steeds met zijn nek richting hemel en de kliko is inmiddels het meeste van zijn inhoud al kwijtgeraakt, die ligt op de weg.

Als ik weer een half uurtje later ga kijken hoe het de jongens vergaat zie ik ze net inpakken en wegwezen. Ze zwaaien uitbundig naar elkaar, de zwaailichten gaan weer aan, het heerlijke geronk van een vuilnisautomotor klinkt weer tegen de berg aan, de chef zit weer op zijn troon en de kliko-baas staat achterop zijn stepje. Heerlijk, we kunnen weer verder.

verhaal6
Beeld: Free Conversations Movement / Facebook

Deel 18 – 12 februari 2020

Waar eenzaamheid toe kan leiden? Loop ik niet vaak met volle overtuiging te verkondigen dat in Spanje geen, of nauwelijks eenzaamheid bestaat? Spaanse families zijn zeer hecht en zo ongeveer heilig, maar toch kun je je ook in een hechte familie blijkbaar eenzaam voelen. Zo liep daar op een zondag ene Carlo Santos met zijn ziel onder zijn arm in het natuurpark bij Barcelona. Hij voelde zich terneergeslagen, ellendig. Hij had geen oog voor de mooie beplanting, het heerlijke zonnetje kon hem ook al niet bekoren, zijn hart was bedroefd, zijn vriendin had het uitgemaakt en hij moest de zondag maar zien door te komen.

In die grauwe stemming banjerde hij doelloos door het park, toen hij werd aangesproken door een heer met een hoed op. Die begon een vriendelijk praatje met hem. Dát was leuk! Dat praatje verliep allengs tot een goed gesprek, dat zich ontwikkelde tot een serieuze gedachtewisseling en uiteindelijk tot een interessante discussie. Daar knapte Carlo Santos helemaal van op en vol hernieuwde energie stak hij een paar uur later de sleutel in het slot van zijn deur.

Deze gebeurtenis zette hem aan het denken. “Als een simpel gesprek met een willekeurig iemand op straat mij uit mijn depressieve bui kan halen, wat betekent dat dan?” Hij probeerde zich voor te stellen hoeveel mensen er rondlopen met sombere gedachten, mensen met verstikkende zorgen, hoe velen snakken er niet naar een luisterend oor, of iemand om even tegenaan te praten? Of juist het tegendeel: hij zelf herinnerde zich dat hij eens smoorverliefd was en dát wel van de daken wilde schreeuwen! Dát had hij gedaan: hij klauterde naar de top van de berg (waar niemand hem hoorde) en dáár brulde hij zijn geluk de wereld in.

Het volgende weekend zette hij een klapstoeltje op de Rambla met twee klapstoeltjes daarvóór. Hij plaatste een groot bord bij de stoelen met een tekst die neerkwam op een uitnodiging om daarop plaats te nemen voor een gratis gesprek, een gewoon babbeltje. De klapstoeltjes zijn voor mensen die rondlopen met een brandende vraag of kwestie, of voor mensen die behoefte hebben aan iemand die wil meedenken over een bepaald probleem.
Het liep storm toen na een poosje in heel Barcelona bekend was dat daar op de Rambla twee meelevende oren op een klapstoeltje zitten, een warm hart, een meelevend mens. Carlo Santos waarschuwde wel dat hij geen professional is, geen officiële hulpverlener, maar daar hadden de mensen, die bij hem kwamen ook niet echt behoefte aan. Het gaat ze alleen maar om een simpel babbeltje, gewoon een mens te ontmoeten, een waardevol moment meemaken. Dat is vaak al voldoende.

Ik persoonlijk herinner me de tijd dat ik gescheiden was. Toen leerde ik een vrouw kennen die vertelde dat zij dagen lang niemand zag of sprak. Wat maakte het een diepe indruk op mij toen ze me bijna stotterend vertelde dat ze af en toe naar de slager ging om een onsje ham te kopen, alleen maar om haar eigen stem even iets te horen zeggen. Daar moest ik aan denken toen ik hoorde van de actie van deze Carlo Santos.

Zouden we niet allemaal eens een klapstoeltje met een bord moeten neerzetten? Als daar zoveel behoefte aan is, als daar zoveel leed mee kan worden verzacht? Ik geef het jullie in overweging en als ik jullie ergens op een klapstoeltje zie zitten met een groot bord ervoor, dan ben ik je klant, want voor een babbeltje ben ook ik altijd wel te porren.

Deel 19 – 19 februari 2020

Vanmorgen Egbert weggebracht naar het vliegveld Alicante. Het is weer tijd voor een (tegenwoordig) tweemaandelijkse controle in het Amsterdamse ziekenhuis. Het went nooit! Zowel het afscheid nemen niet, als het wachten op de uitslag van de onderzoeken niet. Maar… we zijn dapper en slaan ons erdoor.

Toen ik na een laatste gezamenlijke kop cappuccino terugliep naar de auto gebeurde er iets raars. Het parkeerkaartje weigerde. Ik kreeg het niet in het gleufje. Een klein verkreukeld meneertje, de oppasser, schiet me te hulp. Hem lukt het uiteindelijk wel. De prijs verschijnt: € 3,05. Toen was het de beurt aan mijn bankpas, maar die floepste er met dezelfde vaart weer uit. Nog een keer. Weer. Het meneertje kwam er weer aansnellen, maar de kaart kwam iedere keer terug.

“Kom maar mee” gebaarde hij, dus ik achter hem aan. In een kamertje belde hij een collega, een knappe Spanjaard met zwarte haren en blauwe ogen. O, o, die mooie Spanjaarden toch. “Hoe heet je?” vroeg hij mij. Die vraag had ik niet verwacht en dus stamel enigszins automatisch mijn naam, maar vraag hem dan om zijn naam, tja, die wil ik dan ook wel weten. “Paco” zegt hij. Oké, dat weet ik dan ook weer. Paco begint te prutsen aan een apparaat, hij pulkt met een schroevendraaier, maar hoe hij ook pulkt, er is iets goed fout met de techniek en ik zie mijn “schade” oplopen. Door het geschroef van Paco was mijn parkeerbedrag opgeschroefd tot € 4,05. Als u mij contant betaalt, dan doe ik de poort wel open, zegt de mooie Paco. Maar dan had hij buiten Barbara gerekend, want Barbara gaat toch echt de tijd van schroevendraaien niet betalen. Dat wordt nog even een dingetje, want Paco moet het allemaal ook weer verantwoorden en een euro tekort in de administratie..?

