MADRID – Het 20-jarig bestaan van de Spaanse veiligheidsdienst CNI had deze vrijdag een feestje moeten worden maar het spionageschandaal in Spanje heeft dat feestje veranderd in een nachtmerrie voor de dienst maar meer nog voor de directrice. Zowel zij als de verantwoordelijke minister van Defensie liggen onder vuur vanwege de spionage van Catalaanse politici met het Pegasus-programma.
20 jaar geleden op 6 mei 2002 werd het Centro Nacional de Inteligencia (CNI) opgericht, zeg maar zoiets als de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) of de Belgische Veiligheid van de Staat (VSSE). Het ging om een modernere versie van het reeds in 1977 opgerichte Centro Superior de Información de la Defensa (CESID). Het waren de twee politieke partijen PP en PSOE die het CNI hebben opgericht als onderdeel van het Ministerie van Defensie.
De CNI is de verantwoordelijke overheidsinstantie die de premier van Spanje en de regering voorziet van de benodigde informatie, analyse, studies of voorstellen om te voorkomen dat gevaar, bedreiging of agressie tegen de onafhankelijkheid of integriteit van Spanje en de territoriale gebieden, nationale belangen en de stabiliteit van de rechtsstaat en haar instellingen in gevaar brengen.
In 2020 werd Paz Esteban López de eerste vrouwelijke directeur van het CNI. Zij werd benoemd door de tevens vrouwelijke minister van Defensie Margarita Robles. En op dit moment zijn deze twee vrouwen ook het onderwerp van politiek gesprek waarbij diverse politieke partijen eisen dat beide vrouwen of een van de twee opstapt vanwege het spionageschandaal in Spanje.
Terwijl 2022 dus een jubileumjaar had moeten worden is dat inmiddels uitgegroeid tot een recente periode van kopzorgen voor het Ministerie van Defensie, de regering en premier van Spanje.