Ondanks de risico’s van geld thuis bewaren, blijft ongeveer de helft van de Spanjaarden hun spaargeld liever in contanten bewaren. Uit een enquête van de Centrale Bank van Spanje blijkt dat 40% van de ondervraagden in contanten spaart. Deze praktijk, die ook wel ‘onder de matras’ (Spaans: debajo del colchón) wordt genoemd, was in het verleden erg gebruikelijk.

Aan het einde van 2021 hadden zeven op de tien (70%) van de Spanjaarden in de afgelopen twaalf maanden gespaard. Dit is 9% meer dan in 2016, toen 61% van de bevolking gespaard had. De meeste Spanjaarden (68%) sparen hun geld op een bankrekening. Dit is 5% meer dan in 2016.

Ondanks de toename van het aantal Spanjaarden dat hun spaargeld op een bankrekening zet, blijft een aanzienlijk deel van de bevolking (40%) geld thuis bewaren. Dit percentage is wel afgenomen vergeleken met vijf jaar geleden. 

De leeftijd speelt een belangrijke rol bij deze manier van sparen in Spanje. Jongeren zijn het meest geneigd om hun spaargeld in contanten te bewaren. Van de ondervraagden tussen de 18 en 34 jaar die gespaard hebben, heeft 60% dit in contanten gedaan. Bij personen van 65 tot 79 jaar is dit percentage slechts 22%.

De leeftijdsgroepen tussen 35 en 44 jaar en tussen 45 en 54 jaar sparen minder in contanten dan jongeren. De eerste groep doet dit om zich te beschermen tegen onverwachte gebeurtenissen, terwijl de tweede groep dit doet, omdat ze geen periodieke inkomsten hebben die op een bankrekening worden gestort.

De voorkeur voor sparen op bankrekeningen is in Spanje ongeacht de leeftijdsgroep hoog. Het percentage is echter iets hoger bij 65-plussers. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat deze groep doorgaans meer spaargeld heeft en dus ook meer behoefte heeft aan een veilige plaats om dit te bewaren.