Tja, problemas heb je overal, ook in Spanje. Enfin, we komen overeen dat Barbara er gewoon helemaal gratis uit mag rijden, want dat levert minder “verschil” op in de administratie. Spaanse logica bestaat echt. Het kleine mannetje staat erbij en kijkt naar het gedoe. “Ik heet Manuel”, roept hij luidkeels om ook een stem in het kapittel te hebben. Aha, Manuel! Bedankt voor je hulp.

Ik rijd dus met de Dacia naar de uitgang en kom voor de gesloten poort te staan. Geen knopje te vinden waarmee ik mijn mooie Paco kan inseinen dat ik eruit wil en dan sta ik daar. Een hele rij auto´s achter mij, maar ik moest voor de poort blijven staan en Paco zou dan de poort openen.

aarschijnlijk zag Manuel de rij bij de poort eerder dan Paco, en daar klonk zijn stem door het microfoontje. “Eres Barbara??” Si, si, soy Barbara!! “Ah, rijdt u maar door, goede reis en muchas besas!!” Hè? Hoor ik het goed: muchas besas?? (veel kusjes) Ik hoorde het echt! Niet van de mooie Paco, die pech heb ik dan weer, nee, van Manuel, en niet één besaatje, nee…. muchas. Zo hee, mijn dag kan niet meer stuk. Mijn lief is nog niet uit het zicht of de besaatjes vliegen me al om de oren. Dat belooft wat!

Deel 20 – 29 februari 2020

In een dorp als Fortuna gebeurt niet veel. Hier en daar een geboorte, een trouwerij, een begrafenis, en deze hoogtepunten afgewisseld met de vele feesten. Maar vorige week gebeurde er iets bijzonders in de buurt van onze vrienden Piet en Nely. Ik heb het verhaal dan ook van Nely gehoord, maar het is te mooi om niet te vermelden.

Zittend op haar terras zag ze buurman met een zak in zijn hand naar de vuilnisbak lopen. Een grote boog en hup daar ging de zak. “Zo buurman, die ben je weer kwijt!” Het blijkt dat buurman een gezellige barbecue had gehad en hier gingen de restanten. Tot zover niets aan de hand. Maar…. een poosje later zag Nely vlammen hoog opschieten uit de kliko. Ze riep buurman erbij en die kwam geschrokken aanrennen. 112 is gauw gebeld, en ja hoor, binnen de daarvoor gestelde tijd kwam de grote Fortunese brandweerauto eraan rijden. Loeiende sirene, volledige bemanning, allemaal klaar voor de grote aanpak.

IJverig begonnen ze de slangen uit te rollen, dravend van hot naar her en weer terug. Waar is de watervoorziening? Hoe komen we aan water? Niemand had enig idee, Er werd driftig gezocht, maar nee, nergens een brandweerwatervoorziening. De opperman pakte resoluut zijn telefoon om de grote baas te bellen, Het gevolg was dat er al gauw een tweede brandweerauto aan kwam zetten, weer compleet afgeladen met brandweermannetjes die er allemaal zin in hadden. Maar geen wateraansluiting.

Weer even later komt er een personenauto aanrijden met de grote baas himself. “Als er geen watervoorziening is dan hebben we water in de grote tank! Sluit de slangen daar maar aan!” Gehoorzaak sjouwen de jongens met slangen naar de tank. Het duurt even, maar dan heb je ook wat! Normaal gesproken wel, maar nu niet, want de tank is helaas niet gevuld. Geen water.

De opperbrandmeester uit de luxe auto had intussen ook rondgeneusd en ja hoor ergens in de verte…. Water! De jongens dus weer aan de gang met de slangen en dit keer met succes, na enige tijd stroomde het bluswater uit de slang. Eén mannetje met de slang in zijn handen de hele horde collega´s in opperste verrukking erbij. Nu nog even richten, jawel, maar waarop? Het vuurtje was gedoofd, de kliko gesmolten, er viel niets meer te blussen.
Een buurtbewoner zag in gedachten zijn huis al affikken en bedacht zich toen hoe dát dan wel zal gaan. Voordat de brandweer zover is dat ze aan de gang kan, is zijn huis al tot op de bodem afgebrand. Met deze prangende vraag wendde hij zich tot de brandmeester. Die keek hem eens ernstig aan maar stelde hem al gauw gerust: nee hoor, maak je maar geen zorgen, we weten nu waar het water is, we hebben ook even goed kunnen oefenen, héél belangrijk. Dit zien wij als een praktijk exercitie, we weten precies wat we moeten doen, daar zijn we voor getraind.

pinautomaat
Beeld: 123rf

Deel 21 – 5 maart 2020

Al maanden lopen we te mekkeren bij de Caixabank, omdat we niet kunnen internetbankieren. Het werkt hier allemaal net even anders, we hadden een keer teveel geprobeerd om in te loggen en prompt werden we geblokkeerd. Dat is dan nog tot daaraan toe, maar om de boel dan weer geactiveerd te krijgen…. daarvoor moet je spierballen hebben, maar vooral geduld. Ik had al eerder vermeld dat je hier voor bankzaken een ochtendje moet uittrekken, twee á drie uur wachten is normaal. Dat doen we. Een keer. Twee keer. Drie keer. En dan heeft Egbert er schoon genoeg van. Bar, spreek de directeur eens aan, want dit schiet niet op.

