TERUEL – Afgelopen weekend verzamelden in Teruel (Aragón) maar liefst 900 fietsers om het tweewielige vervoermiddel in de verf te zetten. Ze deden dat op de ‘Dag van de fiets’, een evenement dat voor het eerst in twee jaar weer kon worden gevierd.
In Nederland en België is het het normaalste zicht ter wereld. In elke stad wemelt het van de fietsen, op elke straathoek staan er soms wel tientallen geparkeerd. Misschien ligt het deels aan de geografie van Spanje; de afstanden zijn over het algemeen groter en het gaat een pak meer bergop en bergaf, maar cultureel zit de fiets er ook gewoon minder bij de mensen ingebakken.
Afgelopen weekend werd de dag van de fiets (Día de la Bicicleta) gevierd, en in Teruel kwamen maar liefst 900 mensen samen om de tweewielers extra in de kijker te zetten. Gedurende een paar uur was het hele centrum verboden toegang voor wagens en bromfietsen.
Om 11.30 uur vuurde men een luchtpistool af en vertrok de colonne onder leiding van gemeenteraadslid Ramón Fuertes voor een parcours van 9,3 kilometer door de stad. Het evenement werd georganiseerd door de sportdienst van de stad, en zelfs de allerkleinsten fietsten mee met behulp van extra steunwielen.
En er is wel degelijk nog ruimte voor groei als het om fietsen en Spanje gaat. Volgens de fietsbarometer van 2017 zijn er in Spanje ongeveer 30 miljoen fietsen in omloop. Voor de ruim 46 miljoen inwoners komt dat dus ongeveer neer op 0,65 fietsen per persoon. Volgens de verenigingen BOVAG en RAI zijn er in Nederland 22,8 miljoen fietsen in omloop, wat neerkomt op 1,3 fietsen per inwoner. Precies dubbel zo veel met andere woorden.