Gisteren de directeur aangesproken en ons beklag gedaan dat we al maanden bezig zijn de blokkade eraf te krijgen. De directeur tikt Alberto op zijn schouder: “Help jij deze mensen eens!” Alberto is een schatje, echt waar, hij heeft getatoeëerde wenkbrauwen, een heel strakke broek aan, hij doet aan maniertjes, hij is overduidelijk homo, maar dol op vrouwen. Hij zoent ze allemaal en raakt ze ook graag aan. Mij ook. Ik wil de blokkade eraf, dus accepteer ik zijn arm om mijn schouders. Egbert gromt onhoorbaar.

Kom maar even hier, zegt Alberto. Hij begint verwoed te typen op zijn computer. Het duurt een Spaans kwartiertje, maar tijd speelt in Spanje geen rol, de mensen in de wachtkamer wachten geduldig! Eerst een aantal nummers invullen, dan krijg je een code op je mobiel, die moet je weer invullen… en dan zit je in je account. Zo werkt het bij iedereen, maar niet bij ons.

Hoe dat kan? Alberto buigt zich er vertwijfeld over, snapt er ook niets van. Ik krijg een nieuwe code. En nu, lukt het nu? Nee, zegt Alberto, we moeten even naar het koffietentje op de hoek, want daar hebben ze wifi. “Hebben jullie geen internet dan?” vraag ik in opperste verwarring. Ja, wel internet, maar geen wifi. Ik weet het verschil niet, maar het zal wel, we moeten naar het koffietentje op de hoek.

Daar aangekomen drinken we eerst even gezellig koffie met elkaar, Alberto flirt en sjanst met alle vrouwen die hij ziet en als de koffie op is wordt de laptop in stelling gebracht. Nummers getypt, he getsie, hoe kan dat nou, hij doet het nog steeds niet. Nou, eerst nog maar een kopje koffie. Gezellig, Alberto heeft alle tijd, hoewel bij de bank de wachtkamer vol zit met geduldig wachtende mensen. Ongelooflijk.

Ik zal een erg lang verhaal kort maken. Na een paar diepe zuchten, komt Alberto erachter dat het landennummer van onze telefoonnummer (dus 0031) het probleem veroorzaakt. Er schijnt een telefoon in Spanje te zijn met hetzelfde abonneenummer, maar die heeft het Spaanse landennummer ervoor (dus 0034) en aangezien “het systeem” 0031 niet (h)erkent, sputtert en stottert het. Die Spaanse man kreeg dus telkens onze code! Wat een ontdekking! Probleem nu opgelost?

Nee, we moeten even terug naar de bank om… ik weet het niet meer… maar we liepen die ochtend nog wel twee keer van het koffietentje naar de bank en terug. Twee uur later stelde Alberto voor om bij ons thuis te komen zodat hij met eigen ogen kan zien of het bij ons thuis ook zou lukken. Nou, dat vonden we wat al te gortig en we spraken af dat we het eerst op eigen kracht zouden proberen. Dat is nog niet gebeurd, we hadden even echt geen zin meer in de Caixabank, maar vandaag zal de Grande Finale plaatsvinden. Optimistisch als we altijd zijn, blijven we vertrouwen hebben. Best een goeie eigenschap vind ik zelf.

Onderstaande brief was speciaal en specifiek voor mijn vriendinnen.

Lieve meiden,

Vorige week gebeurde er iets dat mij het schaamrood op de kaken bracht. Ik vind het erg gênant, maar ook wel een beetje grappig.

Op een ochtend stond ik onder de douche. Ik had net mijn haar ingesopt en het schuim spatte naar alle kanten, toen de bel ging. Owee, wat nu. Egbert was even weg, Laika ging te keer als een mager speenvarken, en bij een gluurpoging van mij zag ik een grote vrachtwagen voor het hek staan. Ik begreep gelijk dat dat voor de buurvrouw was, want zij bestelt alles via internet, en ze had me verteld dat ze voor haar hond een bestelling had geplaatst. Ze was niet thuis, dus die man zal het pak wel bij ons willen afgeven.

Ik bedenk me geen seconde en trek even heel snel Egberts ochtendjas aan die het dichtst bij de hand was, ik houd hem met mijn arm dicht tegen mij natte lijf aan en ik snel naar het hek. Je had het gezicht van die man moeten zien hoe ik daar met mannensloffen en een schuimende haardos aan kwam rennen, druipend en al. Maar het werd nog veel erger.

Inderdaad, of ik het pakje voor buurvrouw wilde aannemen. Natuurlijk wil ik dat. Maar owee, het hek zit op slot en de sleutel ligt in de keuken. Moet ik weer helemaal teruglopen naar het huis? Eigenlijk wel, maar daar had ik niet veel zin in en ik vroeg hem of hij het pakje over het hek kon gooien, ik zou het wel vangen.

Geen probleem. De man pakt de doos en mikt hem met een grote zwaai over het hek heen. En toen gebeurde het…… Ik strekte mijn armen uit om de doos te vangen en vergat dat ik Egberts ochtendjas aanhad die ik vasthield met diezelfde armen.

En daar stond ik dan, in vol ornaat. Wat een schrik! Misschien nog wel meer voor die man dan voor mij, hij putte zich uit in in geruststellingen “no pasa nada” geeft nicht, excuus, excuus, enz.

Dit verhaal vertelde ik later aan Egbert en die pakt me daar natuurlijk telkens mee.

Laatst kwam er een vreemde auto hier aanrijden (waarschijnlijk kwam die op het te koop-bord af) maar Egbert zegt dan “Bar, die heeft vast met die vrachtwagenman gesproken, die komt even kijken” en eens riep hij naar mij “Bar, er staat een bus voor de deur met allemaal Spaanse mannen….wat komen die hier nou doen, denk je??” Kan je je voorstellen wat een consternatie.

Dit verhaal is dus om je even te laten lachen….

verhaal7
Beeld: Correos

Deel 22 – 9 maart 2020

We hebben een postzegel nodig. Er moet een brief verzonden worden. Daarvoor moet je naar het postkantoor. Fortuna bestaat uit een wirwar aan straatjes en te midden van die kluwen sloppen en steegjes, is ergens het postkantoor. Als we na enig speuren het goeie straatje gevonden hebben, hebben we geluk want er staat maar één vrouwtje binnen en dát is zogezegd een mirakel want het is daar al net als bij alle banken hier, je staat er altijd uren te wachten. We gaan dus achter haar staan, maar tot onze schrik begint ze te niezen en te proesten. Owee, corona? Van schrik rent Egbert naar buiten en ik doe automatisch vijf stappen achteruit. Overdreven? Misschien, maar hier stijgen de aantallen besmettingen en doden ook schrikbarend.

Enfin, hoe kun je dat voor zijn? Geen idee. Paniek is ook al geen medicijn. Ik ben wel een van de gelukkigen die nog een flesje handendesinfecteer-spul heeft kunnen bemachtigen en daar vestigen we dan maar onze hoop op.

Na enig wachten heb ik ook de gewenste postzegel kunnen scoren, de brief gaat door de gleuf en wij stappen even later in de auto, op zoek in de vele straatjes naar de kapper, om een afspraak te maken. Dat is kruipen en sluipen door de steegjes en wees op je hoede want rechts heeft voorrang en dát nemen ze ook. Ergens op een kruispunt komt er van links een veegauto met twee grote draaiende straatveegborstels, een straal water gaat de strijd aan met opdwarrelend stof. De bestuurder stopt midden op het kruispunt, zodat ik er niet meer door kan.

Waarom is dat nou? Ach… ik zie het al….een eindje verderop in het supersmalle straatje staat een eetkamerstoel met een stokoud gebogen mannetje erop voor een geopende voordeur. Hij leunt zwaar op zijn stok en hij loert angstig naar de veegwagen die naderbij dreigt te komen, want hij kan niet opstaan om weg te lopen en de straat is te smal om de veger vrij baan te geven langs de stoel van opa. De bijrijder van de veger stapt uit, hij zag de angstige blik van de oude man en weet dan wel heel zeker dat hij daadkrachtig moet optreden. O jee, dat gaat even duren, schiet er door mij heen.
De bijrijder wandelt op zijn gemak naar het mannetje toe. Hij schudt zijn handen en maakt uitgebreid een praatje. Nou, hij kan er wat van, er komt geen eind aan hun geklets. Natuurlijk ziet hij wel dat onze Dacia geen kant op kan, maar dat maakt hem niet uit. Ook zijn collega, de veegmeester, wacht geduldig. Echt Spaans! Tijd speelt geen rol. Ongeduld helpt niet en dat de personeelskosten ook doorgaan deert geen mens. Ons ook niet, we raken er aardig aan gewend.

Maar dan gebeurt er iets. De bijrijder tilt opaatje met stoel en al op, doet een stap achteruit het portiek in, en houdt hem met zijn sterke armen goed vast. Het ouwetje spartelt wat met zijn pootjes, maar voelt zich veilig in de bonkige armen van zijn redder, die met zijn hoofd een teken geeft aan zijn collega, de veegmeester. Die komt er prompt aan met zijn draaiende veegborstels en bij zijn collega aangekomen, stopt hij om zich in hun gesprek te mengen. Tijd zat!

Uitgepraat? Ja hoor, het krakende oude mannetje wordt veilig op de grond gezet, ze maken een lief gebaar naar elkaar en dan rijden ze al vegend door het smalle steegje weg. Wij zien het voor onze neus gebeuren en verbazen ons, zoals we ons zo vaak verbazen. Heerlijk land is dat Spanje toch.

We hebben een postzegel nodig. Er moet een brief verzonden worden. Daarvoor moet je naar het postkantoor. Fortuna bestaat uit een wirwar aan straatjes en te midden van die kluwen sloppen en steegjes, is ergens het postkantoor. Als we na enig speuren het goeie straatje gevonden hebben, hebben we geluk want er staat maar één vrouwtje binnen en dát is zogezegd een mirakel want het is daar al net als bij alle banken hier, je staat er altijd uren te wachten. We gaan dus achter haar staan, maar tot onze schrik begint ze te niezen en te proesten. Owee, corona? Van schrik rent Egbert naar buiten en ik doe automatisch vijf stappen achteruit. Overdreven? Misschien, maar hier stijgen de aantallen besmettingen en doden schrikbarend.
Enfin, hoe kun je dat voor zijn? Geen idee. Paniek is ook geen werkend medicijn. Ik ben wel een van de gelukkigen die nog een flesje handendesinfecteer-spul heeft kunnen bemachtigen en daar vestigen we dan maar onze hoop op.

Na enig wachten heb ik ook de gewenste postzegel kunnen scoren, de brief gaat door de gleuf en wij stappen even later in de auto, op zoek in de vele straatjes naar de kapper, om een afspraak te maken. Dat is kruipen en sluipen door de steegjes en wees op je hoede want rechts heeft voorrang en dát nemen ze ook. Ergens op een kruispunt komt er van links een veegauto met twee grote draaiende straatveegborstels, een straal water gaat de strijd aan met opdwarrelend stof. De bestuurder stopt midden op het kruispunt, zodat ik er niet meer door kan.

Waarom is dat nou? Ach… ik zie het al….een eindje verderop in het supersmalle straatje staat een eetkamerstoel met een stokoud gebogen mannetje erop voor een geopende voordeur. Hij leunt zwaar op zijn stok en hij loert angstig naar de veegwagen die naderbij dreigt te komen, want hij kan niet opstaan om weg te lopen en de straat is te smal om de veger vrij baan te geven langs de stoel van opa. De bijrijder van de veger stapt uit, hij zag de angstige blik van de oude man en weet dan wel heel zeker dat hij daadkrachtig moet optreden. O jee, dat gaat even duren, schiet er door mij heen.
De bijrijder wandelt op zijn gemak naar het mannetje toe. Hij schudt zijn handen en maakt uitgebreid een praatje. Nou, hij kan er wat van, er komt geen eind aan hun geklets. Natuurlijk ziet hij wel dat onze Dacia geen kant op kan, maar dat maakt hem niet uit. Ook zijn collega, de veegmeester, wacht geduldig. Echt Spaans! Tijd speelt geen rol. Ongeduld helpt niet en dat de personeelskosten ook doorgaan deert geen mens. Ons ook niet, we raken er aardig aan gewend.

Maar dan gebeurt er iets. De bijrijder tilt opaatje met stoel en al op, doet een stap achteruit het portiek in, en houdt hem met zijn sterke armen goed vast. Het ouwetje spartelt wat met zijn pootjes, maar voelt zich veilig in de bonkige armen van zijn redder, die met zijn hoofd een teken geeft aan zijn collega, de veegmeester. Die komt er prompt aan met zijn draaiende veegborstels en bij zijn collega aangekomen, stopt hij om zich in hun gesprek te mengen. Tijd zat!

Uitgepraat? Ja hoor, het krakende oude mannetje wordt veilig op de grond gezet, ze maken een lief gebaar naar elkaar en dan rijden ze al vegend door het smalle steegje weg. Wij zien het voor onze neus gebeuren en verbazen ons, zoals we ons zo vaak verbazen. Heerlijk land is Spanje toch.

Deel 23 – 19 maart 2020,

Tjonge, dat zijn nog eens rare tijden! Van schrik is de altijd zo stralend blauwe lucht helemaal dichtgetrokken. Dikke wolken pakken zich letterlijk samen boven ´s mensen hoofden. 18 graden is ook al niet al te warm, kortom, het weer is verdrietig en Spanje rouwt. Rouwt om zijn vele doden, en om alle ellende die overal voelbaar is.

Wij zijn vanmorgen vertrokken van ons heerlijke plekje op de berg. Na een heleboel gesleep en geheister met kratten en zakken. Een week na een eerdere poging om weg te komen. We stonden vorige week al gepikt en gedreven om weg te rijden toen ik ´s nachts ziek werd. Ik werd even flink onderuit gehaald, waardoor ik een paar dagen moest zien bij te komen. Dat lukte na een dag of vier, en toen konden we opnieuw inpakken en vanmorgen konden we dus de sprong in het diepe wagen.

Om half één reden we weg, met brede armzwaaien uitgeleide gedaan door onze buurtjes. Altijd weemoedig om dat huisje aan zijn lot over te laten.
De regering doet wat zij kan. Een totale lock down. De straten zijn leeg, het is bijna luguber zo´n stille wereld, zonder mensen, zonder enige beweging, en die stilte… je hoort niets, er is ook niets, geen kind speelt, geen mens wandelt, helemaal niets. We rijden langzaam Fortuna in en opeens is daar toch beweging De politie met vier man die voor onze camper springen. Ho stop. We zijn zwaar in overtreding: èn we mogen niet buiten zijn, èn we zitten met z´n tweeën in de auto. DAT MAG NIET! Penalty!!! Nee meneer, wij gaan naar Holland, onze vakantie zit erop. De politie verstaat enkele woorden van mijn perfecte Spaans: Holland en vakantie. Beide mogen niet, we mogen niet op vakantie naar Holland. Nee meneer, wij wonen in Holland en gaan nu naar ons huis in Holland. Het kwartje valt. Aha, vas a tu casa? Si, si, o, zeg dat dan. We mogen door, zelfs met z´n tweeën. Jazeker, Egbert mag mee!

Ziezo, de eerste hobbel. Wat raar om door dat anders zo drukke gezellige Fortuna te rijden. Niemand op de terrasjes, niemand op de stoepen. Hebben jullie gehoord dat de mensen hier hun hond verhuren aan mensen die graag een wandelingetje maken? Dat is namelijk wel toegestaan. Maar een stap buiten je voortuintje mag niet, óf alleen als je boodschappen moet doen, of de apotheek, of de dokter, of het ziekenhuis. maar dat moet je dan ook kunnen bewijzen, bijvoorbeeld met de kassabon, en de hond mag buiten plassen, dat hoeft niet binnen!

We moeten diesel hebben. Tot onze verbijstering kost de diesel nu op dit moment 98 cent per liter. Voor even veertig euro zit de tank helemaal vol! Hallo…. Zo kun je nog eens een reisje maken, maar nee, dat mag niet. Enfin, de tank zit vol en dan zetten we koers naar het noorden. Ook onderweg niemand op de weg. Alleen maar vrachtauto´s. We staan nu in Xativa vóór Valencia, een normaal gesproken hartstikke drukke stad. Maar de streek rondom Valencia is heel zwaar getroffen, dus mensen houden zich echt wel gedeisd. Wij ook. We waren bekaf en besloten dus om half vier te stoppen en een middagdutje te doen. Dat lukte en nu zitten we aan een wijntje. Lieve mensen, blijf gezond, geef het coronamonster een harde schop. En laten we met z´n allen hopen dat al die vreselijke maatregelen leiden tot verlichting. Het zij zo.

corona politie
Beeld: Europa Press

Deel 24 – 20 maart 2020

Reizen door de verstilde landen voelt aan als vluchten. Vluchten voor het monster dat opduikt en kommer en kwel veroorzaakt. Maar vluchten kan niet meer, het monster duikt overal op, waar je ook heen gaat.

We rijden door het Spanje dat niet meer op Spanje lijkt. Het bruisende Spanje dat bol staat van muziek, dans, lang leve de lol, het land van niet zo moeilijk doen, vandaag niet? Morgen dan? Daar rijden we doorheen op vierbaanswegen die enkel bevolkt worden door campers, caravans allemaal op weg naar huis en vrachtwagens op weg naar bevoorrading.

Onze reis verloopt voorspoedig. Egberts ogen zijn dermate slecht geworden in korte tijd, dat hij het niet verantwoord vindt om achter het stuur plaats te nemen, dus neem ik de honneurs waar, tot frustratie van Egbert, want die houdt graag de regie in eigen handen. Mij maakt het niet uit, ik rij wel, gewoon gas geven en sturen. Makkie op de lege wegen. Ik voel me een stoere vrachtwagenchauffeur, niet erg charmant, maar in de gegeven omstandigheden wel handig.

Vandaag stonden we even op een groot parkeerterrein om een broodje te eten en toen we weer wilden wegrijden werden we tegengehouden door een meneer met een geel hesje aan, die ons een dwingende aanwijzing gaf: zet uw camper even dáár neer, wijzend naar een plekje aan de kant. Owee, wat nu? Het werd al snel duidelijk: er was een convoi exceptionnel in aantocht. Je gelooft je ogen niet wat er dan op je afkomt: drie vrachtwagens, allemaal met één meterslange wiek van een windmolen. Als je die dingen ziet draaien op een staander, lijken ze helemaal niet zo groot, maar als ze achter op zo´n vrachtwagen liggen….. gigantisch. De heren chauffeurs manoeuvreren hun lading met groot gemak een paar decimeters langs onze nietige camper. Ik ijs me dood, maar het gaat goed.

Even terug naar gisteravond. We stonden dus in Xativa. De officiële camperplaats was heel eenzaam even buiten de stad en dat voelde niet lekker, dus hebben we de camper geparkeerd onder een lantaarnpaal aan een groot grasveld bij drie grote flatgebouwen, waar tientallen hondjes dartelden en onze Laika deed mee. Vrolijkheid bij de schatjes, maar die vrolijkheid sloeg heel gauw om toen precies om acht uur, de balkons van de drie flatgebouwen open gingen, mensen met deksels op elkaar begonnen te slaan, met pollepels op pannen gingen rammen, harde kreten de wereld in schreeuwden en lawaai maakten. Alles om het zorgpersoneel de eer toe te zwaaien die het toekomt, en opeens barstte er ook nog een vuurwerk van jewelste los op het grasje vlak voor onze camper. Wat er met Laika gebeurde laat zich raden….. arme beest. Maar vandaag was hij weer helemaal vol vertrouwen op een goede afloop. Daar kunnen wij mensen een voorbeeld aan nemen.

We staan nu iets voor Zaragoza, de koffie staat te pruttelen, we hebben zojuist de koning zijn toespraak zien uitspreken, het zal een boel mensen aanspreken, maar ja…. ook hij kan er helemaal niets aan doen. Helaas.

Deel 25 – 21 maart 2020

Of het went, de lege straten en wegen? Nee, het blijft vreemd om helemaal alleen op de autobaan te rijden. Voor je niets, achter je niets, tegemoetkomend niets, helemaal niets op zo heel af en toe een vrachtwagen na. De hele weg is er voor ons alleen. Wat dát betreft is het wel heerlijk rijden, hoor, je kan gewoon in het midden gaan rijden, bochten afsnijden, afritten op of af rijden, zelfs rotondes rijden zonder op die lastige Spanjaarden te letten, want jullie weten dat Spanjaarden best aardige mensen zijn, maar op rotondes worden diezelfde lieve mensen wegpiraten. Ze kennen de regels niet, maken gewoon hun eigen regels. Ze doen maar wat, snijden je bij het leven, raken oververhit als ze niet snel genoeg voor je langs kunnen schieten en dus achter je langs moeten, enz. Er gebeuren ook veel ongelukken op rotondes die hier met een sierlijke naam Glorieta heten, met de klemtoon op de é van glori-eéta. Op tv worden regelmatig rotonderegels uitgelegd, maar Spanjaarden weten uiteraard alles beter…
Enfin, vanaf onze camperplaats vlak vóór Zaragoza, via autobaan, autobaan, autobaan, aangekomen op een camperplaats 5 km voor de Franse grens. De Pyreneën hebben we boven ons gelaten, want de talloze tunnels waren er voor ons, voor ons alleen. Morgen gaan we dus het avontuur van de grens aan.

Een hele gekke gewaarwording is dat we op geen enkele camperplaats babbeltjes maken. Iedereen zit in zijn eigen camper, en geen mens is buiten zijn eigen wereldje te zien.

Vanmorgen moest ik even een boodschapje doen. Ik liep de straat in en zag wat mensen op straat, flinke afstand van elkaar dus de gesprekken werden nog luider dan normaal gevoerd. Dáár was de dorpswinkel. Daar aangekomen stapte ik nietsvermoedend de winkel in. Wat er toen gebeurde geloof je niet. Ik werd zowat gelyncht. Nou ja, overdreven dan. In elk geval werd ik toegeschreeuwd en erg onvriendelijk de winkel zowat uitgetrokken. Wat doe ik fout? Vroeg ik verbijsterd. Er mag maar één persoon tegelijk de winkel in, en jij bent nog niet aan de beurt! O hellep, daar had ik geen idee van. Ik putte me uit in excuses en ging geduldig buiten voor de deur staan wachten.

Toen ik wel aan de beurt was zocht ik het schap met brood. Geen brood te bekennen. Is er geen brood? Jawel, achter in de winkel. Waar is het brood, vroeg ik daar aangekomen. Vóór in de winkel. Ik weer naar voren. Achter zeggen ze dat brood voor is. Toen volgde er een enorme uitbrander, de tweede op de vroege ochtend. Of ik geen geduld heb. De dame zojuist had toch gezegd dat het brood nog gebakken moest worden achter in de winkel. Nou! Ze spreken hier een onverstaanbaar taaltje, Baskisch of zoiets. Ik verstond er niets van en stond wat bedremmeld te kijken toen de bakker met armen vol broden aan kwam lopen. Toen ik er naar toe liep om een broodje te pakken, volgde uitbrander nummer drie “u mag nergens aankomen, als u aan de beurt bent dan pak IK het brood en niet u.” Zo, mijn eerste kennismaking met Baskenland en zijn inwoners. Gelukkig ben ik niet van suikergoed en overleef ik de drievoudige confrontatie. Iedereen is gespannen, iedereen is prikkelbaar, iedereen baalt als een stekker en wat is er dan heerlijker dan een verbouwereerde Hollandse Oostzaanse eens lekker de les te kunnen lezen?

campers2
Beeld: 123rf

Deel 26 – 23 maart 2020

Daar gaan we weer. Weg van de camperplaats vlak voor de Franse grens. Er staat hier een camper met een eenzame vrouw erin, maar ze is niet alleen, ze heeft een hele kudde poezen om zich heen en ook nog twee honden. Af en toe gaat de deur open en dan stroomt de dierentuin naar buiten. Eén kat vond op een gegeven moment een dode rat en vermaakte zich daar kostelijk mee. Hij gooide de rat omhoog, sprong er achteraan, hij draaide hem in de rondte, de andere katten er achteraan, ik gruwde van de aanblik. De vrouw kwam op een gegeven moment haar camper uit en wat denk je? Met haar blote handen pakte ze zó de dooie rat op, liep ermee naar de kant en slingerde het enge kadaver met een grote boog weg. Met haar blote handen! Hopelijk waste ze haar handen wel, maar zelfs dan….

Gisteren schreef ik over mijn ervaring met en in Baskenland. Hier spreken ze een raar taaltje. De borden langs de weg waren voor ons niet te lezen. Alle plaatsen heten hier anders dan wat in onze wegenkaart staat en de waarschuwingen lijken in het Chinees! We zochten de weg naar Bordeaux, dat zagen we nergens op de borden. Later merkte ik dat Bordeaux Baiola heet of zoiets en ze zijn te beroerd om de normale namen te vermelden. Heel onsympathiek, net als de mensen in de winkel gisteren. Van mij mogen de Basken zich afscheiden, ik vind Spanjaarden veel aardiger en socialer.
Vandaag dus over de Franse grens, die we na enig zoeken toch vonden, toen we in de gaten hadden dat we richting Baiola, dus Bordeaux, moesten. Egbert had de papieren allemaal verzameld, paspoorten, inentingspapieren van Laika, alles keurig bij de hand. Ik rijd langzaam op het legertje politieagenten aan. Eentje maakt zich los van de groep, mondkapje voor, Waar gaat u naar toe? In het Spaans! Naar Holland, daar wonen wij. Oké! Rijdt u maar door, geen omwegen, rechtstreeks hoor! En daar gingen we. Dát was nou dat grote avontuur waar we al die papieren voor uitgeprint hadden. Hij vroeg er niet eens naar!

De weg was alweer leeg, heel leeg. Saai. Niet veel over te vertellen. Alleen dat we ruimte genoeg hebben en dat er nergens enige verkeersdrukte is. Dat is wel heerlijk. Nu staan we ergens in de binnenlanden van Frankrijk, in Niort. We kwamen op de camperplaats aan maar werden er prompt weggestuurd, want…. corona…. Er was best wel plek voor ons, maar nee, teveel is teveel, de politie is streng, het veld is vol, dus wegwezen. Zo gehoorzaam zijn we nou ook weer niet dus we sputterden wat tegen. Hoezo wegwezen, dit is toch een officiële plek? Wij zijn hier en blijven hier! Van alle kanten komen er mensen op ons af, Egbert heeft het druk met afstand houden van 1,5 meter! Maar we maakten er wel uit op dat de politie niet met zich laat spotten, er hangt een groot bord met stempels en zegels, er mogen geen campers meer bij. We starten dus toch maar de motor en staan nu op een ander plekje in het dorp, het is donker en eenzaam, maar we hopen dat het goed gaat. Heb vertrouwen…. Alles sal reg´ kom, en daar gaan we dan maar van uit.

Deel 27 – 23 maart 2020

Na een nachtje noodgedwongen te hebben doorgebracht op een stikdonker veldje bij een sportterrein, startten we vanmorgen de motor weer om eerst even bij de CP waar we gisteren door de ´geautoriseerde´ bevolking werden weggebonjourd, de toiletcassette te lozen en een gietertje water in te nemen. Daar aangekomen zien we de bevolking samen met een stuk of vijf politieagenten druk in gesprek. Ik stop bij de ingang van de CP. Egbert stapt uit en begint te doen waarvoor we kwamen. Ik blijf achter het stuur zitten en zie in mijn ooghoeken dat twee agenten op me af komen.

Bonjour! Oui, bonjour. Waar we vandaan komen, waar we naar toe gaan, het zijn aardige jongens. Ik vertel hun dat ze hun onderdanen goed geïnstrueerd hebben, want ze hebben ons gisteren bijna hardhandig weggestuurd van het plekje waar we al waren neergestreken. We mochten er echt niet staan. “Nee, dat klopt! Corona, begrijpt u.” Waar heeft u vannacht gestaan dan? Ik wijs richting sportterrein en zeg hem dat het daar wel erg donker is en of hij de burgemeester niet wil vragen de verlichting daar te repareren. We gebben wat heen en weer, maar dan opeens realiseren de dienders zich dat ze in functie zijn en dat we staan te meuten alsof we vriendjes zijn. Dat kan natuurlijk niet. Hun houding verandert prompt.

Paspoorten alstublieft.” Ik hoor het in Keulen donderen. Paspoorten, waarom is dat nou ineens nodig? Hij kijkt me wat serieus aan “omdat ik de gendarmerie ben!” zegt hij wijzend op zijn pet waar dat woord “gendarmerie” op staat. Hij moet er zelf om lachen en ik schiet ook in de lach. Egbert geeft mij de paspoorten, maar die willen zij niet aanraken. Ik moet ze aan hen tonen met de goede bladzijde voor en met gestrekte armen uit het raam. De beide heren bestuderen ze op 1,5 mtr. afstand. Ze zijn oké.

“Maar u mag helemaal niet met de camper onderweg zijn?” “Jawel, wij hebben een “attestation de déplacement Dérogatoire!” (Dat had ik uit mijn hoofd geleerd.) Daar hebben ze nog nooit van gehoord, dus dat willen ze ook wel zien. Ik vouw de papieren open en houd ze weer met gestrekte armen buiten het raam, zodat zij ze kunnen lezen zonder aan te raken. De heren buigen zich erover, overleggen met elkaar of ze hun boekje niet te buiten gaan als ze ons door laten gaan. Ze komen tot een gemeenschappelijk besluit dat het vast wel vertrouwd is, en delen ons mee: “Jullie mogen gaan”. Hoi, hebben we de papieren toch niet voor niets uitgedraaid.

Zo. Egbert is klaar met zijn werkjes, we gaan dus en zwaaien uitgebreid naar het campervolkje dat op gepaste afstand het hele gebeuren heeft gadegeslagen. En zo gebeuren er toch nog wel eens zeer spannende dingen in de piepkleine boerendorpjes van Frankrijk.

Deel 28 – 24 maart 2020

Egbert is onze routeplanner. Ik ben daar niet zo goed in, hij kan dat beter, dus hij bepaalt hoe we reizen. En zo kwamen we in Parijs terecht. Het leek Egbert wel apart om geconfronteerd te worden met een leeg Parijs; de Périférique zonder verkeer. Alleen wij met onze camper, zie je het voor je? Hij wel! Hij zat naast me met de videocamera in de aanslag, want dát moet natuurlijk opgenomen worden, dat is nog nooit voorgekomen.

Enfin, de slot van het liedje is dat ik zwoegend en met het zweet in mijn handen onze mooie camper over een overvolle ringweg manoeuvreer. Ongelooflijk zo druk als die weg was! En dat bij een lockdown! Het leek wel spitsuur. Een gekrioel van wegen, op-en afritten, onder- en overgangen, mijn hemel waar kwamen we terecht. Zuchtend en steunend maar zonder krasje of deukje bereikten we uiteindelijk de Porte de la Chapelle waar we d´r afgingen. Een kleine misrekening, maar dit had Egbert echt niet kunnen vermoeden. Ik ook niet, we zien niet anders dan doodse wegen waar geen mens komt en een Parijs dat leeg en verlaten overkomt. Maar niet op de Périférique blijkbaar, hoewel het normaliter natuurlijk nóg veel erger zal zijn.

Het is dus gelukt. Toen we de ergste drukte achter ons hadden gelaten was de eerste parkeermogelijkheid voor ons. Eerst even koffie en even “loslaten”. Egbert stelt de Garmin en de TomTom in op Lille, waar we over de Belgische grens denken te kunnen gaan. Nou, mooi niet. Onderweg naar Lille allemaal borden: VERBODEN VOOR DOORGAAND VERKEER OVER LILLE NAAR BELGIË. Ojee, niet over Lille dus. Hoe dan? Er wordt niets aangegeven. Terwijl Egbert de kaart probeert te bestuderen met zijn slechte ogen, zie ik een bord dat GAND aangeeft. Gent dus. Nou, dat lijkt me wel wat, dus ik draai richting Gand. Bij de Belgische grens aangekomen hebben ze met pionnetjes twee rijstroken gecreëerd. Ik kies de breedste, wel zo makkelijk, maar de douanepolitie is het niet met me eens, dit is de strook voor vrachtauto´s. “U moet naar de andere baan, voor personenauto´s!” zegt de douanepolitieman met mondkapje. Ik heb geen idee hoe ik op die andere baan kan komen. Tussen de pionnetjes door? Te krap, dus geef ik gas en rijd ik maar gewoon recht uit. Dat is uiteraard helemaal niet de bedoeling, maar ik doe maar net of mijn neus bloedt en stier met gepaste snelheid tussen twee vrachtwagens in zo hupsekee België in. Egbert kijkt nog een paar keer of we geen politie achter ons aankrijgen, maar dat is niet zo en dus zijn wij geheel tegen de regels in, via de foutieve rijbaan België in gekomen.

We staan nu in Doornik ook weer op een plek waar het echt niet is toegestaan, maar de plek waar het wèl is toegestaan dáár kunnen we niet in. Afgesloten. Hek ervoor. We staan dus provocerend vóór het hek en we vinden het prima. Zolang de politie niet komt blijven we hier lekker staan.
Op het gas pruttelt een hapje, op de tafel staat een neutje, straks kijken of de tv het goeie signaal vangt en dan maar weer een avondje coronanieuws opsnuiven, iets anders is er niet helaas, alle andere nieuws valt in het niet bij deze verschrikkelijke ramp. Morgen thuis.

En zo kwamen we inderdaad de volgende dag veilig bij ons huis aan. Heel raar nadat we in Spanje en Frankrijk op hele lege wegen reden, en dan kom je in België terecht op overvolle wegen net als in Nederland. Nergens hadden we een file, maar wél in Nederland. Nou ja, maakt niet uit, we zijn er en we danken jullie voor al jullie lieve reacties en we hopen jullie gauw weer te kunnen ontmoeten.

Liefs en groeten van Egbert en Barbara

Spanje, een liefde – Verhalen over reizen en overwinteren in Spanje

Spanje, een liefde speelt zich grotendeels af in het provinciestadje Fortuna in Spanje bij Murcia. Dit boek neemt de lezer mee naar het hedendaagse Spanje en geeft een inkijkje in het overwinteren in zonnig Spanje, waarbij korte reisjes door Spanje en Portugal beschreven worden. De typische gewoontes en Spaanse gebruiken, de feesten, de cultuur, kortom het normale Spaanse leven komt uitgebreid aan bod en wordt op luchtige, meeslepende wijze beschreven. Auteur: Barbara van Wijk-Douwes.

Verzending binnen Nederland-België is gratis. Wilt u de verzendkosten besparen laat het dan bij een U bekend adres afleveren. Heeft u geen contactadres, mail dan naar barbaravanwijk@gmail.com.

KLIK HIER OM DIT BOEK AAN TE SCHAFFEN

Ga naar de inhoud